maandag 15 december 2025

Nizwa, Green Mountains en Wadi Shab

M’n laatste dag in Oman. Ik zit in een restaurant aan Qurum Beach (in Muscat) met een prachtig uitzicht over de zee. Zo begin van de middag is er bijna niemand op het strand. Te warm. De zonnestralen zijn heel scherp. Mensen die niet in restaurants zitten, zoeken de verkoeling onder de palmbomen. Ik blijf hier nog even om de zonsondergang te zien. Die moet ook mooi zijn. Daarna brengt de Mubarak, de chauffeur van het ministerie, me terug naar het hotel. Hij brengt me morgen ook naar het vliegveld. Er wordt goed voor me gezorgd.

Maar ook zonder die steun kun je goed je weg vinden in Oman. Ik heb twee trips gemaakt via GetYourGuide, een internationaal boekingskantoor. Ali, de chauffeur, stond vrijdag al om 6 uur voor het hotel voor een lange dagtrip. Er was nog één andere passagier, een 24-jarige Chinese vrouw die in Dubai werkt met crypto’s en eigenlijk alleen maar wilde slapen op de achterbank. In Nizwa, 130 km van Muscat, bezochten we eerst de veemarkt. De veeboeren liepen rondjes met een geit of koe, om kopers te interesseren. De dieren raakten behoorlijk opgefokt. Op een onbewaakt ogenblik kreeg ik ook een beuk van een koe. 

Daarna naar de soek voor de dadels en naar het oude fort waar Omaanse mannen, jong en oud, dansten en zongen. Allemaal heel gemoedelijk. Een goed uitje voor een zondag, want de vrijdag is hier de zondag. 

Na de lunch gingen we naar Jebel Akhdar, de “Green Mountain”. Wat een fantastisch uitzicht. De hoogste top is 3000 meter. En bizar, dat hier, op deze hoogte en met deze hitte, een ultra-run wordt gehouden van 120 km over oneffen paden.

Ultraloper uit Kuweit die er nog behoorlijk fit uit zag na 29 uur lopen over de 120 km.
Ik had hier graag een week willen bivakkeren. De Chinese alleen als er Wifi aanwezig was. Zij was voortdurend in gesprek met China en heeft weinig van de reis meegekregen.

Gisteren maakte ik met een grotere groep een trip naar Wadi Shab. Een wadi is een rivierbed. De meesten staan droog. Wadi Shab niet. Je moet wel een uurtje rijden vanuit Muscat. Eenmaal daar loop je eerst nog 45 minuten door een kloof van oranje rotsen en kom je bij de turquoise wadi aan. Het water is ondiep, maar een zwemvest is wel prettig omdat je gemakkelijk uitglijdt over de gladde stenen. Na een kwartiertje zwemmen, kom je bij een smalle spleet in een rotswand. Met wat passen en meten gaat je hoofd er net tussen door. Op de terugweg bleef m’n hoofd wél steken en zocht ik het ruimere sop door kopje onder te gaan. Gelukkig werkte het waterdichte hoesje van mijn iPhone prima!

Vandaag nog een bezoek aan de Grote Moskee.
Grappige foto door de chauffeur Mubarak.


donderdag 11 december 2025

Omani in witte gewaden en zwarte jurken

De uitgestoken hand werd niet geaccepteerd. Ik had het moeten weten: in Oman gelden andere omgangsvormen dan bij ons. Mannen lopen in lange witte gewaden (dishdasha) en dragen een kleurrijke tulband (musar) of een geborduurd mutsje (kuma). Vrouwen zijn gehuld in zwarte jurken (abaya) met een hoofddoek (lihaf of hijab). Heel soms zie je iemand met een niqab die bijna het hele gezicht bedekt. Het is even wennen. Juist dat trok me aan: de confrontatie met een cultuur die ik nog niet zo goed ken. Wel enigszins, want als 21-jarige trok ik een maand door Algerije. Ik voelde me daar na een tijdje verrassend snel thuis.

De cultuur shock duurde ook deze keer erg kort. Ik ben hier op uitnodiging van het ministerie van volksgezondheid. Dit traject had een lange aanloop. Na een online presentatie in 2023 voor een groep Arabische landen, nam mijn Omaanse collega contact met me op. Ze vroeg of ik wilde meedenken vanuit mijn expertise. Daarna bleef het lang stil. Tot begin dit jaar, toen ik lange ingesproken Whatsapp-berichten kreeg en de plannen concreet werden: een bijdrage aan een tweedaagse training, gevolgd door overleg over andere samenwerking.

Na de eerste trainingsdag merkte ik dat ik al snel “door de kleding heen” keek. Die statige mannen in hun witte gewaden, bleken net zo goed onzekerheden te hebben. En de vrouwen? Die stonden hun hun mannetje prima. Ze reageerden scherp, zelfverzekerd met een vriendelijke lach. Maar het blijft opvallend om de afstand tussen mannen en vrouwen te zien, zoals tijdens de rollenspelen. En gisteravond ook letterlijk tijdens het diner: de mannen aan de ene kant van de lange tafel, de vrouwen aan de andere kant. Niet dat die scheiding verplicht is. Maar je merkt dat iedereen zich eenvoudigweg wat meer op zijn gemak voelt bij zijn eigen groep.
Groepwerk - rollenspel

Gisteravond nam mijn collega me mee voor een koffie in een hippe barista-zaak. Het was een modern tafereel: jonge vrouwen in zwarte abaya’s, gympen eronder, oortjes in, druk tikkend op hun laptops. Zelfs om tien uur kwamen er nog een paar jonge vrouwen binnen voor een drankje. Veiligheid lijkt hier totaal geen zorg. 

Cappuccino

In de barista

Oman is een heel gedisciplineerde samenleving. “Er rijdt één politieauto rond, puur voor de vorm,” grapte de zoon van mijn collega, die ook mee was. Dat is wat overdreven. Ik heb er inmiddels heel wat meer gezien, vaak met zwaailicht gevolgd door een stoet auto’s met officials die hier ook veel komen. Oman is booming. 

Onder de kleiner Golfstaten ligt Saoedi-Arabië. Rechtsonder ligt Oman, met hoofdstad Muscat. 'Boven' de golf: Iran.
Oman is een van de Golfstaten, in het Engels: de Gulf Cooperation Council (GCC) landen. Deze landen liggen aan de Perzische Golf. Na de vernauwing bij de straat van Hormuz heet het de Golf van Oman en mondt uit in de Arabische Zee/Indische Oceaan. Tijdens de vliegreis kreeg ik een mooi overzicht van deze staten. Er zijn er zes. Kleine landjes als Bahrein, Koeweit en Qatar. Grotere landen als Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (o.a. Abu Dhabi en Dubai) en Oman.

De souk in Muscat

Oman was lange tijd een erg achtergesteld land. De sultan deed weinig aan de ontwikkeling. In 1970 werd hij door zijn zoon Qaboos afgezet. Onder Sultan Qaboos en mede dankzij de inkomsten uit de olieproductie, werd het land getransformeerd in een moderne staat. Voor de olieproductie, de aanleg van wegen, ziekenhuizen, huizen, en voor de dienstverlenende sector waren veel arbeidskrachten nodig. De helft van de bevolking is ondertussen “expatriate”. En daar komt ook de link met tuberculose weer terug, want tuberculose komt vaker bij deze “expatriates” voor.  

De vier intensieve dagen zitten er vandaag op. Ik kon mijn verblijf met een paar dagen verlengen om nog wat het land te zien. Morgen staat er om 6 uur een busje voor de deur om met een groep het binnenland in te gaan. Ik heb de buitentemperaturen nog niet ervaren. Het is hier overdag 26-28 graden en ’s nachts 16 graden. Dat moet te doen zijn. In de zomer niet, dan kunnen temperaturen oplopen tot wel 50 graden!