zondag 8 maart 1981

Om een uur of 6 op en half 8 richting Douala. Nog steeds met 13 mensen. Vandaag is het zaterdag de zevende maart. Een keertje stopten we voor de thee en om te plassen. Het was vochtig in het oerwoud. Onderweg was het heel mooi. Grote bananenpalmen, palmbomen, meloenen, ananassen, mango's en eeuwenoude bomen. De tweede stop was in een klein plaatsje, waar we het verloren schaap terugvonden. Arne was met een vrachtauto uit Yaoundé gekomen. Ik maakte groente-tomaten-vermicelli-bruine bonensoep. Een paar pilsjes en ik sliep weer prima in de bus. 4 uur stop voor de nacht. Genoeg gereden voor vandaag. 3 km verderop water gehaald met een vrachtwagentje, uit een riviertje. Niet zo schoon.
Het is nu kwart over 5. We zijn in Pouma. Nog weinig gezien van het plaatsje. 's Avonds verkend. Kinderen op de weg waren bang voor ons. Bij een kafé dronken we nog een pilsje. Veel dronken lui. Het land van bier. Ik kroop weer op de auto, op het zeil, maar 's nachts begon het te regenen en moest ik in alle haast binnen een plekje zoeken, in het stof.

De laatste dag met de auto. Nog zo'n 150 km te gaan. Zondag. Het laatste stuk verliep dit keer eens feilloos. Nog eenmaal genieten van de rit. Net voor Edea stopten we voor water en loosden het oude. Aan een kraantje moesten we slingeren. In Edea bleven we ook een tijdje. Door de achterbuurten gelopen. Hobbelige paadjes langs de huizen. Zag er behoorlijk uit, niet slecht. De mensen waren heel vriendelijk. Bij de auto waren een hele groep mensen, die ons aan stonden te staren. Wat een wereld. Het laatste stuk in de auto zongen we uit het kampliederenboekje van Toos. "Michael Road". "Hallelujah", maar ook "Drunken Sailor" en "Jamaica song" (de tophit van deze reis).
Douala 5 uur.

Nog eenmaal fout gereden. Water. Een haven. Een iets viezere stad dan Yaoundé, maar valt wel mee vergeleken met Kano. We reden het terrein van de Eglise Evangeliste op. Ik zat naast Thea en we feliciteerden elkaar. Kerkgezang. Mensen kwamen uit de kerk stromen. We reden het gras op. Eenmaal uit de truuk eerst Jan en Herman gefeliciteerd met de finish. Karin in de armen gevallen. Zij had het moeilijk en zat te huilen tegen een boom. Ook ik was verdrietig-blij. Jammer dat het over was en tegelijk blij dat we het gehaald hadden en ik alleen verder zou gaan.

Nog één keer hutspot met stoofvlees en sla uit blik. We spraken af dat we nog twee nachten bij "het moedergebeuren van de firma "List en Bedrog" zouden blijven". We spraken 's avonds af dat we wel samen uit eten wilden gaan en iets aan Jan en Herman geven.
Bij de Evangelische Missie. Van links naar rechts Herman, Arne, (kleine) Karin, Jan en Johan
Ik sliep 's avonds in de tent bij Johan. M'n tentstokken waren tijdens de rit gesneuveld. Het was bloedheet. In de tent stroomde het zweet van m'n lichaam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten