zondag 30 juni 1991

15. Aardbeving in Assen

De vorige rondzendbrief schreef Gerard over Koninginnedag. De reden was onder anderen, dat ik met Douwe in de 'Times of Zambia' zou verschijnen. Op 30 april was door de pers namelijk een foto van Douwe en mij, en van Heleen en Gijs (uit Mporogoso, ook in de Noord-Provincie) gemaakt. Ze hadden beloofd de foto in de krant te zetten. Teleurstelling toen de volgende dag alleen maar een klein berichtje over de viering in de krant stond en geen foto. Toen we half juni de kranten van de laatste twee weken doorbladerden kwamen we toevallig deze foto in de krant van 2 juni tegen. Dus toch. Ik zal verder niet meer schrijven over koninginnedag, maar alleen dit: we kregen geen tranen in de ogen toen we het Wilhelmus hoorden. Op de voorbereidingskursussen was ons verzekerd dat na jaren in de vreemde ons een brok in de keel zou schieten en de tranen in de ogen zou springen bij het horen van het volkslied. Dus niet.
Het is ook weer de eerste keer dat ik schrijf na m'n verblijf in Nederland in januari. Ik ben weer aan m'n werk begonnen, wat heel goed bevalt. Brenda en Noreen, een nieuwe oppas, zorgen voor Douwe. Hij kan het goed met ze vinden.
Sinds m'n terugkomst zijn er weer wat veranderingen op m'n werk. We hebben er bijvoorbeeld nu een "special clinic" bij. Dit is een buro, waar we een keer in de veertien dagen de ernstig ondervoede kinderen terugzien. Het leuke is dat je nu een aantal maanden de moeders en de kinderen goed leert kennen en zo ook via gezondheidsvoorlichting en persoonlijke gesprekken mensen inzicht kunt geven in het probleem van de ondervoeding van hun kind. Tijdens de gewone "underfive clinics" is deze aandacht niet mogelijk. Meestal zien we dan op een ochtend tussen de 80 en 100 kinderen. Op een "special clinic" komen er 10 moeders per keer. Door deze intensieve aandacht zie je ook een verbetering optreden in de gezondheid van het kind. Verder ben ik net begonnen met het opzetten van een onderzoekje naar het aantal weeskinderen. Steeds meer kinderen verliezen hun moeder of beide ouders door AIDS. Op het moment schat men dat er 75.000 kinderen moeder of beide ouders missen en voor 2000 verwacht men dat dit aantal gestegen zal zijn naar 600.000. We zien steeds meer grootmoeders met kleinkinderen of vrouwen met twee kinderen aan de borst, een kind van haar zelf en een ander van een overleden zus. We kunnen nog niet overzien hoe groot het probleem in Chilonga zal zijn, maar de toekomst ziet er niet veelbelovend uit.
Under five clinic in een van de dorpen
Het werken en leven in Zambia en het hebben van een kind is goed te combineren. Waarschijnlijk beter dan dat je dat in Nederland kan voorstellen. We wonen namen vrij dicht bij het ziekenhuis en gaan in de koffiepauze naar huis. Ook met de lunch eten we thuis. Mijn werk zit er meestal om 4 uur op. Dit houdt in dat we Douwe tussendoor veel kunnen zien en dat het hebben van een full-time baan niet echt bezwaarlijk maakt. Dat wil niet zeggen dat we altijd de gelegenheid hebben om bij hem te zijn. We weten dus ook niet wat hij de hele dag uitspookt. Soms horen we dat hij bij andere kinderen van z'n leeftijd aan het 'spelen' is geweest. Brenda, Noreen of een van de tuinjongens Frederik of Raphael nemen hem dan op de rug in een chitenge overal mee naar toe. Nu begint ook de tijd te komen dat hij overal op klautert en afvalt. Zo nu en dan heeft hij ook een dikke buil op z'n hoofd. Brenda voelt zich vaak schuldig en vertelt dan dat hij weer eens gevallen is. Het gebeurt bij ons ook regelmatig. Douwe ontwikkelt zich razendsnel, maar misschien ook wel heel normaal. Vergelijkbaar met Zambiaanse kinderen ligt hij duidelijk voor. Met 8 maanden trok hij zich op tot staan en doet nu niets lievers dan rondlopen. Nog niet los. Verder brabbelt hij heel veel, reageert overal op en ziet er stevig uit. Dat doen veel Zambiaanse kinderen ook niet. Zo is er ook een Gerald, die op dezelfde dag in Chilonga geboren is als Douwe. Hij zit wel drie kilo onder Douwe en ziet er beroerd uit. De moeder is pas opgenomen met open tuberculose en misschien is dat niet het enige... Op de MCH (moeder- en kindzorg) let ik nu veel meer op het gewicht en de ontwikkeling van kinderen. Als je dan kinderen weegt die twee jaar zijn en minder wegen dan Douwe, soms zelfs de helft van zijn gewicht, dan ligt het voedingsprobleem veel scherper voor de geest.
Ik weet niet of jullie dat ook hebben, maar ik vind dat de tijd zo snel gaat. Misschien weet je nog dat we weg gingen in januari 1989. Als deze brief je bereikt, hebben we nog minder dan een half jaar te gaan. Ik kijk er wel naar uit om weer in Nederland te zijn, maar zal het leven hier ook wel gaan missen. We gaan ons werk en leven hier langzamerhand afbouwen.
P.S. Rare kranteknipsels blijven ons achtervolgen. Zo stond er laatst in het NRC dat er een aardbeving was in Assen, met het epicentrum in Geelbroek. De kracht op de schaal van Richter was 2,5. Gelukkig was er geen materiƫle schade, laat staan persoonlijk letsel. Is het raar? Of komt het omdat we met andere problematiek te maken hebben?