vrijdag 12 december 1980

De volgende dag bracht ik de medicijnen voor de keel naar de buurvrouw. We wachtten een tijdje op Willem en gaven het water uit de jerry-cans. Willem had ook brood meegenomen voor deze lieve mensen. Met z'n allen aten we twee eieren. Ik voetbalde nog wat met Ali, met een kapotte, kleine bal.

Bij de truuk liepen we nog wat rond en toen we wilden vertrekken, bleef de truuk in het zand steken. Van alles geprobeerd. Een vrachtwagen probeerde ons eruit te trekken, eerst van voren, daarna van achteren, waarbij z'n bumper flink beschadigd werd. Die vrachtwagen bleef zelf ook nog vastzitten. Wij duwen, graven en er stenen voor gooien. Daarna werd truuk en trailor losgekoppeld. De truuk nog een keer vast. Nu de truuk er recht voor, vrachtwagen erachter en na 2-3 uur waren we weer los. Wat werd er weer gekankerd: "Herman je bent een slechte chauffeur". "Hiermee komen we nooit de Sahara door".
Wild kamperen tussen de schapen
Jonge schaapherder
Om 1 uur reden we dan toch. Na een stop, tussen schapen, reden we door naar Kasserine. De tenten in het wild opgezet. Twee mannen van de Nationale Garde kwamen ons lastig vallen. 's Avonds kon ik in het donker m'n tent niet direkt vinden. Ook Karin M was op zoek. We moeten wel een paar keer dicht langs m'n tent gelopen zijn, alvorens er tegen aan te lopen. We praatten nog wat in m'n tent. Met kaarsjes in m'n tent vonden we uiteindelijk ook haar tent. 's Nachts vroor het.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten