woensdag 5 september 2012

Mijn roots in de Groninger klei. Van Briltil naar Opende

Het Groningse zit nog steeds in mijn genen, de klei vandaag letterlijk tussen mijn tenen. Veertig jaar geleden verhuisde ik als kind uit het Westerkwartier. Zo nu en dan is het goed om mijn wortelen weer eens te voelen. Deze week had ik daar tijd voor en bivakkeerde in het noorden van het land.
Oude Gemeentehuis Grootegast
Een stukje genealogische speurtocht bracht me naar het stadhuis van Grootegast. Ik werd geïnstalleerd in een kamertje met een computer. Een kan koffie werd op tafel gezet. “De toiletten waren naast de klapdeuren”, zei de medewerkster. Elk uur kwam ze even kijken of ik nog iets nodig had.
Ik zocht wat meer over de ouders van mijn overgrootmoeder Dieuwke Scheeringa. Haar moeder overleed in 1881 in Briltil, twee weken na de bevalling van Dieuwke. Haar vader Timen keerde een maand later met zijn twee dochtertjes terug naar Sebaldeburen. Ze namen intrek bij Timen's moeder, waar nogal wat andere familie woonde. Timen leeft ook niet lang, want hij overlijdt in 1883, 31 jaar oud, waarschijnlijk aan tbc. Dieuwke en haar oudere zusje blijven niet lang bij elkaar. In het register staat dat Dieuwke is ‘overgeboekt op folio 158’ en daar staat dat ze bijgeschreven is bij haar opa en oma van moederskant. Ze blijft daar wonen tot haar trouwen in 1903. Haar 85-jarige oma is getuige bij de bruiloft en verklaart 'niet te kunnen schrijven als hebbende zulks niet geleerd'.
Bevolkingsregister met de onderste drie namen: Timen, Tunniske en  Dieuwke Scheeringa.
(N.B. nummer twee op deze lijst is Willem Scheeringa, overgrootvader van Dirk S)
In het gemeentehuis van Zuidhorn lees ik de data van het kortstondig verblijf van het gezin Scheeringa in het dorp Briltil: op 7 juni 1881 vestigt het gezin zich daar met één kind, op 16 juli wordt Dieuwke geboren, op 31 juli overlijdt moeder en op 3 september vertrekt vader met zijn twee kinderen naar de gemeente Grootegast.
Bij beroep van Timen staat dagloner, maar is doorgestreept en vervangen door tolpachter. De medewerkster van het stadhuis zoekt enthousiast mee naar meer informatie over het beroep tolpachter in Briltil. In het straatnamenboek komen we tegen dat de Brilweg in 1858 volledig met puin werd verhard op kosten van de gemeente. Tot plusminus 1878 werd op deze weg tol geheven. Nou, misschien was dat iets langer. Zij adviseert me om contact op te nemen met de Historische Kring Zuidhorn, wat ik zeker zal doen. In Briltil wandel ik door de paar straten van het gehucht. In het dorpje Noordwijk stop ik nog even bij het graf van Dieuwke Scheeringa. Zij overleed in 1951 op 70-jarige leeftijd.

Hei in Opende
Ik rij door naar Opende en passeer de bloeiende heide. Als kind ben ik hier een keer stiekem geweest met een vriendje die me slangeneieren toonde. Nu grazen er geiten en Schotse Hooglanders. In het 'centrum' van het dorp wandel ik over de Provincialeweg, de doorgaande weg langs de dorpen van het Westerkwartier. Een paar grote eiken bij mijn geboortehuis zijn neergehaald. Het is een kale aanblik. 
Mijn geboortehuis in Opende
Tegenover het huis gaat een paadje naar een geheel nieuwe wijk. Vroeger kon je hier 's winters schaatsen op een ondergelopen weiland. Ik maak een ommetje om de dorpskern en wandel over straten met mooie namen als Topweer en Poelbuurt. Het is hier aangenaam stil; de natuur en huizen nog redelijk onveranderd. De avondlucht is mooi en ik volg het bordje ‘Blôde Fuottenpaad’ naar de Kaleweg. Als kind heb ik hier vaak gevist en op tweede paasdag zochten we kievitseieren in weilanden achter de vaart. Ik heb maar één een visje gevangen, het eerste kievitsei nooit.
Het leek me eerst wat overdreven om op blote voeten de route te lopen maar bij een doolhof met modderpaden was het niet overbodig dat ik ook een korte broek aan had. Ik gleed tot mijn knieën in de moddergeulen, mijn onderbenen pikzwart. In de sloot naast me hoorde ik moeder- en vadergans blazen, die daar met hun drie jonkies zwommen. Aan de overkant van het weiland dronken twee reeën bij de petgaten. De tijd leek verstild, want dit beeld had ik 40 jaar geleden ook gezien. Het was een bijzondere zomeravond met de laagstaande zon en de stilte om me heen.