vrijdag 20 september 2024

Yerevan, Armenië

Uitzicht vanuit het hotel met in de verte de besneeuwde top van de berg Ararat

“Wat vond je van Yerevan”, vroeg iemand me vanmiddag bij de debriefing. “Ik heb de stad niet gezien”, was m’n antwoord. Dat is niet helemaal waar, maar wel grotendeels. Zondag kwam ik hier om 23 uur aan. Elke dag was er een vol programma van 9 tot 18 uur met bezoeken aan instellingen, allemaal prima organiseert door het land en de WHO. Gistermiddag was de enige middag met een vrij uurtje die we gebruikt hebben (+ de avond) om de workshop van vanochtend voor te bereiden. De workshop was een succes. En ook de debriefing – terugkoppeling van de resultaten van een week gesprekken en observaties – werd goed ontvangen. “I’m exhausted”, zei de WHO-collega uit Kopenhagen aan het eind van de bijeenkomst. ‘Me too’. Ik ben gelijk gaan slapen, want om 2 uur vannacht gaat de wekker. M’n vlucht is om 5.30 uur, via Warsaw, naar Nederland. Maar na een uurtje licht geslapen was ik al weer wakker. Teveel indrukken. Misschien kan ik straks nog wat in het vliegtuig slapen.

Armenië is een bijzonder land. Aan de westkant grenst het aan Turkije. In 1915 vond het regime van de Jonge Turken van het Ottomaanse Rijk dat Armenië in de weg lag; het Ottomaanse Rijk moest zich uitbreiden naar het noorden, richting Rusland. De Armeniërs, nagenoeg allemaal christenen, pasten niet in dat plaatje. Eerst werd de weerbare mannelijke bevolking gedood door massamoord en door onderwerping van dienstplichtigen tot dwangarbeid. Daarna werden de vrouwen, kinderen, ouderen en zieken gedeporteerd naar Syrië. Er werd niet gezorgd voor eten of drinken. Honderdduizenden Armenen bezweken tijdens de marsen in de Syrische Woestijn aan dorst, honger of werden doodgeranseld door de begeleidende Turkse soldaten. Armeense vrouwen en meisjes werden regelmatig verkracht. Tussen 1 en 1,5 miljoen Armeniërs vonden de dood tijdens deze (Armeense) genocide. Geen goede (wester)buur; de grens is al jaren dicht.

Aan de oostkant ligt Azerbeidzjan. Ook geen goede buur en ook deze grens is dicht. Binnen Azerbeidzjan ligt, of beter gezegd lag de enclave Nagorno-Karabach waar etnische Armeniërs woonden. De enclave was via de Laçin-corridor verbonden met Armenië. NK, zoals het hier wordt genoemd, is sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie regelmatig in het nieuws geweest, omdat de Azeri’s aanspraak maakten op het gebied. De gebeurtenissen van september vorig jaar zullen wellicht ontgaan zijn door de andere ellende in de wereld. Op 19 september viel Azerbeidzjan NK binnen en de dag erna, vandaag precies een jaar geleden, werd het leger van NK gedwongen zich over te geven. Bijna alle 120.000 inwoners vluchtten naar Armenië. Per 1 januari 2024 bestaat de Republiek Nagorno-Karabach niet meer. Navenant, aan de westkant van Armenië ligt een Azerbeidzjaanse gebied: Nachitsjevan. De Armeense collega vertelde dat zij zich niet meer veilig voelt nu Azerbeidzjan blijkbaar een corridor bedwongen heeft door Armenië naar Nachitsjevan.

Afgelopen woensdag bezochten we een opvangcentrum voor vluchtelingen uit NK op zo’n 120 km van Yerevan. Ruim 40 mensen verbleven in een oud ziekenhuis in Gjoemri, de tweede stad van Armenië. We werden aan de keukentafel uitgenodigd voor een groepsgesprek. Onze tolk was de eerste die het niet droog hield. De gebeurtenissen van een jaar geleden met veel doden, stonden haar nog scherp op het netvlies. Aangrijpende verhalen. Zoals van een oudere vrouw die vertelde dat ze voor de derde keer vluchteling of ontheemd was. In 1988 woonde ze ook in Gjoemri toen een aardbeving die stad verwoestte. Er vielen meer dan 25.000 doden en 500.000 mensen raakten dakloos. Het zal je verkeren. 


We hadden nog wel gelegenheid om het Vivaldi/Piazzolla-vioolconcert Eight Seasons bij te wonen.