vrijdag 20 maart 1981

Een nachtelijke rit van Buea over Nkongsamba, Bafoessam naar Bamenda. 's Middags m'n kaartje gekocht en ’s avonds de rest betaald. Om 8 uur moest ik er zijn en om 9 uur riepen ze me om te vertrekken. Afscheid genomen van m’n vrienden en 10 uur vertrokken we dan eindelijk. Nog even tanken en we stonden even later weer stil. De chauffeur ging naar z'n huis toe om vrouw en kinderen gedag te zeggen, even te eten en te douchen. 11 uur. Een uurtje rijden en weer stil. Een kollega had pech met een as en men is altijd nieuwsgierig. Goed, dat duurde ook weer een tijdje; nog een paar nieuwsgierige chauffeurs stopten. Vertrek. Maar nu kregen wij pech: een lekke band. Het ongemak was snel verholpen. Allemaal er uit en opkrikken, band wisselen en weer verder rijden. Het leek wel een rally. En verder ging de nachtelijke rit. Steeds verzitten in de auto. Het raam, waarbij ik zat ging steeds open. Het was koud. Echt krap zaten we gelukkig niet, steeds kwamen er weer mensen bij en gingen er later weer uit. De hele nacht mensen op straat! De chauffeur reed hard, heel hard, tot 130 km/h. Donker. De binnenbochten nemend. Om 3 uur stopten we bij een nachtclub, waar hij een pilsje ging drinken. Hij gaf mij ook een drankje. En verder gingen we weer, nu minder hard. Het werd heuvelig. Even later reed hij de auto een zandpad op, zonder ook maar iets te zeggen, gooide hij de lichten uit en ging slapen, een uurtje. Ging daarna buiten pissen en toen een auto langs kwam, gooide hij de lichten aan en ging deze achterna. Met licht waren we in Bamenda, waar ontbijt en thee klaarstond in het autopark. Nog een uurtje in de auto geslapen, met m' n kop buiten het raam.
Ik werd bij Thomas Ndinayi en familie heel hartelijk ontvangen. In Buea hadden ze me hun adres gegeven, en gezegd dat ik bij hen kon logeren. Meteen werd me een kamer met bed gegeven. Het bed klaargemaakt en warm water om me te wassen. Na de vermoeiende nachtelijke reis kostte het me geen moeite om het grootste deel van de dag te slapen. Het echtpaar had (nog) geen kinderen. In het huis waren verder nog wel enkele ‘relatives’. Een broer van hem, die wat minder intelligent was, en in de huishouding werkte, noemden ze Boy! Een meisje die geadopteerd was en ook in de keuken werkte. Verder nog een nicht en neef, die beiden naar school gingen. Ook zij hielpen 's avonds mee. De ‘bedienden’ aten niet mee aan tafel. Aan alle kanten werd je bediend, zo netjes, dat ik er wel eens van walgde. Ze werden ook gekommandeerd. "Haal me dit, haal me dat". Ook sociaal werk! Boy Raphaël probeerde nog wel een vak te leren en een andere baan te vinden.
De echtelieden voerden zelf vrij weinig uit in het huis. Overdag werkten ze. Hij had in Engeland gestudeerd, 4 jaar, en was nu Provincial Chief of Telecommunication. Zij werkte op het kantoor van de gouverneur van NW Province. 's Middags gebruikten ze hun siësta. Ze werkten van 8 tot 2.30 uur. 's Avonds gingen ze uit of ontvingen gasten. Ze waren hoog ontwikkeld. Hun Afrikaanse humor was heel geestig. Ook mopjes over Nederland. Beneden zeepeil? Als je uit het raam en naar boven kijkt dan zie je de zee. Heel bijzonder. Een berg van 300 meter? Het waren heel vriendelijke en gewone mensen.
's Avonds boodschappen doen op de markt. Het sociaal leven was daar heel mooi. Praatjes met winkelbediendes, marktkoopvrouwen. Met de katholieke kerk voelden ze zich sterk verbonden. De eerste avond dat ik er was, probeerden ze te beginnen met een soort prayergroep om wat serieuzer met het geloof bezig te zijn. Tom verzorgde vooral het innen van giften en schreef allerlei mensen aan. Hij deed het met plezier. Het .huis zag er ook aan alle kanten ‘christelijk’ uit. De vele Jesus Christ kalenders, een kruis, de pauzen en een Mohammedaans borduursel! Het hele leven is zo vermengd met religie. Zo nu en dan werd de bijbel gepakt om gewoon een stukje te lezen. Naar muziek geluisterd. Hij had nogal veel Engelse singles uit z'n studieperiode '70-'74. LP's waren ook verweven met religie. Zo geïntegreerd in hun samenleving.
's Avonds was er een rust, niets te merken van een drukke, verantwoordelijke baan. Hun kleding was heel mooi, elke avond weer wat anders, soms heel grappige, als opperhoofd en echtgenoot. Lieve, grappige mensen. In Europa werd hem gevraagd waar hij vandaan kwam en of hij die en die ook kende uit Oeganda. Hoezo. Nou, die komt toch ook uit Afrika. De wisseltruck in Dijon met de free meal kaart en betrapt. "Isn't this me?". Ontwikkelingshulp. Eenpartijstelsel. Eén doel voor het oog: development en daarom één partij die dat voor ogen houdt. Ze willen graag ontwikkelen, maar niet ten koste van de kultuur. Telefoonverbindingen met het buitenland en tussen grote steden zijn nodig, niet tussen de dorpen. Dat moet gewoon op de traditionele manier gebeuren: mondelinge overdracht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten