woensdag 31 december 1980

31 december. Om half 11 m'n bed uitgekomen. Ik was vandaag eerst heel inaktief. Eenmaal in het dorp ging ik weer snel terug. Ik kocht wat brood en koffie en ging naar het postkantoor. Daar lag het telegram uit Nederland. Het was 2 dagen onderweg geweest.

Rond 12 uur kwam ik op een marktje. Heel rustig. De zon scheen en ik ging ergens tegen een muurtje zitten. Een paar jongens hadden belangstelling voor m'n horloge. Ze wilden er wel 200 DA voor geven, maar ik wou het natuurlijk niet kwijt. Een jongen liep achter me aan en wilde me wat dingen laten zien. Eerst wees hij me l'Hospital daarna kwamen we in een tapijtenwinkel. Door de kleine straatjes liepen we verder en hij vertelde dat hij net benoemd was bij de politie op het vliegveld. Hij liet me z’n papieren zien. Hij heette Zaidi Khada. Er wonen hier 20.000 mensen en vroeger werd dit bevolkt door Berbers. 
We gingen naar een heuvel waar een oud kasteel stond. Immens groot stonden de ruïnes daar op de grot. Bovenop waren allerlei kleine huisjes, moskee, bron, etc. Het moeten echte holbewoners geweest zijn. Op een bord stond wat het precies geweest was. Vieux Ksar (Het Oude Kasteel). Waarschijnlijk gebouwd in de IXe of Xe eeuw door de Zenet-Berbers die in het ouwe Taourirt leefden, nu El Golea. Bovenop werd het politieburo uit lang vervlogen tijden herdacht met een gedenknaald. Het was zonnig en we gingen wat eten in de zon. Die gozer begon weer over m'n horloge te zeuren. Ik werd dat gezeur zat en begon me kwaad te maken. Hij ging er toen vandoor. 
Op deze berg kon je de vliegtuigen mooi zien landen. Verder een schitterend uitzicht over de gehele oase. Voorbij de palmbomen, scherp afgegrensd begint het zand en de rotsen. Op de terugweg naar beneden werd ik van alle kanten lastig gevallen door kleine kinderen. Over m'n horloge: "bonjour, donne ma l'argent, stylo, quelque chose". Ik zei dat ik niks had. Toen ik later weer rustig alleen liep, vond ik het wel wreed. Ik hier, met een eigen tent in een vreemd land, met allerlei Westerse en luxe spullen, terwijl men hier toch betrekkelijk weinig heeft. Van scheve verhoudingen gesproken...
De straatjes, vooral in de achterbuurten worden omgeven door 2-3 meter hoge muren. Ik ben net een muis in een doolhof. Bij een hotel ging ik nog een colaatje drinken. Op de kamping in de zon verder in Aad den Doolaards "Het land achter Gods rug" gelezen. Bij het kafé op de hoek ging ik koffie drinken. De jongen vertelde me dat er hier niets aan Nieuwjaar gedaan werd. In Tamanrasset is er feest van 2-9 januari, een soort nieuwjaarsfeest. Bij m'n tweede kopie koffie, kwam er iemand binnen met een glaasje, die hij vol liet gooien met thee. Toen hij weer weg was vertelde de jongen dat die man m' n koffie betaald had. Dus, zei ik, moet ik er nog een betalen. "Laat maar zitten, die betaal ik". Lachend ging ik weg. Ze zijn gek, dacht ik. Ik liep (alvast ) in de richting van In Salah. Ik voelde me helemaal niet vreemd en probeerde me toch een beetje in te denken dat ik hier in El Golea, Algerije, alleen rondloop. Na een half uur draaide ik om. Ik werd op straat aangesproken om ergens wat te gaan drinken. Ze hadden een fles wijn. Ik herinnerde me de woorden van Jan: "van wijn komt rottigheid in Moslimlanden" en bedankte.
Om 9 uur was ik terug. Wat me vandaag opviel was dat de mensen hier al veel donkerder zijn dan in het noorden. Veel negroide trekken. In kafés , restaurants en winkels werken veel kinderen.
Terug op de kamping kwam ik de jongen van het kafé tegen. Hij werkte ook op de kamping en bewaakte deze. Hij sliep in een klein huisje. Hij vertelde dat er ook Nederlanders waren gekomen. Waarschijnlijk slapen ze al. Verder staan er veel landrovers en een busje. Er staat ook een landrover met een air-tent er bovenop. Veel Italianen. Naast me staan Zwitsers. De hond snurkt. Om half 10 gaan de lichten uit. De tuinen en palmbomen zijn wel verlicht. Het deed me denken aan het winkelweek-gedoe in S'veen. Ik wil nog een dag en nacht in de woestijn doorbrengen, waarschijnlijk op weg naar In Salah.
Het is nu 31 december 1980, 11 uur 's avonds. Ik zit in m'n tent met een kaarsje en m' n rommel. Nog 5 sigaretten over. Met Ida een weddenschap om het nieuwe jaar goed te beginnen. Een etentje staat op het spel in een goedkoop restaurant. Heb goede moed. Veel gepraat en gelach van Italianen en Fransen. Gitaarmuziek van een Duitser. De wind waait hard en de bladeren vallen op m'n tent. Ik bedenk me net dat het in Nederland nu Nieuwjaar is en het vuurwerk losbarst. "Gelukkig Nieuwjaar voor jullie in Nederland". Ik wacht hier nog een uurtje.
Nog wat nagedacht over het afgelopen jaar; over m' n familie en het kontakt met hen. Over geloven; over m' n studie en de teleurstelling over m’n kandidaats in juni; over relaties. Een hoogtepunt waren de twee marathons die ik dit jaar liep, misschien voor herhaling vatbaar. Over deze reis, naar Tamanrasset en dan met de groep naar Kameroen, om daar een indruk te krijgen van het ontwikkelingswerk.
11.59 uur; 30 , 20 , 10 , 5 , 4 , 3 , 2 , 1. Bonne Année

Geen opmerkingen:

Een reactie posten