zaterdag 17 januari 1981

14 januari. Vandaag ziek, goed verkouden, lopende neus. Nog wel bij het postkantoor een brief gehaald. M’n was gedaan. In Tamanrasset moeten we onze visa verlengen (30 DA). Op de jaarlijkse markt geweest. 's Avonds bij Johan's "huis" even gezeten. Ik vond die lui asociaal diskriminerend en ging snel weg. Jan en Herman hadden een stuk in hun kraag.

15 januari. Vandaag ook nog een beetje lusteloos. Met Karin naar het ziekenhuis. Injektie met penicilline. De steenpuist werd opengesneden door de dokter. Een verband erin gepropt. De dokter was vrij agressief te keer gegaan en ik moest Karin’s hand vasthouden. Voor m'n keel en neusverkouden ben ik ook geweest. Diagnose: pharyngitis. Ik kreeg daarvoor: Totapen, Aspirine, Bivudan en Polaramine. Alleen de verstuiver moest ik betalen. Er wordt grof met medicijnen omgesprongen, vooral antibiotica. De hygiëne in het ziekenhuis was ook niet zo goed. Overal lagen watjes op de vloer.
Met Karin en Herman ging ik 's avonds water halen uit een grote put. Eerst met een emmer, daarna bij een pomp. Herman lieten we achter en we konden ons daar ook ergens lekker wassen.
Er kwamen 's middags ook nog drie mannen kijken uit het ziekenhuis. Een assistent met een gynaecoloog en een kinderarts.
's Avonds waren hier twee Algerijnen. Eén rijdt de truuk naar Agadez en wil ook meedoen in Jan’s "reisorganisatie". Vanavond brachten ze ook thee.
Vanuit de truuk/trailer.
16 januari. 's Nachts had het 3 graden gevroren. Er zat ijs in de jerrycans en op het glas van de auto. Karin en ik werden opgehaald en gingen naar het ziekenhuis voor een penicilline-injektie voor Karin. Het is weer flink warm vandaag.

's Middags ging ik alleen op stap. Door een klein dorpje gelopen. In de zon gelegen; ik ben vandaag toch zo moe. Bij de Touaregs wou ik een foto maken, maar dat mocht niet. De vrouw vertelde me dat het ras hun dat verbood. Ze was in het zwart gekleed, maar daaronder is alles heel fleurig. Ze droeg ook een grote sleutelbos achter op de rug. Net was ze aan het houtkappen en couscous aan het maken. Touaregs verkiezen hun tent boven een huis. Ook nog twee andere vrouwen bemoeiden zich ermee. De één had een soort zweepje in de hand en was zwart gekleed, terwijl de andere heel fleurig gekleed was en een naakt kind op de hand droeg. Ik mocht wel een foto van de hut maken, rnaar dan wou ze geld zien. Bij de andere twee hutten ging een vrouw heel demonstratief liggen. De vrouw met wie ik praatte, had ik uitgelegd waar Nederland lag. Kende ze niet. Alleen Frankrijk en Marokko. 
Ik wil eigenlijk nog een foto nemen, maar dan ongemerkt. De vrouw zit nu steeds argwanend te kijken. De kinderen zijn heel levendig en speels. Geiten en kippen lopen rond de huizen. Er is geen verharde weg, de rommel ligt op straat waar de geiten dan in graaien. Weinig groen. Hier en daar een palmboom en struiken met droge bladeren die je zo kapot kunt scheuren. Sommige tenten zijn van goede stof, maar er zijn er ook die van ellende nog net niet uit elkaar vallen.

't Is nu 3 uur en de maan staat al heel licht aan de hemel. Ik heb nog wel een foto genomen, maar zonder telelens. Daarna kwam ik bij drie kinderen die graag op de foto wilden. Ik zette twee op de foto en toen wilden ook zij geld. Een jongetje pakte me bij de hand vast. Ik streek hem over het hoofd, het zat onder het stof. 't Was net touw. Ze werden agressief en wilden met stenen gooien. Tijd om weg te gaan. Terug bij onze kampeerplaats was het kind van de buren, Maaike, grote verhalen aan het vertellen. In de tent viel ik in slaap en werd om 8 uur wakker, net op tijd om te eten. Het zou vandaag de geboortedag van Mohammed moeten zijn. Wel muziek gehoord, maar niets gezien. Wel rook het naar wierook. In de gedichtenbundel van de Nederlandse poëzie, G. Kornrij, nog wat gelezen. Het leven zou een buitenlandse reis moeten zijn, waar je tevreden op terug zou moeten kijken.
Arne met Maaike op kameel
In de truuk werd het theeritueel weer opgevoerd, nu door Nederlanders. 
Ik zou 's ochtends met Karin gaan wandelen, maar dat kwam er niet van. We wilden naar la Souree lopen. Wel naar het ziekenhuis geweest. De dokter had de steenpuist weggehaald en er moest nu een nieuw verband op. Er zat een echte put in haar been. In het putje werd een verband geduwd en ze kreeg nog een injektie.
s Middags gingen we met de landrover naar la Source. Maaike, het buurmeisje ging mee. Twee Algerijnen, Harndou en Abdel wezen ons de weg. Het was een klein uurtje rijden over de piste. Bij la Souree was weinig te zien. Bij een kleine herberg, waar je kon overnachten en eten en drinken, was de mineraalwaterbron. Arne was inmiddels in de bergen verdwenen. Hij kwam later liftend midden in de nacht terug. 
Wij gingen in het veld theedrinken. Wat takjes van acacia-bomen. Het vuurtje was snel gemaakt. Het was prachtig zo thee te drinken in de bergen en de zon onder te zien gaan. Terug reden we in het donker. Bij de truuk konden we meteen aan tafel. Pieter maakte de "verloving" van Alouette en Bernard bekend. Maaike bleef ook eten en ze zou 's nachts blijven slapen, bij "Gokkie" in de tent. Ze had haar slaapzak al opgehaald. De groene thee had volgens haar vader opwekkend gewerkt. Ze was zeer druk, viel een keer en begon later weer te huilen. Uiteindelijk sliep ze toch maar bij haar ouders. Karin kon heel goed met Maaike overweg.
Theedrinken in het Hoggar gebergte
's Avonds was het dan toch "Kerstnacht", de geboortenacht van Mohammed. Ik hoorde muziek en zingen en ben nog even wezen kijken. Tien jongens zaten met de trommel voor het huis, rond een vuurtje te zingen. Ze bleven de hele nacht daar zitten. Ik had er ook een tijdje gezeten; ze wilden me ook aan het zingen hebben. Toen ze over wijn en whisky begonnen te zeuren, stapte ik op..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten