woensdag 1 mei 2024

Observatórium Stará Lesná, Slowakije

’s Nachts tuurt Richard de hemel af, op zoek naar planeten, sterren, meteorieten, en vooral eclipsen in het heelal. ‘Heelal’, een apart woord eigenlijk... Universum is beter. De oneindigheid van ‘de wereld om ons heen’. Richard is sterrendeskundige en werkt bij het Astronomisch Instituut van de Slowaakse Academie van Wetenschappen. Het lijkt een kluizenaarsbestaan. Om toerbeurt bemant hij de sterrenwacht in het Tatra-gebergte. Als het donker is, gaan de schuiven van de doom open en wordt de telescoop gericht op de gebieden die hij wil bestuderen. 

De telescoop. Het dak is een klein beetje open.

Eén van mijn collega’s vraagt of er leven is in het heelal. Hij zucht even en zegt dat dit de meest gestelde vraag is. Het is niet de interesse van de astronoom, maar hij antwoordt dat het een kwestie van tijd is om daar een bevestigend antwoord op te krijgen. Ik voel met hem mee dat het arrogant zou zijn om te veronderstellen dat er alleen leven op aarde is, en niet ergens anders in het universum. Maar zijn antwoord gaat echter meer over de bewijzen die een keer gevonden zullen worden over de aanwezigheid van water, koolstofverbindingen, et cetera.

1 mei is ook de laatste dag dat er nog geskied kan worden

Ik ben in Slowakije voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). 1 mei, de dag van de arbeid, is hier een vrije dag. Onze gastheer kent Richard en heeft dit bijzondere bezoek geregeld, want de sterrenwacht is normaal niet open voor toeristen. Wel voor Slowaken. Onze tolk is er eerder geweest met school. Het moeten onvergetelijke lessen zijn, zeker als een man als Richard complexe buitenaardse materie zo duidelijk uitlegt.

Gastenboek, waar ik namens het team ook wat in mocht schrijven.
We zoeken Yuri Gagarin in het gastenboek. Hij heeft het Observatorium ook bezocht. Gagarin was de eerste mens in de ruimte (1961).
We zijn hier al te ver, want Gagarin verongelukte in 1968 in een vliegtuigcrash. 

Op 1 mei is er ook een parade in Vysoké Tatry, het dorp aan de voet van het gebergte. Vroeger van militaire voertuigen, maar  vandaag van oude auto’s. De parade is al voorbij, als wij er in de middag zijn. De oldtimers staan geparkeerd bij een festivalterrein. Op een groot podium is een tombola aan de gang. Een nummer wordt omgeroepen en de winnaar meldt zich. Soms met een korte kreet van blijdschap, en met gelach en geklap van de andere aanwezigen. Een cadeautje wordt uitgereikt en de persoon gaat op de foto. Het zal morgen de talk of the town zijn. 

Op het terrein staan allerlei foodtrucks. Allemaal uitermate gezellig en relaxed. We mogen ons deze week al helemaal gelukkig prijzen met de hele dag zon en temperaturen boven de twintig graden.

En als je nog eens een prachtig verblijf zoekt, dan is Vila Zvonica absoluut aan te bevelen. De 126 reviewers op booking.com hebben  deze accommodatie een gemiddelde score gegeven van 9,8. Ik vertel graag een keer wat er zo ‘exceptional’ is.

De 'villa' heeft een wijn celar en een 'bar' met whiskeys, gins en andere sterke drank

Het ziekenhuis ligt in een natuurgebiek met beren. We waren vooraf  geïnformeerd dat er dit jaar nog een vrouw gedood was. Wij hebben beren helaas niet gezien; donderdag liepen ze wel in de buurt van het ziekenhuis: https://facebook.com/share/v/jMj9WLhFdL1beuXK/?mibextid=w8EBqM.

Veranda van het tbc-sanatorium. Vroeger lagen hier de patiënten te kuren. 

vrijdag 19 april 2024

Otrobanda, Curaçao

De Handelskade in de wijk Punda, bekend van foto's en reclames.
Een houten pontonbrug over de Sint Annabaai verbindt de wijken Punda en Otrobanda. 

Ik laat Daphne Bunskoek deze keer eerst aan het woord (https://www.nationalgeographic.nl/curacao/2017/07/daphne-bunskoek-op-zoek-naar-het-ware-curacao)(...) Die nette en gepolijste voorkant kom ik ook tegen als ik die avond rondloop door de straten van de wijk Otrobanda, letterlijk ‘de andere kant’  van het centrum van Willemstad. Alle huizen lijken pas geverfd en zelfs de meest onooglijke bouwval is van een lik pastelverf voorzien. Dat blijkt het werk van onder anderen Kurt Schoop, een van de betrokken bewoners uit de wijk die de wandeling deze avond hebben georganiseerd om te laten zien hoe de wijk is opgeknapt.

Oudroze geschilderd bouwval
En met het geverfde interieur wordt het 'Art'. 
De kleuren van de huizen die zo kenmerkend zijn voor het eiland kennen trouwens een geestige geschiedenis. Albert Kikkert, in 1816 benoemd tot Gouverneur-Generaal van Curaçao, vaardigde een decreet uit dat de witgekalkte huizen op het eiland zo snel mogelijk in pasteltinten geverfd moesten worden. Het wit van de gekalkte huizen zou tot blindheid leiden en voor algehele gezondheidsproblemen zorgen. Toen deze grote operatie was voltooid, werd pas duidelijk dat Kikkert de eigenaar van de enige verffabriek op het eiland was. De doctrine van Kikkert geeft nog steeds elk bouwval kleur.

Voor zijn werk kwam Schoop zo’n tien jaar geleden in Otrobanda terecht, en hij was op slag verliefd op de mensen en hun levensinstelling. ‘De relaxte sfeer die hier heerst aan de ene kant en de daadkracht van de bewoners aan de andere, trok me enorm aan. Ik voelde me gelijk thuis.’ Destijds waren de meeste huizen in Otrobanda verkrot en criminaliteit vierde er hoogtij. Samen met buurtgenoten verfde Kurt de leegstaande panden, werden afvaldumpplekken midden in de wijk omgetoverd tot kinderspeelplaatsen en is de veiligheid door middel van betere verlichting en buurtbewaking enorm verbeterd. En nu is hij eigenaar van drie aaneengeschakelde panden in de Ferdinandstraat die hij grondig verbouwde en verhuurt aan toeristen en stagiaires. Het liefst had hij het hele complex in zijn favoriete kleur geschilderd, aquablauw, maar zoals de geschiedenis dicteert kleurde hij het middelste huis in een andere kleur: oudroze.

En nu mag ik... 😊 Na Suriname ben ik deze week in Curaçao aangekomen en slaap in het kleurrijke Bario hotel in de wijk Otrobanda. Aan de bar vraag ik naar een paar bezienswaardigheden. Ik kan wel een middag wel vrij plannen. De rest van de tijd ben ik druk bezig met het advies voor een nationaal tbc-plan. “Je kunt donderdag mee met een wandeling door de wijk”, zegt de man. Het is Kurt. Hij is mede-eigenaar van het hotel dat bestaat uit kleurrijke huizen, die met elkaar verbonden zijn door patio’s. Daphne beschrijft hierboven heel goed wat Kurt tijdens de wandeling ook vertelt. Autobestuurders toeteren naar hem en onderweg maakt hij praatjes met de oudere Curaçaoërs die voor hun huis zitten en vertelt me over de mensen. De wijk staat bekend als een ‘blue zone’: veel mensen worden honderd jaar of ouder, vooral vrouwen. 

Bij een bouwvallig huis laat hij de samenstelling van de muur zien, die bestaat uit brokken rots en zand van het strand. Het verpulvert onder zijn vingers. Nog steeds doordringt met zout. Een goede voedingsbodem voor planten en bomen. 

De straten zijn schoon, heel anders dan in Suriname. Zijn (levens)motto is: 'Leave it behind better'. De wandeling is ook om me te laten verwonderen van de schilderingen. Geniet mee!

Voormalig bordeel met Dominicaanse en Haitiaanse sex werkers in de Ferdinandstraat.
Nos Kaya = Onze straat


Passage Breedestraat onder de Arubastraat
(Open) café/restaurant tegenover Kura Hulanda (een museum over de slavernij), met mooie muurschildering

Met Kurt

In het hotel laten de 'oudjes' zien hoe je de salsa moet dansen.
Het hotel heeft ook een buurthuisfunctie. Deze week was er een lunch voor de oudere bewoners.

Je wordt vanzelf jong in deze wijk!


zaterdag 13 april 2024

Hardlopen in Paramaribo; recycling in Suriname

Het is al licht als ik wakker word. Vandaag geen werk, het is zaterdag. Ik sta op en kijk uit het raam. Het regent niet. De straat is wel nat, maar zo op het oog zijn er geen grote plassen. Ik waag het erop, neem een paar slokken water en trek m’n hardloopschoenen aan. Mijn appartement is aan de Prins Hendrikstraat. Deze straat uitrennend kom ik via de Verlengde Mahonylaan op de Tourtonnelaan. De groentemannen/vrouwen zijn al bezig om hun kraam voor een nieuwe dag klaar te maken. Ik sla links af de Schietbaanstraat in en ren tussen twee grote begraafplaatsen door, links de RK en rechts de Chinese. Nog één straat, de Kamponglaan, en ik ben bij het bos waar ik m’n rekoefeningen doe. Dit is m’n favoriete stukje: een zandpad, de Spathodelaan, door een dichtbegroeid bos met hoge bomen. Vorig jaar zag ik hier twee luiaards hoog in de bomen. Er zijn ongetwijfeld ook apen. Onderweg kom ik andere sporters tegen, vooral stevige wandelaar. Terug dezelfde weg. Een vrouw plukt laag bij de stam van een boom groene vruchten en doet ze in een teiltje. “Het zijn birambi”, zegt ze, “erg zuur” en biedt me er één aan. Ik sla het af, want heb geen zak om ze in te doen. Op het internet lees ik dat je er chutney van kan maken. Bij de Kamponglaan veegt een vrouw het terrein van haar warong schoon. Daarnaast ligt het voetbalveld van SV Puna Nani, met een mooie tribune. Het veld is erg drassig na drie dagen stevige regens, maar er wordt vandaag en morgen gewoon gevoetbald. Op de Schietbaanstraat houdt een man een kooitje vast met een vogel. Het is een rowtie. ’s Ochtends laten mannen deze zangvogels uit of gaan naar een wedstrijd. Maar ik hoor alleen de grietjebies ‘grietjebie’ roepen. Het geeft me altijd weer een fijn Surinamegevoel. Het laatste stukje ren ik weer. Na een uur ben ik thuis. Het is 27 graden buiten, binnen zet ik de airco aan. De cooling down kan beginnen.

De pont naar de overkant van de Surinamerivier is er al lang niet meer. Nu één van de 'no go'-plekken.

De drie weken zitten erop. Enerverend als altijd. Druk ook. Deze keer ondersteunde ik onder andere een tbc-screening bij drugsgebruikers. ‘No go’-plekken, maar met een goede voorbereiding en de juist contacten is het okay om daar een uurtje te zijn. Wel schokkend om te zien hoe mensen (over)leven. Het broodje en drankje als ‘tegenprestatie’ voor de screening werd gretig afgenomen.

Donderdag vroeg de verpleegkundige of ik meewilde naar ‘de patiënt die op de vuilnishoop leeft’. Deze man en zijn zoon hebben een huis, volgens de chauffeur een krot, dichtbij de vuilnishoop betrokken. Rondom hun huis ligt het afval waar zij de metalen uit halen of al uit hebben gehaald. Hij vertelde ons de kiloprijzen voor ijzer, aluminium, oranje en rode koper. Rode koper levert het meest op 158 SRD (bijna 5 euro) per kilo op. Circulaire bedrijfsvoering in Suriname. Maar er was eigenlijk geen scheiding meer tussen de vuilnis om zijn huis en in zijn huis. Een Engelse collega verweet de tbc-bestrijders eens, dat we mensen uit de goot halen, ze van tbc genezen en ze weer terug dumpen in de goot. Patiënten met tbc hebben veel meer noden. Op de terugweg brainstormden we hoe deze vader en zoon geholpen kunnen worden om hun leven weer wat meer georganiseerd te krijgen. Het tbc-programma heeft daarvoor fondsen. Er zijn ook een aantal organisaties in Suriname die met dit soort problematiek werken. Ik ga de komende weken online opvolgen waar men op uitkomt. Dat moet uiteraard samen met de patiënt.


De benedenverdieping was de afgelopen drie weken mijn verblijf.

Brokopondo stuwmeer 

Het stuwmeer ontstond tussen 1961 en 1964 na de aanleg van de Afabaka dam in de Surinamerivier. Bewoners van 15 dorpen werden geresetteld, hun dorpen verdwenen onder water.

En dan slaat het weer om. De grote regentijd is begonnen.

dinsdag 26 maart 2024

Holi Phagwa

Het zag er dreigend uit. Mensen met verf in de aanslag. Ik besefte dat ik niet ongeschonden uit de strijd zou komen en keerde dus terug naar mijn appartement. Om mijn beige-witte broek – ik heb er maar twee bij me – te verruilen voor een zwarte hardloopbroek.

Ik vertelde eerst dat dit mijn auto was. Ze schrokken!
De eigenaar zal er niet zo blij mee zijn, alhoewel de verf er volgens mij wel goed afspoelt.
Het was gisteren Holi Phagwa, het nieuwjaar van de Hindoes. De winter is voorbij en de lente begint. Het Holifeest is dus een lentefeest, een feest van de overwinning van het goede op het kwade. Volgens hindoeïstische traditie wordt dat gevierd met een festival van kleuren. Suriname houdt van feesten, dus stond het Onafhankelijkheidsplein zwart van de mensen, of beter gezegd vol met gekleurde mensen. Op de straathoeken werden flesjes droge verf (goellaal) verkocht, zodat je elkaar kon begroeten met een verfdouche. Er waren ook waterpistolen in de omloop voor een groter bereik.

De verfwinkel

Wikipedia geeft nog wat meer informatie over deze traditie. Phagwa is de laatste maand van de hindoekalender. Op de laatste dag van deze maand wordt tijdens volle maan een plantje ritueel verbrand en het kwade (holika) vernietigd. Deze ‘oudejaarsdag’ heet Holikadahan. Met de maand Chaitra begint het Nieuwjaar en op de eerste dag is het Holifeest. Men wenst elkaar ‘Subh Holi’ toe: Gelukkig Nieuwjaar. We zijn nu in het jaar 2081, 57 jaar verder dan volgens onze gregoriaanse kalender. De hindoejaartelling begint met de overwinning van koning Vikram op een oud-Perzisch volk, de Shakas, in 57 voor Christus.

Er zijn veel vrije dagen in Suriname. In de drie weken dat ik hier ga verblijven, vallen er vier werkdagen uit. Want naast Goede vrijdag en paasmaandag wordt hier op 10 april het einde van de ramadan gevierd, met het Eid al-Fitr, het Suikerfeest. Ik feest en vier gezellig mee als dat zo uitkomt.


vrijdag 22 december 2023

De Staatsbegrafenis

Donderdag was het zo ver. Het einde van het radioprogramma De Staat van Stasse. De avonden zullen anders zijn. Degenen die wel eens naar 'De Staat' luistert, en daar fan van was, zullen met me meevoelen. De stem van Stefan is warm en draagt je mee. Zijn verhalen en gesprekken met de luisteraars maakt radio een mooi medium om naar te luisteren. 

Tien jaar geleden startte De Staat. En daar raakte ik steeds meer aan verknocht. De laatste maanden keek ik vaak live mee hoe hij, samen met Tim Daemen zijn sidekick, de twee uur op de maandag-, dinsdag-, woensdag- en donderdagavond volpraatte. Na het achtuurjournaal laat ik de tv meestal voor wat het is. Werk dan nog wat, schrijf aan artikelen, of rommel wat. Met De Staat aan (of op). De uitzending begint met de mededeling dat het de allerlaatste dag is en dan wordt de datum van die dag genoemd. Nog vier uurtjes en dan is deze dag voorgoed voorbij. De melancholische toon is gezet. De muziekkeus van De Staat past bij mijn smaak. En hoewel ik niet zo van de kletspraat op de radio ben, is de manier waarop Stefan dat doet, mooi. Geen verzoekjes want daar zijn andere programma’s voor, maar wel gewoon je verhaal doen. Je kunt bellen op kosten van De Staat. Maakt niet uit wat je te vertellen hebt. Mensen die in de auto terug rijden van werk of de sportschool, bellen even in. Hoe gewoner, hoe beter. Het geïnteresseerd doorvragen door Stefan. Tim die dan vaak enthousiast “zo” roept. Soms een hoorspel, ik haak dan af, of een gek spelletje, dat nergens op slaat. Afhankelijk van het jaargetijde: inzameling van zaad (voor de bijen) of RaaddeBiet (beat) tijdens de Bietencampagne. Zo kabbelt de uitzending voort met aan het eind een resumé van Tim van de verhalen die deze dag indruk maakten en een enthousiaste aankondiging van de volgende radio-dj.

Maar het is voorbij. De Staat hoort blijkbaar niet meer op Radio 2. Stefan Stasse verzorgt volgend jaar een ander radioprogramma op NPO Radio 5. Tijdens de Staatsbegrafenis, werden de laatste woorden bij het afscheid van de piratenomroep Veronica aangehaald: “Bij het afscheid sterft ook de democratie een beetje.” Ik zat toen, in 1974, ook aan de radio gekluisterd en na het Wilhelmus werd het stil. Ik luisterde daarna naar Radio 3, en toen dat te schreeuwerig werd, werd Radio 2 mijn zender. Maar ik hoor blijkbaar niet meer tot de doelgroep. Al eerder ging één van mijn favoriete programma's (De sandwich) van Radio 2 naar Radio 5. En nu Stefan Stasse. Het is wat het is. 

‘Enjoy and fuck the system’ (vaste kreet in De Staat)



woensdag 1 november 2023

Atatürk en 100 jaar Turkije

De vlaggetjes hangen nog in de stad. Zondag vierde Turkije dat het land 100 jaar een republiek is. De foto’s van Mustafa Kemal Atatürk hangen overal in de stad. Ik realiseer me hoe weinig ik van de geschiedenis van het land en Atatürk weet, als de Noord-Macedonische deelnemer aan de workshop ons tijdens een stadswandeling vertelt over deze grondlegger en eerste president van de republiek Turkije. Mustafa werd in 1881 in een Turks gezin in Thessaloniki geboren. Dit deel van het huidige Griekenland behoorde in die tijd tot het Ottomaanse rijk. De jonge Mustafa – achternamen bestonden nog niet in het Ottomaanse rijk – blonk uit in wiskunde en kreeg de bijnaam Kemal, de perfecte. Met enige trots vertelt onze ‘gids’ dat Mustafa vervolgens de militaire opleiding in zijn land, Noord-Macedonië, volgde en in zijn vrije tijd boeken van Voltaire en Rousseau las. In de decennia daarna brokkelt het autoritair bestuurde Ottomaanse rijk steeds verder af. Mustafa Kemal is inmiddels pasha/generaal en verzet zich steeds meer tegen het sultanaat. In de Eerste Wereldoorlog kiest het regime van de sultans de kant van Duitsland. Na de Ottomaanse capitulatie wordt het land bezet door de geallieerden. Een jaar later volgt een Turkse Onafhankelijkheidsstrijd onder Mustafa Kemal en op 29 oktober 1923 wordt de republiek gesticht. Mustafa Kemal wordt president en krijgt in 1934 de ‘achternaam’ Atatürk, wat grote Turk betekent. Hij brengt een scheiding aan tussen religie en staat (secularisme), stuurt de sultan het land uit, maakt Ankara de hoofdstad en moderniseert het land in rap tempo. Anno 2023 is de Vader van de Turken nog steeds zeer populair. 

Het is heel bijzonder om met deze collega door Istanboel te reizen. De metro’s in: gewoon betalen met de telefoon-ING-app. De vele overdekte en onoverdekte straten van de grote bazaar, met de thee en vele kruiden winkeltjes. En daarna een visje eten bij Galatabrug.

De reden dat ik van Athene naar Istanboel ben gereisd is een nieuw parttime baan (40 dagen per jaar). In deze blogs schrijf ik eigenlijk niet of weinig over mijn werk, maar kan nu wel vertellen dat het Europese kantoor van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/Europe) per 1 januari 2024 een pool van consulenten start om landen in het oosten van Europa te adviseren over de aanpak van tuberculose. Het is de bedoeling dat ik dat samen doe met een andere consulent voor Armenië en Macedonië. Volgend jaar wellicht verhalen uit die landen.



zondag 29 oktober 2023

Marathon

Panathinaikon-stadion, met op de achtergrond de Acropolis

“Hij is een Griek, hij is een Griek”, schreeuwde een uitzinnige menigte in 1896 toen Spiridon Louis bij de eerste Olympische Spelen het Panatheens stadion in Athene binnen liep. Bij deze eerste Spelen had Griekenland nog geen atletiekwedstrijd gewonnen, ook niet het klassieke nummer discuswerpen. Dus moest het op de marathon gebeuren. Er deden zeventien atleten mee: dertien daarvan waren Griek. Aan kop ging lange tijd een Fransman en een Australiër, maar beiden vielen na ruim dertig kilometer uit door uitputting, waardoor Spiridon aan de leiding kwam en won. Hij finishte in 2.58.50 en werd uiteraard een volksheld, ook al heeft hij na zijn overwinning geen wedstrijd meer gelopen. Het stadion van de Olympische Spelen van 2004 is naar hem vernoemd. Het oude stadion ligt midden in de stad en wordt zo nu en dan gebruikt, zoals bij de finish van de Olympische marathon in 2004, en ook in 1982 toen Gerard Nijboer Europees kampioen werd op de marathon. Misschien ken je het beeld nog dat hij onderweg in de straten van Athene stopt, de commentator verschrikt uitroept dat hij kramp heeft, maar Nijboer alleen z’n losse schoenveter even strikt en wint.

De legende van de marathon gaat terug naar 490 v.Chr. In dat jaar probeerden de Perzen een deel van Europa te veroveren en vond er een veldslag plaats bij Marathon, een plaatsje 40 km van Athene. Het Griekse leger was ver in de minderheid, maar versloeg de Perzen door ze van beide flanken aan te vallen. Dat nieuws moest verteld worden. Pheiddipides snelde naar Athene om de mare over te brengen, en nadat hij gezegd had Gegroet, wij winnen”, viel hij dood neer. Een goed verhaal, hoewel men wel erg twijfelt of het echt zo ging. De marathon kreeg z’n klassieke afstand overigens pas tijdens de Olympische Spelen van 1908 in Londen. De start was bij Windsor Castle en de finish was precies voor de koninklijke tribune. Dat bleek 42 km en 195 meter te zijn.

Koninklijke tribune in het oude Olympische stadion
De organisatie had een prachtig logo ontworpen met de Acropolis in de longen.
We zijn een klein weekje in Athene, deels voor vakantie en voor mij ook deels werk. Een bezoek aan het oude Olympische stadion is nog steeds indrukwekkend. De banken zijn allemaal van marmer. Aangestoken door andere bezoekers, kon ik het niet nalaten om ook een rondje te rennen over de 400 meter baan. Een marathon zit helaas niet meer in het lijf.


Amsterdam marathon 1980 (links met nr. 275, ben ik). Tijd: 3.14.40.
In datzelfde jaar (1980) bezocht ik ook Marathon, waar het allemaal dus begon.


John Cleese heeft duidelijk zijn inspiratie voor silly walks uit Griekenland gehaald.