donderdag 26 maart 1998

5. Oppashuizen met zwembad en horse riding op Noddy

Ook het leven van een consultant gaat natuurlijk niet altijd over geplavijde paden. Deze week was het even een kleine crisis binnen mijn werk. Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik gelijktijdig met een nieuwe epidemioloog in het ministerie zou beginnen, of net ietsje na zijn komst. Inmiddels zijn we bijna een maand verder en is de epidemioloog er nog steeds niet. Ook het surveillance plan wat men al in februari in wilde dienen is nog steeds niet weg. Hierin werd een nationale surveillance officer begroot en WHO heeft daar gelden voor beschikbaar. Na een paar weken inventarisatie, wil ik nu eindelijk wel aan het echte surveillance werk beginnen. Ik ben al bij een paar ziekenhuizen en districten geweest, maar krijg steeds meer het gevoel dat ik het alleen aan het opzetten en uitzoeken ben. Dat heeft natuurlijk helemaal geen langetermijneffect. Deze week heb ik dit maar eens aangekaart en als mogelijke oplossing een tijdelijke onderbreking van mijn contract voorgesteld. In de tussentijd kan men dan de twee mensen op de posten zetten en kan ik weer even lekker in Nederland bijpraten, 2½ maand is wel lang van huis. Het plannetje gaat vooralsnog niet op. De WHO Representative, een Liberiaanse arts, heeft even met zijn vingers geknipt en nu komt alles in een stroomversnelling . Waarschijnlijk staat er morgen een advertentie in de krant voor de nationale surveillance officer. Toch wel goed om even je tanden te laten zien.

Het leven is erg veranderlijk in Zambia. 'Overnight' worden mensen van post gewisseld. Afgelopen vrijdag kondigde president Chiluba een shuffle binnen zijn kabinet aan. De gezondheidsminister Katele Kalumba werd doorgeschoven naar Toerisme en Dr. Luo is nu de nieuwe minister van gezondheidszorg. Iedereen erg verbaasd, sommigen teleurgesteld. Een paar dagen later staan er een paar uitspraken van Chiluba in de krant dat hij geen arrogantie duldt. Hij klaagde over ministers die, wanneer ze op dienstreis gaan, de sleutels van hun kantoor meenemen en niet overdragen. "De posten zijn geen persoonlijk bezit", zei Chiluba. In de zondagkrant werd de volgende verandering aangekondigd. Het grote universiteitsziekenhuis was al maanden stuurloos en ik had bij de CMAZ gehoord dat Dr. Mazuwe Banda (de AIDS coördinator) de nieuwe directeur zou worden. In de zondagkrant stond dat een kinderarts de nieuwe baas werd en dat Banda opzij geschoven is. Maandag heb ik deze kinderarts gezien om mijn missie te bespreken. Het verhaal gaat nu dat zij de positie niet wil aanvaarden. Ook de Central Board of Health wacht op een nieuwe Directeur-Generaal, en dit is o.a. de oorzaak van het niet aan kunnen nemen van nieuw personeel. Reden voor al deze wijzigingen en onzekerheden zijn de hervormingen die aan de gang zijn. Het Central Board of Health is gescheiden van het ministerie en is een technisch-uitvoerend orgaan. Het ministerie heeft nog zo n 50 mensen in dienst die vooral met beleid bezig zijn (vroeger zaten daar 400). Er is een proces van decentralisatie aan de gang, waarbij mensen door lokale overheden aangenomen en betaald worden. Op 1 april moet de “delinkage”, zoals dit genoemd wordt, voltooid zijn. Al het medisch personeel heeft opnieuw moeten solliciteren naar functies. Ca. 40% wordt niet meer aangenomen. Pas rond die eerste april wordt duidelijk wie gaat en wie blijft ('Fokker-toestanden' dus). Veel onzekerheid en laag moraal ook. Vandaar waarschijnlijk  dat al deze personeelswisselingen in de top plaats vinden, of zou het toch de sleutels geweest zijn.
Oppashuis van de Deense Ulrike
Een ander aspekt van het consultancy werk is, dat je zonder vaste woon- of verblijfplaats leeft. Je leeft uit een koffer. Na Kenia, Pamodzi, de verschillende kamers in Belvedere Lodge, Hotel Intercontinental Musi-o-Tunya, weer Belvedere, en nu Longacres Lodge. Zondag vertrek ik naar twee 'house-sit' adressen. Een Deense en Nederlandse hebben hun huis voor de duur van hun afwezigheid aangeboden. Ik geloof dat beide huizen met zwembad zijn. Als tegenprestatie moet ik honden te eten geven. Het is wel een aangenaam vooruitzicht om eventjes niet in een hotel-lodge omgeving te zitten, alhoewel het hier redelijke accommodatie is. De ruimte waar ik nu ben heeft een suite: twee kamers met een badkamer. Ik word hier niet claustrofobisch zoals in Engeland.
Ik begin zo langzamerhand hier ook een sociaal leven op te bouwen. Dat gaat toch altijd wel makkelijk in Afrika. Vrijdag ben ik uit eten geweest bij een Chinees Restaurant en belandde daarna bij een feestje van Sarah Davies, die we nog uit Luwingu kennen. Zondag vroeg men mij mee voor horse-riding. Dit zijn dingen die je niet zo snel in Nederland doet, dus een goeie gelegenheid om dat eens te ervaren. Ergens buiten Lusaka was een grote manege waar een aantal Britten aan het poloën waren. Ook hier kwam ik een bekende tegen: Charlotte, die samen met Guy Scott een voormalige landbouw minister, de herenboer van de farm is. Ik zat bijna twee uur op het paard Noddy. Eerst rondjes rijden, soms in galop. Na een klein uurtje oefenen, hebben we een lange tocht door de heuvels gemaakt. Erg mooi om zo door de natuur te gaan. Gelukkig bleef ik in het zadel. Wel een keertje voor herhaling vatbaar. Dit weekend staan ook allerlei aktiviteiten voor de deur. Vrijdag is er een afscheid van een Nederlands stel en zondag ga ik met een andere Nederlandse ergens picknicken in de buurt van Kabwe. Het helpt om vooral de weekenden een beetje gezellig door te komen, want dan slaat de verveling en het gemis van thuis vaak toe. De eerste maand zit er bijna op.

woensdag 18 maart 1998

4. Een langzaam voorttuffend boemeltje naar Lusaka

De workshop in Livingstone zit erop en inmiddels een lange reis achter de rug naar Lusaka. De workshop was erg interessant. Het belangrijkste doel was om data transfer en presentatie te verbeteren. De 8 landen uit de East African Epidemiological Block waren voor deze workshop uitgenodigd: Eritrea, Ethiopie, Kenia, Tanzania, Uganda, Rwanda, Burundi en Zambia. Elke datamanager kreeg een nieuwe laptop computer met software (o.a. EPI Info en EPI Map). Hiermee hebben we mooie kaarten gemaakt met o.a. alle gevallen van kinderverlamming, tetanus bij pasgeborenen, mazelen en de verschillende coverage rates (het percentage kinderen gevaccineerd voor bepaalde ziekten). Als je eenmaal deze computervaardigheden en -programma’s hebt, is het maken van deze kaartjes een fluitje van een cent. De laatste dag kwamen de EPI (vaccinatie)-managers van de landen en hadden we een gezamenlijke sessie. Ons huisvlijt werd gepresenteerd en plannen voor AFP surveillance werden verder besproken.
AFP is de afkorting voor 'acute flaccid paralyis'. In goed Nederlands: acute slappeverlamming (in tegenstelling tot bijvoorbeeld spastische verlamminen). Naast poliomyelitis zijn er een aantal andere neurologische ziekten die deze (kinder)verlamming kunnen veroorzaken. Gemiddeld komt dit bij 1 op de 100.000 kinderen onder de 15 jaar voor. Als het surveillancesysteem goed zou werken dan zou Zambia ongeveer 50 gevallen van AFP per jaar moeten rapporteren. Als er een polio-epidemie uitbreekt dan stijgt dit aantal natuurlijk. In 1997 zijn slechts 7 gevallen van AFP gerapporteerd; geen gevallen van polio. Als je maar 10% van de 'verdachte polio' gevallen ziet, dan is er de kans dat je polio mist. Mijn taak is vooral om te helpen dit surveillancesysteem op te zetten, niet alleen voor polio maar ook voor andere ziekten, zoals mazelen en meningitis. Een aardige klus.
Bezoekje aan de Records Afdeling van Livingstone General Hospital
De WHO heeft in 1988 zich tot doel gesteld om polio uit te roeien in het jaar 2000. In Zuid- en Noord-Amerika is polio al sinds 1991 niet meer gezien. In China zijn de laatste twee jaar nog maar 4 gevallen voorgekomen. Ook in de Oost-Afrikaanse regio heeft men vorig jaar geen gevallen van polio meer vast kunnen stellen. Goede surveillance is echter cruciaal, want als je niet goed kijkt (onderzoekt en rapporteert), dan zie je het ook niet! Het hogere doel van dit programma is om uiteindelijk poliovaccinatie in de wereld te stoppen, als men een aantal jaren geen poliovirus meer heeft kunnen aantonen (met goede surveillance wereldwijd). Het zou de tweede ziekte zijn, na pokken, die op deze manier uitgeroeid wordt. Hopelijk lukt het….

Met Zambia Railways van Livingstone naar Lusaka, 17-18 maart 1998.
Dinsdagavond ben ik met de trein teruggegaan naar Lusaka. De anderen bleven nog voor een tweede vergadering. Ook hier heerst een workshop-cultuur vanwege de aantrekkelijke dagvergoedingen (per diem). Het treinreizen heb ik altijd erg fascinerend gevonden in Afrika. Dit was mijn 4de treinreis. De eerste was een 24-uur durende reis  in 1981 van Enugu naar Kano (Nigeria). In Zambia hadden we in 1989 een 36-urige reis van Mpika naar Dar es Salaam en voordat we in 1996 Ghana verlieten heb ik nog een nachtritje gedaan van Takoradi naar Obuasi. Deze trein (Zambia Railways) zou ’s avonds om half 7 vertrekken en de volgende ochtend om 5 uur in Lusaka aankomen. Ik had een “sleeper”, couchette, gereserveerd. Er werd omgeroepen dat de trein pas om 8 uur weg zou gaan vanwege een technisch defect met de diesellocomotief. Volgens een van de reizigers was dit een terugkerend probleem, "De treinen reden nooit op tijd". Om 8 uur werd de reis uitgesteld tot 10 uur, maar toen 2 uur later er nog geen beweging op het station was, werden een aantal mensen erg boos. Men ging te keer tegen de stationmanager en dit veroorzaakte grote opschudding op het station. Of dit hielp weet ik niet, maar een half uur later begon de locomotief rond te rijden om de wagons bij elkaar te zoeken. Net voor twaalven reden we weg. Het was een langzaam voorttuffend boemeltje, die vaak even moest stoppen, misschien voor een paar koeien of om wat water voor afkoeling te gebruiken. Volgens een van de passagiers was er op de heenreis brand in de machinekamer geweest. Ik deelde de coupé met een Amerikaan die in Livingstone werkte voor een wildwatervaren company (rafting). Hij vertelde het verhaal dat twee maanden geleden een landgenoot uit de boot geslingerd was, z’n zwemvest niet had vastgemaakt en pas 4 dagen later was gevonden. Ik was blij dat ik de rustige tocht “upstream” had gedaan. Om 10 uur waren we dan toch in Lusaka, redelijk uitgerust. Zo snel mogelijk weg van het station, want dat staat bekend als een 'centrum van crime'. Er was geen escorte van politiemensen zoals de conducteur had voorgesteld; een taxi bracht me veilig terug naar Belvedere Lodge, waar ik weer m’n 'tijdelijk basis' kon inrichten.

zaterdag 14 maart 1998

3. The body is still to be found

Woensdag ben ik met drie andere mensen naar Livingstone gereden, een van CBoH, een van WHO-Lusaka en iemand van UTH-virologie laboratorium, het universiteitsziekenhuis. We hebben hier een 'workshop'! Landen uit de East Africa Region zijn hier vertegenwoordigd: Burundi, Rwanda, Uganda, Kenia, Eritrea, Ethiopië, Tanzania en Zambia. Eerst wordt gewerkt aan data-analyse en -interpretatie, waarna dit gepresenteerd wordt op de EPI-managers conference (vaccinaties). Ik woonde alleen het eerste deel bij. Het is erg leuk om alle nieuwe software packages te zien en te gebruiken. Mijn Zambiaanse collega had zich helaas slecht voorbereid en had vrijwel geen data meegenomen. Hier en daar hebben we gelukkig nog wel wat weg kunnen halen, anders was het erg 'embarrased'.

Vandaag (zaterdag) hadden we een halve dag vrij en stelde men voor om te gaan 'raften', met een rubberbootje over de golven van de Zambezi. De gorge, het kolkende basin van de Falls, is niet toegankelijk vanwege het hoge water. Ik ben hier al 4x geweest en heb het eigenlijk nooit aangedurfd of gewild om me in dit gebeuren te storten. Nu we stroomopwaarts gingen, wilde ik het wel eens proberen. Het waren alleen de witneuzen die belangstelling hadden voor deze tocht: Doug (VS), Mac (VS), Berbard (Frankrijk) en ik. We gingen onder begeleiding van een Zuidafrikaan, die zich hier gevestigd heeft. Een grote open truck met bankjes bracht ons 25 km buiten Livingstone. De 'raft' (boot) ging op een andere truck voorop.
Op de Zambezi werden we geëscorteerd door een andere begeleider in een kajak. Zijn taak was om de krokodillen (crocs) en de nijlpaarden (hippo's) te spotten, zodat we niet dwars door een hippo territorium zouden varen. Al snel liet hij ons stoppen en een grote bocht maken. Toen hij met z'n peddel op het water sloeg, kwamen er twee kopjes boven water. Ergens verderop gaf een grote brul van een hippo aan dan we te dicht bij zijn plekje waren gekomen. Eén keer dook een kleine croc naast ons het water in. Gelukkig zagen we deze niet meer terug. Ik was de avond tevoren wel alert gemaakt, toen op het nieuws verteld werd dat een toerist door een croc gebeten was en opgenomen in het ziekenhuis in Livingstone. Volgens onze begeleider was die man dronken geweest en had 's avonds nog even willen zwemmen. Ook vertelde hij ons dat op de plek waar we begonnen vorige maand een Zambiaan tijdens het zwemmen door een croc was aangevallen. "The body is still to be found".
Wij peddelden rustig verder. De natuur was erg mooi. De Zambezi is een brede rivier met veel eilandjes, veel en mooie vogels. Op sommige plekken was de rivier helemaal begroeid zodat je je in de Amazone waant. Het 'raften', het wildwatervaren was wel een beetje teleurstellend. Er waren een paar stroomversnellingen waar we door moesten en kregen dan een klein golfje water over ons heen.
De natuur is hier trouwens helemaal fantastisch. 's Ochtends loop ik vaak even naar de Falls. Je kan op veel plekken de overkant niet eens zien door de hoeveelheid water. Erg indrukwekkend. Op Knife Edge Bridge krijg je een heerlijke warme douche, beter dan het bruine water uit de kraan. Een indrukwekkend natuurverschijnsel. Ook de apen die hier tijdens het ontbijt rondscharrelen zijn erg boeiend en amusant. Vanochtend hadden weer een paar apen succes en gapten broodjes weg. De beveiliging (security wards) hebben er hun handen vol aan, en proberen ze met de katapult te verjagen.
Het is wel jammer dat het hier gaat veranderen. Inter-continental Hotel (Musi-o-Tunya) en Rainbow Lodge gaan tegen de vlakte en over twee jaar moet hier een soort 'Sun City' complex staan. Zuid-afrikanen hebben de boel opgekocht. De commercie zal hier over een paar jaar wel vreselijk toestaan.

vrijdag 13 maart 1998

2. Nachtelijke onrust

Na de eerste opwinding viel ik toch even in een diep gat. Daar zit je dan in het Pamodzi Hotel, in een kamer op 5-hoog, met Zuidafrikaanse TV, een zwembad, etc. Luxe die toen zo aangenaam was als je drie maanden in de 'bush' was geweest, maar niet als je net uit Europa komt. Is dit mijn leven de komende maanden, vraag je je af. M'n eerste contacten met WHO-Lusaka en Central Board of Health waren ook al kort, zakelijk, en een beetje chaotisch. Zaterdag verhuisde ik naar Belvedere Lodge, een government lodge tussen Woodlands en Kabolonga. Ik kreeg een kamer naast de keuken, was niet de beste plek was. Uit verveling en vermoeidheid ging ik 's avonds al vroeg slapen, maar werd regelmatig wakker gemaakt, eerst door de late gasten, daarna door de watchman en vanaf 2 uur was het bal op de zolder. De muizen (of waren het ratten) renden heen en weer. Geen wonder als je zag wat allemaal nog in de keuken open stond. De afwas stond al klaar voor de ochtendploeg.

Gelukkig draaide mijn gemoed zondag al weer een beetje bij. Ik verhuisde naar een andere kamer Een kamer on suite, met TV, koelkast, toilet en bad. De kraan lekte, de doucheslang was al  lang geleden verdwenen, net als de knop voor de koude kraan. Om toch nog een aangenaam warm bad te nemen, moest ik een half uur tevoren de stop in het bad doen, zodat het koude water opgevangen kon worden, en daarna de hete water kraan opendraaien. Het water kwam  uit allerlei richtingen. Ik voelde me hier beter thuis met deze 'Zambiaanse' ongemakken. Bovendien zijn de mensen erg aardig. Ook werd ik 's avonds uitgenodigd bij een Nederlands onderonsje.
Op het Central Board of Health (CBoH) begin ik ook een beetje mee te draaien. Zambia heeft de laatste jaren ingrijpende veranderingen doorgemaakt (Strukturele Aanpassingsprogramma's en Health Reforms). Het Ministry of Health is afgeslankt en is nu alleen nog een beleidsorgaan. Het CBoH is een nieuw instituut belast met uitvoeringstaken. Veel mensen zijn ontslagen en maar weinigen zijn opnieuw aangenomen, vaak op contractbasis. De provinciale kantoren (PMO offices) zijn gesloten en ook de ziekenhuizen moeten personeel ontslaan. Het geeft veel onrust. Opvallend is te zien wat voor arbeidsethos en -sfeer in het CBoH heerst. Weekenden en avonden worden doorgewerkt, memo's en e-mails vliegen rond. Een dynamisch bedrijf. Tegelijkertijd krijg je het gevoel dat veel dingen te snel gaan. Men loopt achter de feiten aan, heeft geen tijd. Veel had gisteren al gedaan moeten worden. Wat een verschil met 6-9 jaar geleden, toen alles morgen ook kon!

zondag 8 maart 1998

1. De koffer inpakken op de achterbank van de auto

Na een laatste hectische week in Nederland en een veel te snel afscheid is de reis weer begonnen. Inmiddels ben ik ruim een week onderweg en begin me een beetje te settelen. Het is wel fijn om weer in een vertrouwde stad terug te zijn. Het maakt het wennen wat makkelijker.

De laatste dagen in Nederland waren vol stress. Het leek wel een examenperiode. Ik heb aardig toegelegd op m'n slaap, het ging eigenlijk vanzelf. Er was een dag, ik geloof woensdag, toen ik al rond half 5 wakker werd en begon het boek te malen in mijn hoofd. 's Avonds had ik met Rob afgesproken en was ik geloof ik om een uur of 3 's nachts thuis. De dagen erop waren ook zo, zodat ik er vrijdagmiddag echt doorzat. Gebrek aan rust, slaap en eten. De volgende ochtend bijna verslapen, de laatste spullen op achterbank van de auto ingepakt en naar het vliegveld. Nauwelijks nog tijd om afscheid te nemen, zat ik daarna in het vliegtuig bij te komen met het eerste kopje koffie van die dag. Een comfortabele vlucht met allerlei lekkere hapjes, de nieuwe James Bond en het onvermijdelijke KLM-huisje.

Aangekomen in Nairobi zocht ik tevergeefs naar het bordje "de Vries" of wat er ook maar enigszins op leek. Uiteindelijk met een taxi door donker Nairobi naar een hotel. Zondag lekker bijslapen en bijkomen aan de rand van het zwembad. Ook de volgende dagen bleef het rustig. De persoon die ik in Nairobi moest zien "had travelled" en was maandagochtend naar Addis vertrokken. Op het WHO-kantoor kon ik me rustig door allerlei files werken. Het WHO-kantoor Nairobi is tevens regionaal kantoor voor Oost-Afrika waar ook Zambia onder valt.
The Panafric Hotel in Nairobi.
Nairobi is een moderne Afrikaanse stad met veel wolkenkrabbers, rechte wegen en natuurlijk erg druk. De meeste mensen verplaatsen zich in de overvolle matatus (busjes). Ik zat dichtbij het WHO-kantoor, dus kon te voet, onderweg vaak nog even een broodje en drankje meepikkend. Het ontbijt had ik maar laten zitten in mijn hotel booking, want dat gaf een extra charge van $13. 's Avonds at ik meestal in het hotel. Op een avond ben ik nyama choma gaan eten op aanraden van iemand van de WHO. In het restaurant zoek je eerst een stuk vlees uit, dat daarna op de grill gaat. Ik koos voor een 'arm' van een geit. Eenmaal klaar komt vervolgens een ober met een groot mes de poot serveren. Het vlees wordt van het bot gesneden en in 'hapklare brokken' voor je neergelegd, zodat je daar dan een half uur je gebit op kan oefenen. Gelukkig had ik de dental flosh wel meegenomen. Andere essentiële spulletjes begon ik inmiddels al wel te missen, zoals de wereldontvanger. De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen weet ik dus niet; wel dat Ajax met 3-0 van NEC won en wie de doelpunten maakte (uit de Keniaanse "Daily Union") of dat Ajax voor de Europacup verloor van Spartak Moskou (KNBC).

Mijn vlucht naar Lusaka kon met een dag uitgesteld worden en voordat ik donderdag wegvloog kreeg ik mijn 'briefing' van de Amerikaan verantwoordelijk voor het programma. En toen echt onderweg... De vlucht naar Lusaka was exciting, een prachtig landschap vanuit de vlucht. Toen de piloot meldde dat we over Mpika gingen vliegen, heb ik de stewardess gevraagd of ze dat nog een keer wilden herhalen als we echt boven Mpika zouden vliegen, wat dus ook gebeurde. Vanuit de lucht kon ik Mpika, Tazara, de Kasama Junction zien en herkende ik een witte enclave, wat volgens mij Chilonga moest zijn. Je kunt je wel voorstellen hoe opgewonden ik was.
Het cirkeltje op de foto is de 'witte enclave'.
Het was trouwens helemaal een déjà-vu gevoel. Op Nairobi Airport moesten we eerst de koffers identificeren, die naast elkaar op een rij naast het vliegtuig stonden. De verf was een beetje aan het bladderen van het vliegtuig, een Boeing 747 van Aero Zambia. Ook de service was erg Zambiaans. Vriendelijke stewardessen, echt 'vliegtuigvoedsel' en 'Zambiaanse statements'. Zo stond erop het noodlandingsformulier dat indien we op het water zouden landen, de business class life-jackets onder de stoel konden vinden. "Economy class use seat cushions"! Ik prees me even gelukkig dat ik business vloog, maar zag al snel dat ook de business niet voorzien was van life-jackets. Anyway, zonder al te grote problemen, kwamen we aan op het vliegveld. 
Op het eerste gezicht lijkt er niet veel veranderd. Veel herkenning van wegen, gebouwen, etc. De kwacha is veranderd. Het gezicht van Kaunda staat er niet meer op, trouwens ook dat van Chiluba niet. Kochten we in 1989 een Mosi voor 4 kwacha; bij vertrek moesten we ruim 100 kwacha betalen. Nu, in 1998 betaal je 2500 in een lux hotel (800 in de winkel). De bierprijs is beste indicator die aangeeft door welke moeilijke tijden Zambia is gegaan en nog steeds gaat.