woensdag 15 februari 1989

2. Met 400 eendagskuikens in een pickup truck

Dit keer is het mijn beurt om jullie wat te schrijven. Hoewel pas drie weken in Zambia hebben we toch al heel wat beleefd. Gerard is inmiddels al volop aan het werk in het ziekenhuis en heeft al heel wat avond- en nachtdiensten er op zitten. Ik ben nog steeds in afwachting van mijn employment permit. Deze kan binnen enkele weken afgegeven worden. Tot die tijd mag ik nog niet aan de slag, maar loop zo nu en dan wel mee in het ziekenhuis. Deze week gaat het verpleegkundig hoofd Sr. Clementine, een Zambiaanse non, proberen om een voorlopig employment permit voor me te krijgen, zodat ik alvast een beetje ingewerkt kan worden.
Zoals het er nu naar uitziet ga ik na een inwerkperiode van circa een jaar in de 'public health care' werken, met als taken coördinatie, ondersteuning en onderwijs en vooral observeren en signaleren van problemen. In de tussentijd zit ik natuurlijk niet stil en heb ik mooi de gelegenheid om wat meer van het Afrikaanse leven te zien. 
Regelmatig ga ik naar het marktje aan de overkant van de weg om groente en fruit te kopen. Als het er is. Zo'n markt moet je niet voorstellen als een Albert Cuyp met mooie kraampjes waar volop alles te krijgen is. Deze markt is een kleine overdekte betonnen vloer, waar zo'n 15 zakken op de grond kunnen liggen. Op die zakken liggen de waren te koop. Deze tijd van het jaar (regentijd) is een moeilijke tijd; er zijn dan weinig groenten. Op dit moment verkopen ze kolen, mango's, pompoenbladeren en de eerste bananen zijn van de boom gekomen. Ook worden hier kleine visjes (kapenta) verkocht. Ik heb ze nog niet gekocht, hoewel ze wel erg eiwitrijk zijn. Tijdens de kooklessen op de tropenkursus heb ik ze geproefd en om je de waarheid te zeggen: ik zou eerst een goed recept moeten hebben. De mensen hier roeren ze door de nshima, een dagelijks terugkerende maïspap, dat gegeten wordt met een soort groentesaus. Dit doet me weer denken aan de eerste avond in Lusaka. We bestelden toen ook nshima. "De Zambiaanse specialiteit", zei de ober nog. We kregen een bord vol met een dikke brei en een klein beetje groentesaus gemaakt van kool. Als goed opgevoede mensen aten we de nshima met mes en vork. Een Zambiaans meisje, die tegenover ons zat, moest erg lachen en kon het niet laten verschillende mensen in het restaurant te informeren over onze eetgewoonte. Zij had zelf ook nshima besteld. We zagen hoe ze behendig met een hand van de nshima een stevig balletje draaide, daar een kuiltje in maakte en dit vervolgens door de saus haalde. We begrepen haar lol, maar voelden nog niet de behoefte om dit zelf al te doen. Eerst nog maar eens oefenen.
Ik ben al ook al een paar keer naar Mpika geweest, dat ligt hier 30 km vandaan. In Chilonga wordt het een grote plaats genoemd, maar als je er met die verwachting heen gaat, valt het tegen. Het heeft meer weg van een wildwest-dorp. Een paar winkels, een bank, een postkantoor, een grotere markt, politie en een bar waar eens in de zoveel tijd bier is en men zich in twee dagen door de voorraad drinkt. De wegen in Mpika zijn allemaal 'dirt roads', dus zanderige weggetjes.
Op dit moment gaat het economisch slecht in Zambia. Dat is ook te merken aan de voorraden in de winkels. Heel veel schappen zijn leeg en er is een beperkte keuze in produkten. Mij werd aangeraden om iets wat je ziet en nodig hebt in grote hoeveelheden te kopen. Een volgende keer kan het op zijn en je weet niet wanneer het weer komt. Het kan wel maanden duren. In het begin ben je daar nog niet zo op ingesteld. Ik dacht "dat zal wel los lopen". Ik zag schappen vol waspoeder liggen en omdat onze bagage nog niet is aangekomen, waar 1 pak waspoeder in zit, was het wel zinvol om 1 pak mee te nemen. Ik had geen geld bij me, maar kon het wel van iemand lenen. Maar omdat ik twee dagen later weer naar Mpika zou gaan, dacht ik dan koop ik het dan wel. Na twee dagen kwam ik in die winkel en waren alle schappen leeg. Dus ik vroeg de verkoper waar de Coldpowder lag. Coldpowder is het merk waspoeder speciaal om te wassen met koud water. Hij was er helemaal doorheen, maar had nog 1 pakje voor zichzelf achtergehouden. Ik mocht die wel kopen. Ik geneerde me dood en protesteerde wel, maar hij wilde er niets van weten dat ik het niet nam. Achteraf was ik wel blij, want door de zware regens is het behoorlijk modderig, waardoor de kleren echt vies worden. Je ziet de huishoudelijke beslommeringen dringen ook door in deze brief.

Net een week in Chilonga, kreeg ik de gelegenheid om naar Lusaka om onze bagage in te klaren en voor het ziekenhuis 400 eendagskuikens op te halen. We vertrokken om 6 uur. Sr. Rosalie, Simon de chauffeur, 3 patiënten, 2 baby's en ik. Zes volwassenen en twee baby's in een Toyota pickup is wel even proppen. Even, is 630 km op redelijke wegen, maar harder dan 100  km/uur kun je niet rijden. Door de zware regens zijn de wegen behoorlijk verslechterd; hier en daar een stuk weg met flinke gaten, die je maar beter kunt omzeilen. Ook vrachtwagens en bussen doen dit, maar zijn niet voor dit soort slingerpraktijken gebouwd, met als gevolg dat je onderweg veel gekantelde vrachtwagens en bussen ziet. Ook de 'road blocks', militaire controleposten, kunnen het nodige oponthoud geven, maar een auto met 'Chilonga Mission Hospital' er op kan meestal doorrijden, na natuurlijk eerst te stoppen en vriendelijk te groeten.
Onderweg zie je ook veel van het leven: kinderen op weg naar school. Met de hak in de hand, want voor schooltijd moeten ze eerst op het land werken. Vrouwen met zware lasten op het hoofd. Ook apen in de berm die regelmatig overstaken. Ik had het gevoel echt in de tropen te zijn; zoiets zie je in Nederland niet.
Na 8 uur rijden in een warme auto kwamen we in Lusaka aan. We reden door de buitenwijken, met zogenaamde compounds, wijken met kleine lemen huisjes. Door de regen zijn velen dakloos geworden. Je kunt je voorstellen dat dat veel ziektes geeft. Ook in ons ziekenhuis liggen veel mensen met longontstekingen en malaria.
De patiënten werden bij het universiteitsziekenhuis afgezet om daar een meer specifieke behandeling te krijgen. Ingewikkelde gevallen worden doorgestuurd naar Lusaka. Als er geen ziekenhuisauto gaat moeten mensen met de bus. Die moet je circa twee weken van te voren bespreken. Je snapt dat verwijzen soms een probleem is. Toch wordt er vaak wat geregeld, zodat mensen mee kunnen liften.

's Avonds heb ik geslapen bij de "White Fathers". Deze plek is voor witte paters, maar ook voor mensen die in missieziekenhuizen werken kunnen tegen een geringe vergoeding, inklusief de maaltijden, hier terecht. Dit is wel erg plezierig, want het is moeilijk om in Lusaka betaalbare veilige overnachting te vinden. Een hotel kost zo'n fl. 150,= per nacht en is meer dan m'n maandsalaris. 's Avonds in de relaxruimte bij de paters werden de meest wilde verhalen verteld over criminelen, gevangenissen en doodstraffen. De een nog sterker dan de ander. De onveiligheid in Lusaka kwam ook ter sprake, ervaringen van messentrekkers, etc. Toen 's nachts het inbraakalarm afging en ik drie pistoolschoten hoorde, besefte ik dat die verhalen misschien wel niet zo overdreven waren als ik dacht. De volgende ochtend brak de discussie los over de schietpartij en het alarm. De een had wel vijf schoten gehoord, de ander nog meer, dus toch aandikkerij. Het hele voorval is met een sisser afgelopen. De inbrekers zijn door het alarm geschrokken. Een van de paters had voor de zekerheid met een alarmpistool in de lucht geschoten.
Ik heb m'n bagage ingeklaard, wat de hele ochtend in beslag nam. In de middag veel boodschappen gedaan om een voorraad in Chilonga aan te leggen. Verse groenten en limonadesiroop, want frisdrank is niet te krijgen. Lusaka zit al een week zonder brood. Ook suiker en melkpoeder is moeilijk te krijgen. Soms verlang ik naar een lekker glas melk. De volgende ochtend vertrokken we met z'n 404-en naar Chilonga. Sr. Rosalie, Sr. Kathleen, Simon, 400 eendagskuikens en ik. We zaten net zo krap als op de heenweg, omdat de kuikens ook op de achterbank moesten. De beestjes werden onderweg goed verzorgd en zijn alle 400 levend aangekomen. Ik had tot de volgende dag nog een blijvend getjilp in m'n oren.

Afgelopen weekend zijn we naar ons definitieve huis verhuisd. Het is hier gezellig en een luxe: grote woonkamer, open haard, 3 slaapkamers, badkamer met ligbad, warm-koud stromend water (van de waterval achter het ziekenhuis). Er is een bloementuin en een groentetuin, die ik vandaag voor een gedeelte heb omgespit en waar ik zaaibedden heb gemaakt. Waar zo'n tropenkursus al niet goed voor is! 
Deze week ben ik ook nog naar een meeting geweest voor health workers. Thema: verbeteren van de gezondheidszorg voor vrouwen en kinderen. Hoe en op welke manier? Het was voor mij heel zinnig. Je krijgt een beetje zicht op de problematiek (speciaal in ons distrikt). Tevens zie je ook hoe gecompliceerd het allemaal is en dat er geen pasklare oplossing is. De meetings zullen regelmatig terugkeren.

Nou zoals je ziet heb :ik niet zoveel problemen met m’n tijdelijke werkloosheid. Alhoewel ik graag aan de slag wil. Verder kijken we natuurlijk elke dag uit naar de post. Tot nu toe hebben we 4 brieven uit Nederland gekregen, die we al 3 keer hebben doorgelezen. Via de Wereldomroep blijven we ook een beetje op de hoogte, dit is slechts 10 minuten per dag. We weten in ieder geval hoeveel graden het bij jullie is en dat het stormt en er natte sneeuw valt.

Zo. Jullie zijn weer op de hoogte en ik heb wat van me afgeschreven. Als je zo'n rondzendbrief schrijft heb je het gevoel toch weer even bij jullie te zijn.