zondag 11 augustus 2002

Ghana revisited (18 juli - 11 augustus 2002)

Van 1993 tot en met 1996 verbleven we drie jaar in Ghana en stuurden tien Ghana nieuwsbrieven. Nu we het land opnieuw bezochten kregen we weer zin om onze indrukken vast te leggen en jullie wat over onze ervaringen te vertellen. Er is veel veranderd en niet in de laatste plaats zijn wij veel veranderd. In Cape Coast Castle hebben we hetzelfde kiekje herhaald van 1993:

18/7/02: Vertrek en aankomst (Florence)
Dat ik het zo spannend zou vinden voor vertrek had ik niet verwacht. We moesten even wat organiseren om 10 tassen bij de trein te krijgen en ook het overstappen ging in etappes. Douwe en Koen hadden er ook zin in. Douwe was erg gespannen voor het vliegen. Op Schiphol was Piety er om ons uit te zwaaien. Eenmaal in het vliegtuig was de spanning voorbij. Ik heb vooral genoten van Douwe en Koen die zich zo heerlijk vermaakten met audio/ video en vooral Koen met rondlopen en af en toe een drankje scoren.
Na zes uur vliegen waren we in Ghana. Onmiddellijk na het verlaten van het vliegtuig kreeg ik een goed gevoel: de geur, de warmte. Afrika! Na wat douaneformaliteiten – Gerard had twee lichtbakken van de GGD meegeno-men en had hier zelf formulieren voor gemaakt waar een mooi stempeltje op gezet werd – stonden we buiten Kotoka Airport. Het vliegveld is volledig veranderd. Als je nu buiten komt is er veel meer afstand tussen reizigers en ophalers. Ook waren er veel meer security mensen waardoor een en ander minder hectisch is. We werden opgehaald door de chiefdriver Mr. Bentil. Het was allemaal zo vertrouwd, het donkere Accra, de mensen. We gingen naar het Benitohouse, het guesthouse van de Spaanse sisters. Ook hier herkenning. James, de housekeeper, werkt er niet meer, maar kwam gelijk langs. Douwe en Koen waren moe en hadden het warm. De ventilator hadden ze op 5 gezet maar dit hielp niet veel. Al snel vielen ze in slaap. Onze eerste hernieuwde kennismaking met kakkerlakken en krekels gaf weer het vertrouwde gevoel. In de nacht werd ik wakker van kletterend water. Ik dacht dat iemand onder de douche stond, maar het was een forse regenbui.

Accra-Foso (Gerard)
Vrijdags gingen we naar Assin Foso, nadat we eerst wat inkopen gedaan hadden in Accra. Het wegennet is sterk verbeterd met twee- en hier en daar driebaanswegen. Het Thomas Sankara circle, waar de Nederlandse Ambassade ook ligt, was onherkenbaar geworden door de twee fly-overs (een soort Prins Clausplein). Het mag eigenlijk niet de naam van een rotonde hebben. Later ondervond ik dat de verkeerschaos er niet minder op geworden is, doordat ook de hoeveelheid auto’s enorm is toegenomen. Het kostte me anderhalf uur om van de ene kant naar de andere kant van de stad te gaan! Ik wisselde wat euro’s bij een Forex-kantoor. We waren allemaal op slag miljonair.

Het  ziekenhuis (Gerard)
We werden heel hartelijk ontvangen in het ziekenhuis. Het was opvallend hoe weinig staf turnover er was geweest. Vrijwel alle verpleegkundigen werkten er nog. Veel gehoord commentaar op ons weerzien was: ‘You have grown fat’ (een compliment) en dientengevolge: ‘Now, you are a man’!
Het ziekenhuis had een aantal forse veranderingen ondergaan. Het administrationblok was nu voltooid (accountant, hospital secretary, boardroom). Een grote polikliniek (OPD) was voor het ziekenhuis verrezen met EU-gelden. Ik heb in 1996 de plannen nog op papier gezien, en het is een kwadrant gebouw geworden met een binnenplaats: een zijde met 5 consultationrooms, een zijde met een aantal emergency lying-in rooms, een zijde met het laboratorium en cashiers office en een zijde met de PHC department. Het deed me deugd dat die laatste vleugel toegevoegd is. Aanvankelijk wilde het ziekenhuis alleen maar de eerste drie vleugels bouwen. Met de PHC afdeling is de zorg voor zwangeren (ANC) en kinderen (CWC) sterk verbeterd.
Er is de laatste zes jaar nog veel meer bijgebouwd, maar er waren ook andere zichtbare veranderingen. Elke afdeling had nu een Ghanese verpleegkundige als in-charge. Op elke afdeling was nu bijna een televisie. Elk cashier’s office is uitgerust met een computer (in totaal zo’n 6-7 computers in het ziekenhuis en administratie). Het ziekenhuis heeft nu zonne-energie. Als het licht (Akosombo) uitvalt dan schakelt het auto-matisch over op solar. Ook bracht ik een bezoekje aan het mortuarium. Dit is big business in Ghana, want men hecht veel waarde aan het begraven (burial and funeral). Hoewel er maar drie koelcellen waren lagen er ruim 30 lichamen in het mortuarium. Men kan een lichaam hier wel 6 maanden houden, nadat het gebalsemd is. Een gevolg van deze business is dat er tegenover en naast het ziekenhuis een coffin market aan het ontwikkelen is. Er waren vier kraampjes waar kisten verkocht werden. Hoewel het bij mij altijd een gevoel geeft van aasgieren – vogels die trouwens ook veel rond het ziekenhuis te vinden zijn – is het een zichtbare werkelijkheid van het ziekenhuis wel-en-wee.

Huizen (Koen)
In Ghana bouwen arme mensen een huis van modder. Dat is het goed-koopst. De modderhuizen worden gemaakt van modderblokken. Die stapelen ze op elkaar. Dat is een slap bouwsel. Als dat net gedroogd is en er een regenbui aankomt dan moet je uit de buurt zijn, anders lig je eronder. De modderhuizen hebben droog gras als dak.
Mensen met meer geld bouwen huizen van cement. Die worden gemaakt van cementblokken. Die huizen zijn veel steviger. De daken van de cementhuizen zijn van golfplaten of van dakpannen.

Weerzien van oude bekenden (Florence)
Ons bezoek stond ook in het teken van  het terugzien van oude bekenden. Het was ontroerend de eerste avond door het ziekenhuis, de warme begroe-tingen. Met name het terugzien van de verpleegkundigen op de verlos-kundeafdeling, Patricia, Sarah en Mary Essel deed me goed. Vol trots lieten ze de pas verbouwde afdeling zien met zelfs een tv. Ook het ooit met moeite verworven koelkastje stond er nog. Met plezier hebben we nog gepraat over de dingen die toen soms moeizaam waren. Wat onmogelijk leek is nu gerealiseerd. Ghanese verpleegkundigen zijn hoofd van de afdelingen geworden. Wat hebben we vaak met de sisters gepraat en dit voorstel gedaan. Als je de verantwoordelijkheid deelt voelen de verpleegkundige zich ook meer verantwoordelijk voor het werk wat moet gebeuren. Door de kleine aanwas van religieuze sisters was men ook gedwongen deze stap te nemen waardoor ze ondervonden hebben dat het nog werkt ook.
Een andere oude bekende is Dr. Ring. Ring werkte in Foso tot 1994 en was 1½ jaar onze buurman. Hij is met zijn gezin naar Canada geëmigreerd en heeft daar de Canadese nationaliteit gekregen. Ring is een Soedanees en is lang geleden met zijn gezin naar Liberia gevlucht vanwege de oorlog in Soedan. Toen ook in Liberia de burgeroorlog uitbrak zijn ze naar Ghana gevlucht. Om toch een meer zekere toekomst te krijgen hebben ze asiel in Canada aangevraagd en zijn naar Regina verhuisd. Ring is gynaecoloog en had zijn opleiding in Ierland gedaan. In Canada moest hij weer examens doen en zich helemaal inwerken in de nieuwste technologieën. Dit viel hem niet mee, zijn vrouw Moona is verpleegkundige geworden en ook de kinderen doen het geweldig goed op College en universiteit. Ring is twee jaar geleden weer terug gekomen naar Foso en gaat eenmaal per jaar naar ‘huis’. Hij was net weer twee weken terug en nodigde ons uit voor een dag gezellig bijpraten, wat eten en drinken, muziek luisteren. Het was Koen’s verjaardag, zijn vierde in Ghana. Ring had een cake gebakken en er echt iets speciaals voor Koen van gemaakt. Koen was het stralende middelpunt die dag. Koen en Douwe trokken met Deng op. Deng woont bij Ring in huis en komt ook uit Soedan. Ze hebben hem leren yahtzeeën en hebben dat menig avondje gespeeld
Ook Mr. Appiah is een oude bekende. Hij werkt in de apotheek van het district maar nu ook in het ziekenhuis. Hij was Gerard’s maatje als ze het district in gingen. Zijn vrouw bakte altijd brood voor ons. Ze bakt nog steeds dus gedurende ons verblijf konden we weer rekenen op haar heerlijke broden. Mr. Appiah heeft ons meegenomen naar zijn huis die nu bijna af is. Huizen bouwen is vanwege geld een meerjarenplan, hij was al begonnen in ‘94 en we zijn nu acht jaar verder.
Op dinsdag, nadat we een wandeling door het dorp hadden gemaakt, kwamen we Prince tegen. Prince, voor degene die het niet (meer) weet, was de man die ons huishouden deed. Hij kookte een paar maal per week voor ons en maakte het huis schoon. Hij zat ons op te wachten voor het ziekenhuis. Ik herkende hem meteen. Klein, donker en een mooie wit/blauw gestreepte blouse aan die hij, zoals hij later vertelde, nog van ons had gekregen zo’n acht jaar geleden. “Hij bewaarde alles zorgvuldig” zei hij. We gingen wat met hem drinken in het ziekenhuisrestaurant. Prince had foto’s bij zich van hem met Douwe en Koen en van zijn familie. Ook had hij een foto van Stella die drie jaar voor Douwe en Koen heeft gezorgd. Stella is helaas begin dit jaar overleden, een maand nadat ze was bevallen. Haar kindje had maar vier dagen geleefd. Ik had bij het plannen van onze reis er naar uitgekeken Stella te ontmoeten. Ze had ons geschreven dat ze zwanger was en dat als het een jongetje was het Koen zou gaan heten. Het liep allemaal anders. Toen we daar zo met Prince zaten, miste ik Stella. Tijdens ons verblijf kwamen er vaker herinneringen aan haar naar boven. Met Prince maakten we een afspraak om aankomende donderdag samen met hem en Mr Appiah naar de ouders van Stella te gaan om ons medeleven te betuigen en afscheid te nemen. Prince zou de ouders op de hoogte brengen van ons bezoek.
De ouders van Stella wonen achter in Foso, een stuk van de doorgaande weg af. We kronkelden tussen huisjes door en kwamen regelmatig bekende medewerkers van het ziekenhuis tegen. De vader van Stella was bezig met het wegslaan van het hoge gras op het pad, zodat wij er makkelijk langs zouden kunnen. We werden ontvangen op de veranda en volgens Ghanees gebruik werd naar ons doel van het bezoek gevraagd. Na wat heen en weer gepraat werden we welkom geheten en gingen er foto’s en fotoboeken van Stella rond. De moeder was erg verdrietig en huilde. Ook de vader was geëmotioneerd. De foto’s brachten ons weer terug naar de tijd dat we in Ghana woonden, een tijd waarin Stella een belangrijke rol in ons leven innam. Het was een ontroerend maar ook een bevredigend bezoek. Ook Douwe en Koen waren aangedaan en waren onder de indruk van deze bijeenkomst. (Later, tijdens ons weekend in Londen hebben ze een kaarsje voor Stella aangestoken in de Westminster Cathedral). Na het bezoek gingen we naar het huis van Prince waar we een cola te drinken kregen. Het leek wel of alle kinderen van Foso achter ons aan waren gekomen. Ze stonden in drommen om de veranda heen naar ons te kijken. Prince die duidelijk niet goed raad wist met de menigte liet zijn neef de kinderen wegjagen. Douwe vroeg later nog wat het ‘toverwoord’ was dat de jongen gebruikte, ze stoven werkelijk uiteen en waren verdwenen. Na een fotosessie, gingen we weer huiswaarts we hadden een goed gevoel aan deze dag overgehouden.

Slavernij (Koen)
Rond zeventienhonderd waren er Nederlanders die mensen uit Afrika kochten en naar andere landen brachten. Ghana was het slachtoffer gewor-den. Er werden mensen uit huizen getrokken en die werden op de markt verkocht. Die mensen werden slaven genoemd. Ze werden vastgehouden in een fort. Twee bekende forten zijn Cape Coast en Elmina. In Cape Coast moesten de slaven door donkere gangen. Er was geen licht, alleen een kijk-gat voor ventilatie en om dag en nacht uit elkaar te houden. In die donkere gangen waren er minimaal 1500 slaven. Je kreeg daar een keer per dag eten en drinken. De mensen poepten en plasten daar. Er was een gootje en als het geregend had of als het vloed werd dan kwam er water door dat gootje en dan werd het poep en de plas meegesleurd. Er was ook een spionnengat. Door dat gat kon je afluisteren wat ze tegen elkaar zeiden. Als je iets slechts over Nederland zei dan werd je in de cel gegooid en dan wist je dat je er niet meer uitging. De slaven gingen door de poort van ‘no return’, dat betekent dat je nooit meer terug komt.
Er waren op het fort kanonnen om piraten te bombarderen. Cape Coast fort was eerst een opslagplaats voor hout. Dit was bezet door de Zweden. Daarna was het een militaire oefenterrein van de Engelsen. Nu is het een museum.
Elmina Castle werd door de Portugezen gemaakt. De Nederlanders waren slim en veroverden het fort vanaf het land, dus van achteren. Het kerkje van de Portugezen was buiten het fort, en de Nederlanders maakten een kerk binnen het fort. De Nederlanders maakten een uitkijkpost achter het fort. De Nederlanders hebben heel veel slaven naar Amerika gebracht. Ze werden met schepen vervoerd. De handen, voeten en het hoofd van de slaven werden met kettingen aan elkaar vastgemaakt.

Uitstapjes (Douwe)
Kusten: de laatste dagen van onze vakantie brachten we door aan de kust. Witte stranden en grote palmbomen. Veel lezen en zonnen. De zee was erg sterk en ik las uit verveling mijn eerste roman (De Passievrucht) wat achter af heel erg bleek mee te vallen. (Mijn vader komt tijdens dat ik dit schrijf even kijken en zegt dat voor ik het weet mijn eigen roman heb geschreven).
We hadden een bal gekregen en die hadden we in het zand begraven maar niet terug gevonden. We waren eerst naar Brenu’s Beach Resort geweest met een restaurant op het strand. Volgens mijn vader kwamen we daar vroeger redelijk vaak (denk er aan: ik kan daar namelijk niets van herinneren). Daar hadden ze sinds een jaar of 3 acht kamers. Daar hebben we een paar nachten geslapen.
Het tweede zee-hotel genaamd Till’s No. 1 Hotel kon ik me wel herinneren, vooral een groot schaakspel wat er stond en de hotelkamers.
Kakum: Kakum [ka-koem] is een nationaal park van Ghana met een “canopee walk” (een boom tot  boomloop over touwbruggen 40 meter hoog door ik bedoel over het tropisch regenwoud). Het was wel melig want er waren Nederlandse rasta mensen en die deden de hele tijd melig over het nieuwe middel lariam®  (een middel tegen malaria). Toen iemand een beetje vaag deed zeiden ze dat is de lariam® man. Of  als iemand een scheet liet zeiden ze je lariam® begint te werken (één van de bijwerkingen van lariam®  is diarree).
Bosomtwi: Bosomtwi is een meer met heel veel dorpjes eromheen. Ze hebben er bootjes (meer houten planken) en met triplex plankjes kun je peddelen. Er is iemand die zich dorpsgids noemt en geld uit toeristen probeert te trekken.
Dat was mijn stuk. Ik hoop dat jullie het een beetje leuk vonden en bye-bye!!!

Feyenoord (Gerard)
In een uitzending van Zembla hebben we eens gezien dat Feyenoord een trainings-/ opleidingskamp in Gomoa Fetteh begonnen was. Dit is waar ook het hotel met de schaakstenen stond, dus een mooie gelegenheid om ‘Stadion’, zoals we onderweg te horen kregen, te bezoeken. Het kostte veel moeite om toegang te krijgen tot het complex. De talentjes waren sinds twee dagen ‘on vacation’ en Mr Broekink was er ook niet om zijn fiat te geven (de tv-uizending had het over de nieuwe slaven!). Een van de jeugdteams was nu in Nederland, een ander in Zuid-Afrika. Hoewel wij dit initiatief zeer kritisch bekijken, is dit een droom van een Afrikaans jongetje: profvoetballer, en daarnaast gedegen onderwijs. We moeten de komende jaren Jordan volgen. Hij zou al bij de jeugdselectie van Feyenoord Rotterdam voetballen.
Uiteindelijk kregen we een rondleiding en zagen mooie gebouwen waar 68 voetbalscholieren van 12 tot en met 17 onderwijs kregen (middelbare school). De satellietschotel op het dak verzorgt de uitzending van voetbal-matches en zo heeft men dus ook de finale van Feyenoord in mei kunnen zien. De voetbalvelden lagen er mooi bij, met een echte sprinkler-installatie en een kunstgrasveld-in-aanleg. Onze gids van de dag, Roger, gaf Koen het adres van Patrick Baah (even oud als Koen en een toekomstige ster) en zei dat hij maar met hem moest schrijven en dat Patrick ons zou komen opzoeken als hij voor een jeugdtoernooi in Nederland komt. Security was zo strikt dat we Roger niet in verlegenheid wilden brengen om hem te vragen of we foto’s mochten maken. Op de terugweg namen we daarom Koen op de foto bij de afslag naar het ‘Stadion’.

10/8/02: Terugreis (Gerard)
De laatste dag kochten we nog snel wat souvenirs op het National Art Centre, dit is de toeristenmarkt in Accra. Het is nog altijd even hectisch. Kijken betekent kopen. ‘We give you a good price’ en voordat je het weet loopt iemand met beeldjes of stoffen achter je aan. We kwamen een paar leuke beeldjes tegen van voetballers in Feyenoord en Ajax outfit. De Feyenoord-transactie verliep vlot, maar de Ajax-koop konden we amper nog betalen. Deze speler was ook veel duurder: ‘much better quality’. Het ging over het hout en de verf.
Op het vliegveld konden we nog even aanschouwen hoe de president binnengehaald werd. We zaten te wachten in de vertrekhal en zagen hoe de rode loper uitgerold werd. President Kouffour was een aantal weken in Maleisië en India geweest en kwam nu aan met een British Airways lijnvlucht. Omringd door ‘his entourage’ en de pers liep hij op korte afstand van ons naar de persruimte. Scherpschutters op de daken maakten het wel een beetje angstaanjagend. De karabijn werd zo nu en dan ook op ons gericht, waar wij in de open ramen het tafereel aanschouwden. De KLM bracht ons na een nachtje vliegen en weinig slapen weer terug op Schiphol.