maandag 23 februari 1981

's Ochtends om 8 uur vertrokken naar het park. Na een uurtje waren we bij de ingang, waar 1500 CFA betaald moest worden. We reden richting Buffle Noir. Ze vertelden ons bij de ingang dat het 30-40 km hier vandaan was. Nou, vergeet het maar. Ik zat in de jeep en we moesten steeds takken aan de kant houden, boomstammen weghalen en de gevaarlijke plekken op de route markeren. Onderweg moesten we de weg vragen naar het kamp. Twee auto 's in volle vaart kwamen eraan. De eerste stopte, de tweede ook, maar te laat en klapte er tegenaan. Ik stapte onderweg weer in de big truck. Het zat weer onder het zand, schudde aan alle kanten en de takken kwamen binnen. Moeilijke smalle zandweggetjes, slingerend omhoog en naar beneden, over slootjes met planken of met ijzer ondersteund. Het ging moeizaam. Totaal reden we twee uur over de afstand en konden uiteindelijk genieten van het bier. Een beetje uitgeblust ging ik eerst een beetje dutten en daarna het water in. Ook hier weer een stromend water, misschien wel mooier dan Yankari. Aan het begin is het water heel hoog, stroomt door rotsen in een waterval naar beneden. Het water was daar ondiep, maar wel lekker fris·. Nieuwsgierig als altijd, ging ik bij het watervalletje kijken. Het kostte me bijna m'n leven. Onderschatte de kracht van de stroom. Uit de rotsen kwam het water als een aantrekkelijke douche naar beneden. Ik had m'n hoofd nog niet onder water gehad en dacht: "lekker, een douche". Nou, niet weer hoor. Er zat een enorme kracht achter die douche en bovendien stroomde het water in een kolk.·Ik werd met de rug tegen de muur geduwd, tegen de rots en kwam onder water. Ik werd bang en dacht dat dit wel eens het einde kon zijn. Zo met je rug tegen de rots geplet. Gelukkig kon ik onder water weg zwemmen van dat watergekletter en ben teruggegaan. Nog wel een paar maal uitgegleden op de glibberige rotsen en hier en daar mezelf opengehaald.
De andere kant van het beekje opgegaan. Het water was daar diep. In de rotsen vogelnestjes. Na wat rust, terug naar de truuk en speelde met Hamdou en later met Thea kaart. Randa. Was een leuk spel. Ook poker en een soort 31-en, wat ook leuk was. De hele avond gingen we door en aten de hutspot met goulashvlees.
Prima geslapen op een perkje met een beetje gras. Hoewel, een paar keer leeuwegebrul gehoord...

We stonden om 6 uur op en om 7 uur zaten we in de wagen. Een chauffeur en een Duitser voorin, wij met z'n 9-en achter in het Peugeotje. Het bos was veel kaler dan Yankari. De dieren waren daardoor ook beter te zien. koeantilopen, apen, kleine antilopen, wild varken, waterbokken, maar het mooiste was wel de leeuwin die op de weg lag. 
Johan klom uit de wagen en ging eerst voor onze lenzen staan. De leeuwin in gevechtshouding. In een paar sprongen ("6-metersprongen" zei onze begeleider) was hij bij Johan geweest en hadden we plaatjes kunnen nemen. De leeuwin werd echter bang en rende weg. Johan werd uitgescholden. We hadden de leeuwin kunnen zien spelen...
We stopten twee maal bij het water om de nijlpaarden te bekijken. Hun koppen staken boven het water uit en zo nu en dan kon je hun grote logge lichaam zien. Apen en antilopen die in harmonie naast elkaar leefden. De auto scheurde over de paden omhoog en naar beneden. We kregen wel een idee wat een safari was! Na 5 uur waren we weer terug. Genoten van de rit en de mooie dieren.
Na de broodjes warme worst en een pot bier viel ik in slaap. Voelde me aardig dronken worden. Later ging ik met Thea zwemmen. Eerst naar de waterval kijken en daarna in het ‘diepe’, van rots naar rots. De vrouwen waren aan het wassen. Zichzelf, hun kleren en de afwas. De pannen werden in het water gezet. Kleding werd geklopt en op het zand gedroogd. Mannen waren aan het vissen. De kleine visjes kon je in het water zien zwemmen. Een ‘wind’ zorgde ervoor dat het water opsprong en een pan in het water viel. Een soort zandduiveltje in het water. Heel apart.
Terugzwemmen was wel wat moeilijker tegen de stroom in. Daarna gingen we in het dorpje kijken. Eerst aangehouden omdat we op 'presidentieel terrein' waren. Ze deden nogal moeilijk. Een auto kwam met een pas geschoten bosantiloop. Het hart klopte nog. We bleven anderhalf uur kijken naar het villen van het beest. De huid werd eerst afgestroopt, de kop afgesneden en het vlees in bouten verdeeld. Een heel karwei. Er kwam veel lucht uit de magen. Een maag was vol groen voer. "De pantalon ging moeilijk uit". Rond het slachten stonden een groep mannen, die jachtverhalen aan het vertellen waren. Ook verhalen over de auto's ging rond, de auto's in het bos. De slager was een krachtige man. Zijn hulp had gescheurde kleren aan. Een beetje laat terug voor het eten, maar er was nog macaroni met appelmoes.
Nu zit ik al bijna 1½ uur te schrijven in het hotel/kafĂ© achter een Ricard. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten