dinsdag 2 december 1980

's Ochtends vertrokken we om 9 uur naar de Etna. Het was prachtig weer. Eerst nog in het dorp een paar mensen uit het hotel opgepikt, waarna we met een overbeladen (14 mensen) jeep de noordroute van de Etna volgden. Op een gegeven moment was de weg gedeeltelijk weggeslagen en reden we midden in het lava-landschap. 

Samen met Thea stond ik achterop de jeep. Het werd steeds kouder: sneeuw, bevroren water op de weg. Een paar km van een restaurant durfde Willem niet verder. Lopend en sneeuwballen-gooiend gingen we omhoog. De landrover met Willem probeerde het toch en passeerde ons. Na een half uur lopen was het restaurant er. Warme chocolade en bruine bonensoep werd volop besteld. Na dit warme vocht in het skirestaurant togen we weer af. Naar beneden ging veel sneller, maar toch maar in z'n tweede versnelling.
Bij onze standplaats, wat bij licht een kerkhof bleek met veel zwerfkatten, bleek nu ineens wel een kamping open te zijn. Een groot deel bracht daar de komende nacht door.
Met Willem, Piet en Jan en de kookploeg ging ik in Taormina inkopen doen en gas halen. Ik kon een paar brieven kwijt en ging met Hans en Karin eten kopen. We kochten als toetje een kaktusvrucht die we eerst proefden. We kregen ook een sinaasappel te proeven en voelden ons knap achterlijk. We kochten sardientjes, een bak vol, plus nog wat kleinere visjes. Jan kon nog wel wat afdingen, maar veel kreeg hij er niet af. Ook een grote vis kon hij er niet bijkrijgen. De sardientjes·werden direkt in de braadslee op het vuur gestoofd. Arne had een kampvuur aangelegd. Flink heet. De eerste sardientjes verbrandden. Voor de paar mensen die er toen al waren, waaronder ondergetekende, was het overdadig smullen. Later kwam er ook spaghetti en rauwkost bij. Voortreffelijk eten.



's Avonds in de trailer werd Jos z'n verhaal weer voorgelezen. Dit keer minder suksesvol dan de eerste keer. Onder de heldere sterrenhemel was het vroeg slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten