dinsdag 13 mei 1997

14. An Afternoon in the Sewer

Het was geen “Day at the Races” of “A Night at the Opera”, maar een “An Afternoon in the Sewer” oftewel een middagje stappen in het riool van London. Via de John Snow Society waar ik inmiddels lid van ben geworden, kon ik mee met de “John Snow Society London Sewer Tour”, een riooltocht. Het was een unieke kans want weinig mensen worden toegelaten om het riool in te gaan. Op de 20 beschikbare plaatsen hadden een aantal professoren en mensen van het Public Health Laboratory ingeschreven. Toevallig hoorde ik ervan en samen met een andere student werd ik toegelaten tot deze trip. Op de uitnodiging stond dat een extra set kleding geadviseerd werd om mee te nemen, in het geval je ongelukkig zou zijn en in het riool zou vallen....

Vanmiddag vond de excursie plaats en stond een busje ons op te wachten op het Bromley By Bow metrostation. Van daaruit werden we naar Wick Lane Main Drainage Depot gebracht. Thames Water is de grootste van de 100 water- en rioolbedrijven in Engeland en voorziet het grootste deel van London. Dit zijn hun cijfers: per dag 2.600 miljoen liter water door 31.191 km distributienetwerk waterleiding naar 7.3 miljoen klanten. 11.5 miljoen klanten produceren per dag 3.200 miljoen liter rioolwater, wat door een netwerk van 81.208 km riolering gaat. Uiteindelijk wordt het bewerkt in het oosten van London, voordat het afvalwater de Thames in gaat. De Thames is een getijden rivier en men moet dus goed uitkienen wanneer dit de Thames in gaat. De Thames wordt aan de westkant ook gebruikt voor drinkwater.

We kregen eerst een praatje over de historie van de riolering in London. Tussen 1859 en 1873 is het grootste deel aangelegd, met het doel om rioolwater naar het oosten te verplaatsen. Tot die tijd werd het gewoon overal in de Thames geloosd, met o.a. de cholera epidemieën tot gevolg. Toen de riolering eindelijk klaar was, stroomde het gelijk over omdat tegelijkertijd de helft van de straten geplaveid werden, en het afvoerwater van regen etc. niet meer de grond in ging, maar ook het riool in. Na het praatje en de dia’s werden we eerst vergast met een tafel lekkere hapjes en een drankje, daarna begon het echte werk.

We gingen in twee groepjes van 10 naar beneden. We moesten ons eerst omkleden, in gele plastieken overalls, kniehoge dikke sokken, lieslaarzen, een plastic hes met ogen en riemen, handschoenen en een helm. Vervolgens gingen we achter het gebouw het luik in, een verticale trap af, nadat we eerst vastgegespt waren. We kregen ook een tas om de nek met een gasmasker en een zuurstoffles erin, in het geval het alarm van gevaarlijke gassen af zou gaan. Na de 4-5 meter steile afdaling werd ik weer losgemaakt en stond ik in het riool, met m’n benen zo’n 30 cm in het rioolwater. De ondergrond was een beetje glibberig. Het rioolwater was grijs, en drollen en toiletpapier stroomden langs me heen. De stank viel erg mee. Langzaam schoven we door het riool. Een ronde “buis”, 9 feet hoog dat is 2,7 meter, gemaakt van baksteen. Een deel van het riool was nog het oude uit 1873, en ander deel was van 1920. Het zag er eigenlijk net zo uit als de metro: een ronde holle buis. We werden begeleid door 3-4 mensen van het bedrijf, die lampjes op hun helmen droegen om ons het pad te wijzen in de duisternis. Je moest je voorzichtig voortbewegen, want er waren veel ondefinieerbare oneffenheden op de ondergrond. Soms harde voorwerpen, zoals stenen, maar meestal zachte massa. Halverwege de toer hadden we een stop om ter plekke wat vragen te stellen. Hier kwamen verschillende ‘buizen’ samen. We stonden naast de buis die Oxford street en omgeving verzorgt. In feite de koninklijke riolering, want deze voert ook de uitwerpselen van Buckingham Palace af. Zo hoorden we dus ook dat ratten in deze snel stromende riolen niet goed overleven, hoewel ze wel voorkomen. Kikkers doen het beter. De meeste werkzaamheden heeft het bedrijf aan de kleinere rioleringen: met een doorsnee van 4 feet, 1.20 meter, men moet er door kruipen. Onze toer vervolgde door een andere buis parallel aan de eerste. Hier en daar leek het een druipsteengrot, met stalactieten. Als het regent dan vullen de riolen zich tot de top, zodat ook poep aan de bovenkant vastplakt. Gelukkig drupte het niet.... Na 45 minuten in het riool geweest te zijn, werden we weer aangegespt om een andere steile trap te beklimmen en konden we onze spacemanpakken weer uittrekken. Iedereen had het droog gehouden. Na een kopje koffie en een biscuitje, konden we nog even in de buitenlucht wachten op het busje, voordat we weer de tube ingingen, onderweg naar een warme douche.

vrijdag 2 mei 1997

13. Tony Blair salmon, John Major rice & curry, Paddy Ashdown mousaka en een 10-Downing Street gustard toetje

Je ziet dat het kopje veranderd is. In een van de tijdschriften kwam ik de omschrijving van @ tegen als apenstaartje. Het klinkt wel niet, maar ik zal me aan de nieuwe spelling houden.
Zondag ben ik weer met de Eurostar teruggekeerd naar Londen. Het was heerlijk om zo lang in Nederland te zijn. Toen ik de volgende ochtend wakker werd, kostte het me een paar tellen om te realiseren waar ik nu was. De eerste dagen zijn altijd moeilijk om weer op gang te komen. De knoppen moeten om, het vizier op de nieuwe study units en de onvermijdelijke examens na afloop. Deze maand volg ik Tropical Environmental Health, wat vooral over water en sanitatie gaat, en Control of Sexually Transmitted Diseases (geslachtsziekten). Ik heb voor niet te zware kost gekozen, probeer ook al wat voor te bereiden voor de juni examens (23 en 24) en alvast een deel van mijn zomerthesis te schrijven.

De verkiezingen van gisteren hebben voor een aardverschuiving (landslide) gezorgd. Volgens de Britten zijn we nu in een nieuw tijdperk beland. Ik heb de verkiezingsuitslag geboeid gevolgd vanuit m’n bed. Om 10 uur gingen hier de stembussen dicht en tegen elf uur kwamen de eerste uitslagen binnen. In Engeland worden parlementsleden (MPs) gekozen per kiesdistrict (659 constituencies). Het is dus een alles-of-niets race. Per kiesdistrict één parlementslid. Labour won met een meerderheid van 179 parlementsleden (2/3 van het parlement), terwijl ze 44% van de stemmen kregen. De liberaal-democraten verdubbelden hun zetels tot 46, terwijl ze over het geheel verloren (17% van de stemmen). Het Engelse volk heeft dus overal de Tories (conservatieven) weggestemd. In conservatieve bolwerken waar Labour de tweede partij was in 1992, hebben de liberaal-democraten massaal op Labour gestemd, en waar de liberaal-democraten de tweede partij was in 1992 heeft de Labour aanhang gestemd op LibDem om de conservatieven weg te stemmen. Tactisch stemmen om bevrijd te worden van het juk van de Tories. Er is veel opluchting in het land. Men was John Major en zijn ministers helemaal zat. Zelfs de roddelpers kopte hier mee “He’s gone”, eindelijk weg. Hoewel het economisch erg goed gaat in Engeland, hebben onderwijs en gezondheidsinstellingen erg te lijden gehad onder 17 jaar Tory bewind. Ook op school was er veel opluchting. Onze teacher van vrijdag kwam met dikke wallen onder de ogen op school. Till what time did you celebrate? vroeg de andere professor. Er was geen twijfel dat ze gefeest had, want zij had in de tijd van Thatcher flinke aanvaringen gehad met het parlement over een seksueel gedragsonderzoek. Hier en daar zaten mensen champagne te drinken in de school.
Wat de echte gevolgen van de aardverschuiving zullen zijn, moeten we nog zien. Tony Blair is geen socialist. Hij heeft het ook over New Labour. De meeste van de parlementsleden zijn Cambridge-opgeleide veertigers, met professionele achtergronden. Veel vrouwen zijn gekozen in het parlement. Zij hebben de stoffige dames en heren van de conservatieven verdrongen. Een andere generatie neemt het land over. Niet uit de tijd van bourgeoisie en werkende klasse, maar van maatschappijbewuste mensen. De school is op dit soort dagen speciaal aangekleed. Slingers in het restaurant. Tony Blair salmon, John Major rice & curry en Paddy Ashdown mousaka op de kaart, met een 10-Downing Street gustard als toetje...

Wij, Nederlanders, hadden natuurlijk ons eigen feestje al gehad, de dag ervoor. Queen’s Day. Met een paar mensen zijn we naar het enige Nederlandse café in London gegaan. Café Hems in Soho. Gelukkig was het mooi weer. De twee zalen puilden uit. De hele avond hebben we op straat staan “drinken”, een Engelse gewoonte trouwens, want wanneer er ook maar een paar zonnestralen doorkomen, dan zit Engeland op straat. Veel mensen hadden wat oranjes aangetrokken, haren of gezicht oranje geverfd. Rob had een verhaal dat ze tijdens Sinterklaas in dit café onderzocht hadden wat Nederlanders nu in London uitspookten. Op de eerste plaats kwamen studenten, tweede restaurant/receptionisten, derde bankmensen en vierde au-pairs. Het bankgehalte was op 30 april erg hoog en ik heb een stropdas gevraagd wat hij hier deed. ABN-Amro dus. We vonden beiden dat leven en wonen erg duur was in London, alleen praatte hij over z’n appartement bij Hyde park van meer dan 1000 pond per maand en ik over mijn kamertje van 275 pond. Ik vroeg hem wat dan de gemiddelde salarissen in de bankwereld zijn, waarop hij antwoordde dat 100.000 pond jaarsalaris niet ongewoon is. Directer ben ik (helaas) niet geweest...

Tot slot Engelse zelfkennis, het begin van het voorpagina artikel van the Guardian op zaterdag: This was our Velvet Revolution, and yesterday the population went wild, British style. People were seen breaking into half-smiles in public while reading the papers; some thought about making eye contact in the Tube; others even considered talking to complete strangers, then remembered themselves and drew back. (Dit was onze fluwelen revolutie, en gisteren ging het volk uit z’n bol, op z’n Brits. Je zag mensen publiekelijk met een glimlach terwijl ze de krant lazen; sommigen dachten eraan om oogcontact te maken in de metro; anderen zelfs om een praatje te beginnen met een onbekende, maar snel wisten ze wie ze waren en trokken zich weer terug).