zondag 2 april 1989

3. Mwapoleni mukwai. Mulishani? Ndifye bwino!

Wij zijn nu 2 maanden in Chilonga en beginnen ons hier thuis te voelen. Inmiddels ook allebei aan het werk. Florence is nog zonder kontrakt, maar heeft wel een voorlopige toestemming gekregen om te werken. Ook al onze spullen zijn aangekomen. Dat we de radio misten, zoals ik in de eerste rondzendbrief schreef, was slechts figuurlijk bedoeld. Inmiddels is onze radiocassette-recorder wel letterlijk weg. We hadden deze uitgeleend aan twee studenten. Vorige week is er bij hen ingebroken. 

Met het Bemba begint het nu ook een beetje te vlotten. We krijgen één keer per week les van onze buren, drie verpleegkundigen. Het zal nog wel even duren, voordat we een gesprek kunnen aangaan. Het groeten (heel uitgebreid) en een aantal medische vragen zitten er al snel in. Zo weet Florence inmiddels "Waar is de sleutel van de medicijnkast?" in het Bemba is. "Mwapusukeni" betekent "Gered van de dood", de felicitatie als iemand net bevallen is. Die lesavonden zijn heel gezellig. We leren van hen ook wat meer over de kultuur. Zambianen zijn van nature hele vrolijke mensen. Deze verpleegkundigen zijn dan ook drie lachebekken. Er wordt trouwens ook heel wat geroddeld in ons ziekenhuis. Zo weten ze via de 'tam-tam' soms dat we de vorige dag bonenbladeren aten en vraagt iedereen of we het lekker vonden.

Ik zal proberen een indruk te geven van wat ik zoal doe. Florence zal in de volgende brief haar ervaringen op de kinderafdeling (Ward 3) vertellen. Ward 2 (chirurgie), 4 (interne) en 6 (verloskunde) zijn de afdelingen waar ik drie maal per week een ronde loop. Het dagritme is als volgt: om 8 uur 's ochtends lezen we het nachtrapport over het wel en wee van de patiënten. Maandags, woensdags en vrijdags lopen we visite over de afdelingen. Dinsdag- en donderdagochtend zijn voor geplande operaties. Van 10 tot 10.30 uur hebben we koffiepauze, waarbij we de problemen op de afdelingen bespreken. Tot 12.30 uur loopt de ochtend door.
's Middags werken we van 14.00 tot 16.30 uur. Allerlei kleine ingreepjes op de afdelingen, uitgebreider onderzoek van de patiënten en de OPD (poli) moeten dan gedaan worden. Gemiddeld worden per dag 15-20 mensen opgenomen in het ziekenhuis.
's Avonds doet altijd een van ons de ronde. Ook dan zijn er weer een aantal nieuwe patiënten in het ziekenhuis opgenomen. Laatst moest ik 10 nieuwe patiënten bij het licht van zaklantaarn en kaars onderzoeken tijdens een avondronde, omdat de elektriciteit een paar uur uitgevallen was. Als ze me 's nachts in het ziekenhuis nodig hebben komt een watchman naar ons huis en tikt dan heel zachtjes op het raam. Hij heeft een 'call-book' bij zich, een schriftje waarin staat wat er aan de hand is. Ik word 's nachts wel eens wakker en denk dat iemand op het raam getikt heeft. Vaak klopt dat, soms ook niet.
Iedere arts die naar de tropen gaat, kijkt een beetje tegen de OK's op. In Nederland heb je maar een paar grote operaties gedaan en er stond altijd een specialist naast je. Dit geldt met name voor sectio's (keizersnede). In Chilonga word je snel in het diepe gegooid. Na drie dagen moest ik een sectio doen bij een vrouw die hier 150 km vandaan woont en al twee dagen weeën had. Er was echter geen transport beschikbaar. Bij het vaginale onderzoek voelden we de voetjes en het hoofd. Een rare ligging. Het kind kan zo niet geboren worden. Hartaktie van het kind was nog goed en we besloten dus om een sectio te doen. Het kind kwam er goed uit, maar ondanks de reanimatie kwam het niet opgang. Na 30 minuten hebben we de reanimatie gestopt. Gelukkig bleven de andere kinderen, na sectio's geboren (dat zijn er al 8), wel leven.

We zien heel vaak deze problemen doordat mensen niet op tijd in een ziekenhuis of gezondheidscentrum kunnen komen. Het kost ons een dag om met een 4-wheel-drive in de droge tijd in Nabwalya (een dorp in ons distrikt) te komen. Het kost een moeder 3 dagen om met malaria en ernstige bloedarmoede en een ziek kind op de rug naar het ziekenhuis te lopen. Het gebeurt natuurlijk dan vaak dat mensen veel te laat in het ziekenhuis komen. Ik kreeg tijdens een weekenddienst een kind te zien, die heel bleek was. Bij het afnemen van wat bloed om te kruisen voor transfusie, ging het kind onder m'n handen dood. Het bloedgehalte bleek een kwart te zijn van wat het hoort te zijn. De moeder woonde hier een paar kilometer vandaan.
Vorige week moesten we 3 keer een amputatie doen. Alle 3 waren epileptische patiënten die een aanval kregen en in het vuur waren gevallen. Een vreselijk gezicht en er zit vaak niets anders op dan het verbrande deel er af te halen.
Op de kinderafdeling is een aparte zaal voor ondervoede kinderen. Gisteren heb ik nog een kind opgenomen die een klassiek voorbeeld is van ondervoeding. Het kind was bijna 2 jaar. Tot 1 jaar en 4 maanden was de moeder met het kind op de Under Five Clinic geweest. Het kind zat goed op de groeicurve en woog 9 kg in augustus. De moeder was weer zwanger geworden nadat ze de borstvoeding gestopt had. Peutervoeding is hier een groot probleem. Het kind woog nu nog maar 6,5 kg. Vanavond liep ik de avondronde en was het kind plotseling dood. Dit zijn een paar trieste verhalen. Deze blijven juist hangen. Gelukkig gaat het vaak ook goed en knappen kinderen snel op na malaria of longontsteking. Dankbaar is I&D (incisie en drainage), oftewel het openen van een abces. We zien hier veel en grote abcessen. Na een sneetje stroomt de pus eruit, daalt de koorts en zakt de pijn.
De brillen gaan als zoete broodjes weg. Het is snel bekend dat er weer brillen zijn. Op een dag zag ik een man zitten voor Ward 2 te lezen met een veel te klein montuur. Het bleek de bril van een andere patiënt te zijn, die hij geleend had. Zonder bril kon hij niet goed lezen. Hij had +3.00 nodig. Bij het aanmeten vertaalde een leerling verpleegkundige het Bemba naar het Engels. Toen we klaar waren, vertelde ze me dat ze in de klas de letters op het bord niet goed kon zien. Bij het doormeten bleek ze -2.50 nodig te hebben. Degene die een bril met een van deze sterktes heeft, weet dat zo'n bril geen overbodige luxe is. 
De eerste tropische ziekte heeft zich hier ook aangediend. Florence heeft 3 weken geleden, ondanks de profylaxe, malaria gekregen. Na een week was ze gelukkig weer opgeknapt.

In de brieven die we krijgen wordt vaak gevraagd wat voor nieuws we krijgen. Nou, televisie is hier (gelukkig) niet in Chilonga. Een Zambiaanse zender heb ik nog niet op de radio kunnen vinden. Kranten kun je alleen krijgen als je een abonnement hebt. In de grote steden is wel losse verkoop. Wat dus overblijft is het nieuws van de Wereldomroep, waarop we hoorden dat Zambia een nieuwe minister-president heeft. En uiteraard jullie knipsels!

We zijn nog niet zo creatief dat we van de hier beschikbare produkten lekkere gerechten kunnen maken. Misschien dat je ons kunt helpen aan een lekker recept. Het lekkerste recept wordt beloond met een chitenge van KK XI (?!).
De ingrediënten: 
- Meelprodukten zijn hier goed te krijgen, zoals nshima, aardappelen, rijst, bloem, spaghetti, macaroni en maïs.
- Groenten: witte kool. paprika, aubergines, komkommer, avocado's, tomaat, wortelen, sla, uien, doperwten, pompoen, pompoenbladeren, bonenbladeren. De rode kool en prei in onze tuin komt net op.
- Aan fruit voldoende: mango's, bananen, citroenen, sinaasappels, passievruchten, guave's.
- De produkten zijn echter heel seizoensgebonden. Op dit moment is er alleen maïs, kool, tomaten en bananen op de markt. Verder hebben we boter, kaas en eieren.
- Eens in de zoveel tijd halen we vlees uit Lusaka; sausages, gehakt, karbonade. Kippen kopen we in het ziekenhuis.
- Kruiden hebben we meegenomen uit Nederland (peper, zout, paprikapoeder, kerrie, oregano, dragon, tijm, basilicum, rozemarijn, chilipoeder).
Dus als je een ander kruid in je recept wil verwerken, moet je het wel meesturen.


We hebben allebei ineens heel veel zin in een zak patat. Hoe zou dat komen?