dinsdag 28 februari 2012

Mayrhofen, Tirol, Oostenrijk (2)

Bij de Bizztravel-kroegentocht haakte ik gisteren in de derde kroeg af. Een clubje van 20 Nederlanders verzamelde zich om 9 uur in de sport Lounge, 10 uur sharp verhuisden we naar de Harakiri-bar, en 11 uur trok Loes, de Bizztravel-reisleidster, ons mee naar een Après Ski bar-discotheek naast Hotel Brücke. De schreeuwende en hossende mensenmassa ("Nossa nossa. Ai Se Eu Te Pego") is niks meer voor mijn leeftijd, en ik vroeg me af of ik er ooit wel wat aan vond. Douwe vond het wel tof dat ik meegegaan was. De laatste twee Après Ski tenten waren beter zei hij toen hij me om 2 uur wakker belde om de deur open te doen. Ook de Sunweb Travel- en andere vakantiegasten hadden zich later aangesloten, tot zo'n 50 Nederlanders. Het was gezellig geweest.

Vanochtend dus alleen naar de piste. 't Is krap aan om om 9 uur boven te zijn, want de Skibus vertrekt half 9 van het pension, en moet je nog in de rij voor de gondel en 10 min in de gondel. Mijn skiklasje bestaat uit een aantal Nederlanders, paar Duitsers en Mike, een Filipijn. Manuel, een Oostenrijkse student, is onze skileraar. Het kaartje laat een beetje zien wat we zo'n dag doen.

We begonnen met een blauwe afdaling om de spieren wat los te krijgen. Daarna nieuwe oefeningen. Dit keer leerde hij ons om de piste zijdelings af te glijden: zijdelings druk wisselen op de laagste ski. En om voor/achter uit te gaan druk wisselen op punt/achterste deel ski. Gisteren hadden we geleerd hoe we over een bergpiste moesten slalommen: gewicht op de laagste ski, lichaam gedraaid naar de berg en gezicht naar het dal, waarbij je voorover moet hellen. Je maakt dan vanzelf een curve de berg op. Het klinkt allemaal heel simpel en als Manuel het voordoet ziet het er heel elegant uit. Maar het is toch ook verbazend hoe snel je zoiets leert, ook al ziet het er vast nog niet stijlvol uit.

Douwe en ik zoeken overdag vaak even mobiel telefonisch contact om wat af te spreken. Vandaag ontmoetten we elkaar toen ik, na twee uur les, pauze had. Hij had de laatste (ochtend) Skibus genomen en net één afdaling gemaakt, maar voelde zich "vet brak". We gingen samen een afdaling maken om bij een berghut te lunchen. Douwe daalt veel sneller met z'n snowboard, dus bij afslagen of bij liftjes stond hij op mij te wachten. Omdat de bestelling lang duurde bij de berghut, liet ik mijn twee uurtjes middagles voorbijgaan. We zijn samen nog wat afdalingen gaan maken, of ik kan beter zeggen, dat we samen regelmatig in de skiliftjes zaten, want daar tussen zijn we elkaar kwijt.

Op de pistes staan routes in kleuren aangegeven: blauw is eenvoudig, rood is wat moeilijker en zwart alleen voor heel goede skiërs en snowboarders. Douwe wil vrijdag over de steilste piste: de Harakiri.
Ons klasje doet soms een stukje rood. Bij mijn laatste afdaling zocht ik dat stukje piste, maar kwam op een steile (rode) helling terecht. Dat is andere koek. Ik maakte me wel zorgen hoe ik beneden moest komen. Gelukkig wist ik nu hoe ik zijdelings naar beneden kon glijden, en toen het wat vlakker werd, kon ik vol in de ploegschaar naar beneden. Ik blijf toch maar liever op de blauwe piste.
Kinder/kleuterskiklasje met rechts 'de rode' helling
We komen nu net terug van ons avondeten in Hotel Brücke. Vooraf hadden we de diners geregeld. Een typische Oostenrijkse ober, grijs haar naar achteren, groen pak aan, wist de eerste dag gelijk dat we kwamen. Op de tafels staan de namen van de gasten, en we weten nu al wat we morgen eten, want net als in het ziekenhuis bestel je de dag ervoor. Het worden dus twee biefstukjes. Het salade- en dessertbuffet is trouwens ook uitstekend: vanavond Apfelstrudel met vanillesaus.

maandag 27 februari 2012

Mayrhofen, Tirol, Oostenrijk (1)

De Deutsches Bundesbahn bracht ons punktlich naar Jenbach. De “Umsteigungen” in Hannover en München gingen moeiteloos. Tussen Jenbach en Utrecht rijdt ook rechtstreeks een trein maar deze optie was in januari al volgeboekt. In Jenbach was om 8 uur het laatste boemeltje door het Zillerdal net weg. Dan maar een taxi. Bij de ingang van het station stonden twee Nederlanders al te onderhandelen met Oostenrijkse taxichauffeurs. Toen wij aankwamen was de deal snel gemaakt: zij 50 euro naar Gerlos en wij 40 euro naar Mayrhofen. Eenmaal onderweg wilde de rokende (5 sigaretten in een half uurtje) en bellende taxichauffeur de prijs naar Gerlos verhogen naar 70 en Mayrhofen naar 50. Hij had vooral geen zin in de slingerweg naar Gerlos, de twee Nederlanders op gegeven moment ook niet meer in zijn gezeur en stapten in Zell am Ziller uit, waar vrienden ze dan maar gingen ophalen. Gelukkig zette de chauffeur ons wel af voor Pension Widner en werden we begroet door Frau Widner.
Pension Widner, Mayrhofen (onze kamer is 1 hoog, op de hoek, op plaatje links)
We hebben een ruime kamer met houten balkon. Achter het huis is de Skiraum voor de latten, boards en schoenen, en daar weer achter staan de koeien op stal. De Skibus maakt hier ’s ochtends een paar keer een rondje om skiërs op te halen en af te zetten bij het Penkenbahn-station, midden in Mayrhofen. Vanaf hier word je met een gondeltje aan een kabelbaan in 10 minuten van 650 meter naar 1800 meter gebracht.

Op de zondagochtend moesten we onze skipassen, en ik mijn skischoenen, latten en helm ophalen. Om 10 uur waren we al boven en sloot ik me aan bij mijn skiklasje. De ochtend leerden we remmen. De snow plough was mij goed bekend van skeeleren (ploegschaar); in het (Nederlandse) kinderklasje naast ons heet deze rem ‘pizzapunt’. Van Douwe hoorde ik dat de uitdrukking om skiën parallel te houden, ‘French fries’ heet voor de kinderen. Makkelijk te onthouden. 's Middags maakten we al ons eerste afdaling en vandaag, de tweede dag, hebben we alleen maar tochtjes gemaakt, met mooie afdalingen, en steeds weer in andere liften. Onderweg stopten we om aan techniek te werken, de bochttechniek is vooral lastig!

Er is nog veel meer te vertellen over skiën, Mayrhofen en Tirol, maar laat het hier vandaag even bij, omdat we nu gaan eten en daarna meedoen aan de kroegentocht.. We zullen ons beter gedragen dan de Nederlanders de afgelopen week in Gerlos, hier 5 km vandaan.

zondag 12 februari 2012

De zwarte route, Alblasserwaard polder

Geen Elfstedentocht, Noorderrondrit of Overijsselse Merentocht, maar dit weekend werd er wel volop geschaatst in het land. Eén miljoen mensen op het ijs. Mijn verhaal is er dus een van de vele. Mooi dat het ijs van iedereen is en zoveel mensen er van genieten. Ik koos voor de langste afstand van de Molentocht, de zwarte route. Een tocht van 75 km langs 13 dorpen in de Alblasserwaard polder.
Overtocht met pontje Lek
Florence zette me ’s ochtends af bij het pontje over de Lek. Het vroor 11 graden. Aan de overkant bleek Groot-Ammers nog twee kilometer verder te liggen, maar de eerste auto die voorbij kwam stopte toen ik mijn duim omhoog stak. Met de schaatsen in mijn hand was het duidelijk waar ik moest zijn. Uiteraard moest de Rotterdammer daar ook naar toe. In het gebouwtje van de IJsvereniging 'De Telegraaf' had ik al snel mijn stempelkaart en om half 10 schaatste ik het dorp uit, langs de molens.
IJsclub 'De Telegraaf', Groot-Ammers

Stempelpost Groot-Ammers

Gelkenes molen, Groot-Ammers
Na een paar kilometer was er een afslag naar het westen. Met de wind in de rug zoefde ik vlotjes naar Kinderdijk.

Streefkerk
Bij Kinderdijk veel sneeuwijs: vastgeplakte sneeuw met soms wat onregelmatig ijs waar je op goedgeluk doorheen probeert te glijden. Met klapschaatsen is dat lastiger, merkte ik, toen ik voor de tweede keer hard onderuit ging. Dit keer kwam ik op mijn borstkas terecht en het duurde even voordat ik weer kon doorademen. Maar het was prachtig om langs de molens te schaatsen. De wieken van een paar molens draaiden.
Kinderdijk

Kinderdijk

Kinderdijk
Voorbij Oud-Alblas was mijn tweede serieuze valpartij, weet niet meer of het een scheur of sneeuwijs was, maar dit keer kwam ik met mijn hoofd op het ijs. Er zijn altijd direct andere schaatsers die vragen hoe het gaat. Ik ging even op een plastic stoeltje langs de kant zitten om bij te komen. Er zat een klein wondje bij mijn slaap, maar voor de rest deed alles het nog prima. Via de Graafstroom, een gegraven kanaal, ging de tocht langs Bleskensgraaf en Molenaarsgraaf. In Vuilendam moest stevig gekluund worden. Met klapschaatsen heb je dan wél voordeel. Je kunt er zelfs mee rennen.
Giessendam
Via het riviertje de Giessen slingerden we van Giesserburg naar Giessendam en weer terug. Het ijs was slecht, op sommige plekken kon je elkaar nog maar net passeren. De ouders met sleetjes en kinderwagens hielden de boel ook op. De schuivers die ik maakte, kwam doordat bij klapschaatsen de schaats blijft staan in de scheur of bevroren sneeuw, en de schoen dan los komt van de hak. Ik bedacht dat ik misschien meer gewicht achter op de schaats moest houden. Via Hoornaar kwam ik om 3 uur in Noordeloos het meest oostelijke stempelplaatsje van de route. Bij de schaatsclub zat iedereen al aan het bier.
Dezelfde weg terug. Voor de wind en met de laagstaande zon was het prachtig glijden. Bij Giesserburg de afslag naar de stempelplaats in Goudriaan. Het ijs op de Smoutjesvliet was niet best meer. Bij een bevroren sneeuwrest remde ik af, maar dat voorkwam niet dat ik voor de tweede maal op mijn gezicht terecht kwam. Er zat wat bloed op mijn sjaal, en ik pakte mijn zakdoek om mijn gezicht wat te deppen. De eerste hulppost liet ik links liggen en wilde mijn laatste stempeltje halen en doorschaatsen, toen een schaatsster naar me toekwam en zei: “Meneer u bloedt”. Dat had ik al gemerkt, maar ze stond er op om de wond schoon te maken en er een pleister op te plakken.
met pleister..
Ze vroeg nog naar bewusteloosheid, misselijkheid en hoofdpijn en bleek een verpleegkundige te zijn. We wisselden nog even ervaringen uit over klapschaatsen. Haar man knalde over de sneeuwresten heen, maar zij had soms ook moeite om overeind te blijven.
Voorzichtig vervolgde ik mijn weg naar Groot-Ammers, en kwam ook hier nog een of twee keer licht te vallen, op mijn beurse knieën of ellebogen. Het ijs in Groot-Ammers was ook minder geworden. Waar ik ’s ochtends nog kon schaatsen, moest nu gekluund worden. Iemand aan de kant wees naar mijn gezicht. Geen idee hoe het eruit zag, maar zal wel indrukwekkend zijn geweest.
De vrouw die me de medaille in het nu drukke lawaaierige zaaltje van de ijsclub gaf, stond erop dat ik me in de bestuurskamer meldde bij de eerste hulppost Groot-Ammers. Ik merkte al snel dat men mij niet zomaar zou laten gaan.
met gaasje..
De goedwillende EHBO’er deed een steriel gaasje op mijn wang om een wondje af te dekken. Het gaasje viel er af en was dus niet meer zo steriel toen het er op kwam. Men was heel vriendelijk en zeer behulpzaam, kreeg van alles aangeboden, maar ik sloeg het broodje worst toch maar af. Ik wachtte een uur totdat Florence, die uit Leiden moest komen, er was, en werd ‘begeleid’ over het ijs tot aan de auto toe.
zonsondergang vanaf het pontje over de Lek
Op aandringen van de EHBO’ers en ook omdat er een behoorlijke zwelling onder mijn oog zat, zijn we toch maar even langs de Spoedeisende Hulp in Gouda gereden. Gelukkig hoefden we niet lang te wachten tussen de andere patiënten. Een paar vrouwen die een pols ondersteunden, een jochie met een arm in een mitella. Ik kon snel terug naar huis, met een wekadvies en het advies om een dagje geen Ascal te slikken.
Nu, een dag later, werkt alles nog goed, is hoesten uiteraard pijnlijk, voelt alles beurs, en is de zwelling in het gezicht toegenomen. Het fotootje dat Florence vandaag genomen heeft ziet eruit als bij een politiebericht (“de volgende beelden kunnen schokkend zijn”), dus hou dat toch maar even voor mezelf. Maar,.. ik kijk nog steeds terug op een prachtige tocht, ik had het niet willen missen en zou het zo weer overdoen. Volgende keer misschien mijn klapschaatsen vastzetten, of er vaste buizen onder doen.
Achterlandse molen met in de verte de Achtkante molen, Groot-Ammers