zaterdag 29 november 2014

Christiania, Denemarken

Christiania zat altijd in mijn hoofd. Volgens mij las ik er over nadat ik in 1982 / 1984 voor het eerst in Kopenhagen was. In die jaren was het een bekend krakersbolwerk en dat boeide me toen en nu nog steeds. Vandaag had ik nog een paar uurtjes om wat van de stad te zien en liep naar de wijk Christianshavn. Ik dacht dat dit het beruchte gebied was en wilde al teleurgesteld weglopen omdat deze wijk net is zoals vele andere stadswijken. Ik keek nog eens goed op de kaart en zag gelukkig met kleine letters de naam 'Christiania' staan. Na een paar zijstraten was duidelijk dat ik in de buurt was: veel jongeren, capuchon over het kortgeknipte haar, snellopend naar één plek. Ik ging ook door de poort naar binnen en had geen idee wat me te wachten stond.
Een groot omheind complex - het was ooit een kazerne - met oude hallen, opgeschilderde woningen en nog een paar werkzame bedrijfjes zoals een smid, een winkeltje. De core business was duidelijk. Tientallen kleine winkeltjes waar achter een camouflagegordijn hasj en andere softdrugs werd verhandeld. Bij de vuurkorven stonden mensen te posten om de vrijehandel te bewaken. En overal posters dat fotograferen verboden was, omdat hasj in Denemarken illegaal is. Op de terrasjes zaten jongeren rustig bij elkaar, in de kou, allemaal met een stoomboot in de hand.

Bij een 'organic food' restaurantje liep ik naar binnen. Aan tafel zat iemand wortels en komkommers te snijden. Een kopje warme soep met bruin brood leek me wel lekker, maar het werd me snel duidelijk dat hier niet gepind kon worden. Tja, ik had geen Deense kronen in mijn portemonnaie omdat je buiten Christiania alles pint.

dinsdag 11 november 2014

Poppy (klaproos), Londen

Het was dinsdag doodstil in de John Snow collegezaal van de London School of Hygiene & Tropical Medicine in Londen. De voorzitter van het tbc-symposium had iedereen gevraagd om 11 uur terug te zijn voor de twee minuten herdenking. Op 11 november herdenkt Engeland en veel andere landen zijn vele doden van de Eerste Wereldoorlog. De oorlog die 100 jaar geleden begon en op 11 november 1918 eindigde. Legers zaten jarenlang tegenover elkaar in de loopgraven en werden er zo nu en dan uitgestuurd om door kanonnen weggevaagd te worden. Ook herinner ik me een verhaal dat rond de kerst de soldaten van beide kanten tijdens een staakt-het-vuren met elkaar babbelden. Wat is dat toch, oorlog? Conny Braam beschrijft in haar boek 'De handelsreiziger van de Nederlandse cocaïne fabriek' op indrukwekkende wijze de verschrikkingen van die tijd.
De klaproos (poppy) is hét teken van de Eerste Wereldoorlog. De klaproos groeit namelijk goed op omgeploegde aarde. Het verhaal gaat dat de bloem zo rood kleurt door het bloed van de gesneuvelden. De velden in Vlaanderen liggen er vol mee. Dit is een gedicht dat in 1918 al werd geschreven:
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields

Vertaling: In de velden van Vlaanderen bloeien de klaprozen. Tussen de kruisen, rij aan rij, die onze plek markeren; en in de lucht vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend, zelden gehoord te midden van het kanongebulder. Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden leefden we nog, voelden de dagenraad, zagen de zon ondergaan, beminden en werden bemind en nu liggen we in de velden van Vlaanderen. Zet ons gevecht met de vijand voort: tot u gooien wij, met falende hand, de fakkel; aan u om het hoog te houden. Als gij breekt met ons die sterven, zullen wij niet niet slapen, ook al bloeien de klaprozen op de velden van Vlaanderen.

Het klaproosje wordt in november door veel mensen gedragen om niet te vergeten.

De telefooncel doet tegenwoordig dienst als iPhone-oplader
Geen bezoek aan Londen zonder bezoek aan King & Queen

zaterdag 1 november 2014

De wereldtuberculoseconferentie, Barcelona

Elk jaar organiseert "The Union" een wereldtuberculoseconferentie waar de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen worden besproken. Dit jaar in Barcelona. Gerenomeerde tbc-onderzoekers, jonge onderzoekers, bestijders uit meer dan 100 landen komen hier bij elkaar. Totaal zo'n 3000 deelnemers. Bij de openingsessie op woensdag spraken de ministers van gezondheid van India en Zuid-Afrika. Twee landen die zwaar geraakt worden door de tbc-epidemie. India heeft absoluut het meeste aantal patiënten in de wereld en Zuid-Afrika relatief het meeste. Bijna 1% van de bevolking krijgt daar tuberculose. Elk jaar. De kans dat je in Zuid-Afrika eens in je leven tuberculose doormaakt is aanzienlijk. Veel hoger dan ooit in Nederland is geweest. Een Zuid-Afrikaanse patiënte hield een vlammend pleidooi voor kortere behandeling. Nu moet je minimaal 6 maanden pillen slikken. Vaak meer dan 10 pillen per dag. En dat is alleen nog maar als de bacterie goed gevoelig is. Want als de bacterie resistent is duurt de behandeling minimaal 20 maanden, met meer medicijen en veel meer bijwerkingen. Nick Herbert, een 'member of parlement' uit Engeland, maakte de meeste indruk. "Stand-up", sprak hij, "accepteer niet dat elke dag 4000 mensen doodgaan aan tuberculose" (net zoveel als nu in totaal aan ebola zijn overleden). "Stand-up voor een ziekte die meer doden heeft gemaakt dan enige andere infectieziekte". "Stand-up!". En de zaal stond (uiteraard) op. Dat moet ook gebeuren door veel anderen in de wereld: meer onderzoek, meer geld, meer personeel. 
Met Koen Andries (Janssen, België), de ontdekker van bedaquiline, een nieuw medicijn tegen tuberculose
Bijeenkomst van de Big Cities working group (donderdag)
De conferentie is ook één grote ontmoetingsplaats. Ik ken ondertussen aardig wat mensen in de tbc-wereld. Veel gelegenheid om je netwerk te onderhouden of om  zaken te doen. Zo had ik een afspraak met een Belgisch apotheker/farmaceutisch bedrijf om levering van medicijnen aan de Nederlandse markt te bespreken. Nu tuberculose zover teruggedrongen is in Nederland, zijn bedrijven niet meer geïnteresseerd om deze medicijnen te produceren. Gisteravond belandde ik onverwachts, na een tip van een Engelse collega, bij de borrel voor alumni van de London School of Hygiene & Tropical Medicine. Typisch Engels om bij grote gelegenheden oud-leerlingen bij elkaar te brengen. En ondanks dat ik bijna niemand kende, was het reuze gezellig in de Beach Club met een mooi uitzicht op de Middellandse Zee.
Meeting Wolfheze financing working group bij WHO Barcelona, Sant Pau Hospital - nu Werelderfgoedmonument (op maandag)
Ik ben al sinds zondag in Barcelona, want veel organisaties plannen side meetings voor, na of tijdens de conferentie. De dagen vliegen voorbij. Vandaag, zaterdag, is de laatste dag. Voor de diehards zijn er al 'Meet the professor' sessies om 8 uur of kun je naar de algemene ledenvergadering van "The Union". Ik ga wel een uurtje later. 
In de WHO stand, met Rob van Hest, Alberto Matteeli en Haileyesys Getahun  de schrijvers van een nieuwe WHO richtlijn  (over latente tuberculose infectie)
Volgend jaar is de conferentie in Kaapstad. Ik hoop dat Nick Herbert zijn plannen waar maakt om daar ook een "all-party parlementsleden bijeenkomst" te houden met parlementariërs uit 100 landen. Dat zal de strijd tegen deze ziekte katalyseren, want dat is hard nodig!
Hasta la vieja.