maandag 1 december 1980

Maandag op een redelijke tijd vertrokken, rond 9 uur. Het wegrijden was weer een afgang. Een betonnen paaltje moest eruit gehaald worden en met heel wat gesjor kwamen we er dan toch uit. Ida kwam lelijk te vallen, op haar reet. Een flinke jaap was het gevolg. Zuster Karin moest E.H.B.O. doen.
De reis verliep verder uitstekend. Tot aan Palmi reden we door, waar we een bankstop hielden. De meesten waren bij de Pavesi's door hun geld geraakt. Na lang gezoek in Palmi kwamen we eindelijk bij een van de twee banken terecht. De verkeerde. Bij de andere duurde het ook uren. Herman was de laatste en kon niet meer dan 100 gulden wisselen. Na een paar uur was iedereen weer terug.
In Villa S. Giovanni moest de oversteek naar Messina gemaakt worden. We kregen eerst geen toestemming, maar Herman kreeg het uiteindelijk toch voor elkaar. Doorrijhoogte: 4,10 meter. Herman reed door en het dak bleef erop zitten. Wel een hoop lawaai! We schampten de ijzeren balken waar we maar net onderdoor konden...
De bootreis was kort, maar mooi.
Straat van Messina
Arne en Alouette
Herman, de chauffeur
Via Messina reden we door naar Taormina. In de kleine straatjes moest Herman al z'n stuurkunst gebruiken. Hij had al een maand z'n grootrijbewijs. Herman die al eerder een auto geraakt had ("Herman je hebt maar een autootje geraakt") zoende nu een Siciliaans balkon. De was kwam op het dak te liggen en er kwam gruis naar beneden. We kregen veel belangstelling. Een dikke Siciliaanse kwam met veel gebaar op het balkon staan. Mensen kwamen uit hun huizen. Inmiddels was er een file achter ons ontstaan. In z'n achteruit en daarna het bochtje iets groter, kwamen we er toch uit. Bij de tweede kamping gingen we weer proberen. Geen kamping, tenminste gesloten.
Met Karin M ben ik even gaan kijken naar een goede standplaats. Onderweg vertelden we elkaar enge verhalen. Karin over het houten beentje, dat uit het graf gestolen was. ("stap, tik, ..."."Waar is m'n houten been?"). Ik vertelde over de ‘zwarte mensen en de leeuw’. We kwamen bij een citroenboomgaard. We gingen het terrein op en daar stond een bouwvallig huisje. Het zag er schitterend uit. Er werd waarschijnlijk wijn gemaakt. Het begon al wat te schemeren. Via de trap kwamen we bij de zolderkamers. Een vleermuis ging in de aanval en kwam verschillende malen in duikvlucht op ons af. Ik werd een beetje bang en stond te trillen, door de plotselinge verbreking van de stilte. Er was ook een mooie schildering op de muur. Ook Karin werd heel bang en we gingen er vandoor. We hadden al uitgerekend dat er 5-7 tenten konden staan. Tijdens de maaltijd hoorden we van Jojo dat een Italiaanse boer, Rosario, 4 plaatsjes op z'n terrein tot onze beschikking had gegeven. Heel voorzichtig tussen de broccoli en andere koolplantjes zetten we onze tenten op. Een deel ging 's avonds nog naar het dorp. Toos, Toos, Corina en Jos bleven daar en sliepen in een hotel. Ik praatte nog wat met Jojo en ging al vroeg naar m'n tent. Alouette kwam later.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten