woensdag 25 februari 1981

Het was vandaag een rustdag. Tot de middag niets gedaan.
Hoe ziet de truuk er nu uit?
Voorin de twee planken met kasetterekorder. De zakjes van Corina, de grote doos met NEZO-zout. Op de bovenste plank links en rechts de voorraad Kellogg's Cornflakes, daartussen ook allemaal zakjes. Langs de kant hangen nog een paar rugzakken. Onder de stoelen liggen de koffers. De plaatjes Pritt zitten bijna allemaal op de stoel. De ton rijst staat voorin. Bij elke stoel staat nog een enorme rommel van tasjes, etc. Het zeil is open, zodat je leuk naar buiten kunt kijken. Draai me even om, om in de keuken te kijken. De gasstellen zijn nu helemaal smerig en worden niet meer schoongemaakt. De planken boven zijn ook bijna allemaal los getrild. De twee platformpjes die in de woonkamer hingen, zijn ook naar beneden gekomen. Pores boia.
Op de planken staan een aantal teksten. Bovenkeukenplank: “Ida kleine porties. Caloriearm dieet, geen suiker, etc.” "Kookploeg handen wassen" en de hoeveelheid suiker in thee en koffie. 
Voorin op de planken:

Eindelijk hier wat tomaten en uien kunnen kopen. 's Middags aten we onze warme hap. Er was ook gierst en macaroni bij. Niet zo veel, maar wel lekker. Dit was denk ik de eerste keer, dat we 's middags warm aten. Ook een brief naar huis geschreven.
's Middags gingen ze weer op safari, met de landrover. De kap hadden ze er nu afgehaald. Een echte safari auto. Nu hadden ze wel olifanten gezien. De leeuwen kwamen niet meer te voorschijn.
Met Thea ging ik weer zwemmen, wassen en bij de waterval kijken. Een afgrond daar beneden. Het water klotste naar beneden. De rotsen waren helemaal uitgeslepen. Terug bij ons plaatsje een sigaret op een doosje richting Alouette gestuurd. Halverwege kapseisde het ‘bootje’. Ook met Corina en Thea nog een eind gewandeld. Over een brugje een stuk de bush in gelopen. Veel sporen van olifanten en leeuwen. Echter geen wilde beesten. Wel hele mooie apen, soort baboons en baardapen: witte staart, witte baard rond de kop en ook witte strepen op het lichaam. Ze waren veel aktiever dan de baboons. Verder ook veel vogels, mooie ijsvogels (blauw), groene vleugels, rode borst, gele kop en ook gieren en arenden.
M'n broek die ik gewassen had, was verkleurd, blauwe strepen op m'n broek. M'n kleren bleven niet zo lang droog, want Thea gaf me een duwtje. We liepen in het donker terug over de rotsen. Wel gevaarlijk hoor. We hielden elkaar goed vast. Thea zonder lenzen als een blinde. Het was een klim van bijna een uur, maar gelukkig kwamen we heel terug. Vandaag had Jan papiertjes uitgedeeld met taken voor iedereen. Samen met Thea moest ik het zeil vastmaken en de cover over de landrover doen. Het zeil van de bus ging er niet zo gemakkelijk over. Het zeil was meer naar de andere kant gegaan. M'n vingers gingen er aan kapot. M’n handen en voeten zijn overal beschadigd na wandelingen over de stenen op de rotsen en een verwoeste poging om in een palmboom te komen. Rond het kampvuurtje aten we nog wat soep. Brood was er niet te krijgen. Het eten wordt steeds kariger. Tegen tienen was deze dag voorbij.

's Ochtends vroeg opstaan. Nog wel even zwemmen in de rivier en een bakkie koffie in het hotel. De landrover kwam weer achter in de auto en we reden door het bos terug. Na een uurtje zaten we op de grote weg naar Ngaoundere. De weg was goed. Verhard. We gingen door een mooi natuurgebied en over een hoog gebergte. Een klein kronkelweggetje omhoog, kapotte vangrails, omgekeerde auto's langs de kant in de diepte. We reden soms langs de rand en je kon dan in die diepte kijken, zonder asfalt te zien. Ik vond het wel griezelig, na onze ervaring in Jos om  van de weg te raken en geruchten dat nog maar 1 van de 4 remmen van de trailor werkten. Gelukkig ging alles goed en waren we in de middag in Ngaoundere.
Met Corina boodschappen gehaald. Brood, uien, wortelen en kool. Ook de anderen hadden brood gehaald, zodat we weer een aardige voorraad hebben. Daarna met Thea het stadje in gegaan. Bij een kruideniertje kochten we pasta, blikjes melk uit Nederland. Bij het hotel was er weer bier, schreef nog wat ansichtkaarten en gingen we terug naar de bus. Een paar kilometer buiten de stad zochten we ons plekje voor de nacht. Corina en ik zorgden voor het eten. Vandaag 100 dagen op reis, dus: stoofvlees.

Een groepje kinderen kwam bij het kampvuurtje staan en ging voor ons zingen: het Kameroenese volkslied en strijdlied. Ik vond dat ze niet zo mooi zongen als eerder. Wel waren ze heel ritmisch, beweeglijk. Daarna waren wij aan de beurt. In de eigen taal is het wel bar slecht gesteld met de liedjes. Al snel over in het Engels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten