zondag 28 januari 2018

There is a reason why Johnny walks...

Altijd al eens in een privévliegtuig willen zitten (niet echt hoor :-). Er waren 180 niet verkochte stoelen op de heenreis! Terug alle plekken wel bezet.
In ‘Hoe duur was de suiker?’ vertelt Cynthia McLeod over het leven eind 18e eeuw op de plantages in Suriname. Vorig jaar kocht ik bij mijn vertrek uit Suriname dit boek op het vliegveld. Een mooie gelegenheid om het te lezen nu ik weer onderweg en in Suriname ben/was. Hoofdpersonen zijn twee meisjes/stiefzusjes, Elza en Sarith, die opgroeien op de plantage Hebron. Zij denken totaal verschillend over slaven en gaan dus ook heel anders met hen om. Elza huwt en gaat in Paramaribo wonen op de Wagenwegstraat. Toevallig verblijf ik ook in een mooi authentiek huis aan diezelfde straat. 
Achter het logeeradres staat een woning van de beheerder. Achter Elza’s huis stonden slavenkwartieren. Elk huis had wel 5-10 slaven. Bizar om te lezen dat slaven zelfs de vrouwen moesten aankleden. Het boek beschrijft allerlei activiteiten in de straten van Paramaribo. Onderweg naar restaurants loop ik ’s avonds door straten die twee eeuwen later nog dezelfde namen hebben: Heerenstraat, Klipstenenstraat, Jodenbreestraat, Saramaccastraat. Veel is veranderd, maar de warmte is vast hetzelfde. Het is overdag heet. Een lange wandeling naar kantoor is niet verstandig, dus pak ik de taxi. Elza en Sarith hebben voortdurend een of meerdere slaven bij zich om een parasol boven hun hoofd te houden en hen koelte toe te wuiven. Elk kantoor of (hotel)kamer heeft nu airco.
Ik ben in Paramaribo voor een 3-daags symposium over immunologie en infectieziekten. Er spreken ook vier hoogleraren van het Leids en Rotterdams universitair ziekenhuis. Het symposium is voor specialisten (slechts 171 in Suriname), huisartsen en medische studenten. De zaal is goed gevuld. Ik ben ook bijgeschoold door de andere sprekers, o.a. over het zikavirus. Net als de andere sprekers heb ik een ‘bijprogramma’. Mijn gesprekken met het nationaal tbc-programma, en met de longarts die alle tbc-patienten in Suriname behandelt, zijn inmiddels uitgemond in een verzoek om meer ondersteuning te geven en in research te participeren. Ik zal dus binnenkort wel weer die kant uitgaan. Geen slecht vooruitzicht.
Dit keer had ik voor het eerst gelegenheid om eens een middag door de stad te wandelen. Paramaribo centrum staat op de werelderfgoedlijst, en dat is terecht. Prachtige witte houten huizen met mooie veranda’s. Soms erg bouwvallig door de chronische financiële crisis waarin het land al jaren verkeert, en waardoor herstel en onderhoud niet meer plaats vindt. 
Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (!) (Villa Kakelbont). Zoom maar eens in op het balkon.
Een bezoek aan de houten kathedraal met de tombe van de zalig verklaarde Peerke Donders is zeker de moeite waard. Peerke, een Tilburgse pater, werkte 30 jaar in een leprakolonie in Batavia (40 km van Paramaribo). Mijn baas op het RIVM, ook mee op deze trip, kreeg een aantal jaren geleden toestemming om de tombe te openen en de botten te onderzoeken. Conclusie: Peerke heeft zelf geen lepra ontwikkeld.
Interieur van de kathedraal met een prachtig houten dak
Peerke
Zaterdagochtend is de laatste dag van het symposium en ’s middags rijden we terug naar het vliegveld en flitsen langs een billboard met deze grappige slogan: “There is a reason why Johnny walks. Don’t drink and drive!

Kleine dolfijnen (duikelaars)
Avondzon bij plantage Rust en Werk.

zaterdag 13 januari 2018

Waarom ik schrijf...

Soms word ik vroeg in de ochtend wakker, deze keer om half 5, met allerlei ideeën in mijn hoofd. Het uitgeslapen brein komt op gang en mijn partner zal er wel eens gek van worden hoe het dan al op hol is. Het gesprek van DWDD zat nog in mijn hoofd. In de studio van Matthijs van Nieuwkerk waren Neelie Kroes en Matthijs Botman. Meestal lig ik wat onderuit bij dit programma en doe ik dan een powernap. Ook deze keer zat/lag ik daar klaar voor. Ik was net terug van onze jaarlijkse 1,5-daagse bijscholing, de studiedagen van/voor/door tuberculoseartsen. De eerste keer dat ik deze bijwoonde, in 2000, voelde ik me daar gelijk thuis. Dat kwam omdat een derde van de tbc-artsen (oud-)tropenarts was. In DWDD maakte Kroes zich nu sterk voor de tropenartsen en vond het vorig jaar een verkeerde beslissing van minister Schippers om geen geld meer te geven voor de opleiding. Zij benadrukte het belang van hun kennis en expertise voor de Nederlandse gezondheidszorg. Andre van Duin als side-kick maakte een statement: Terugdraaien!”
Waar heb ik het verhaal over die unieke waarde  van de tropenartsen eerder gehoord. Nou, 20 jaar geleden, tijdens het 90-jarig bestaan van de tropenvereniging. Ik had de eer om daarover samen met twee andere tropenartsen een lustrumboek ‘Partnership in International Health’ samen te stellen.
Als er deze ochtend ECG-elektrodes op mijn hoofd waren geplakt, dan hadden deze heel wat hoge actiepotentialen laten zien. Het lijkt misschien op de REM (rapid eye movement) slaap, met dit verschil dat ik behoorlijk wakker was. Vroeger ging ik dan uit bed en zette deze energie om in iets nuttigs. Ook nu nog wel eens. In mijn hoofd maakte ik een afslag naar het schrijven van deze blogs. Inmiddels meer dan 250 verhalen. Ze vertellen wie ik was en wie ik ben geworden. Geschreven tijdens belangrijke periodes van mijn leven, met verschillende redenen. In 1980 en 1981 hield ik een dagboek bij tijdens mijn ‘Afrika-reis’. Pas 25 jaar later deelde ik het voor het eerst, las het zelfs voor. Ik beleefde de verhalen weer, en vond het eigenlijk ook wel knap en grappig geschreven. Tijdens onze 6 tropenjaren stuurden we in totaal 30 rondzendbrieven naar familie en vrienden. Deze werden gebundeld in boekjes, met van de Zambia-periode een oplage van drie en van Ghana ook een behoorlijk exclusieve oplage. De jaren daarna stuurde ik verhalen via de mail: apenstaartjes uit Londen (tijdens mijn studie daar), indrukken van de ‘Camino’, vakantieverhalen, beschrijvingen van buitenlandse bezoeken. Sinds 2011 als blogs en soms ook gewoon een verhaal. Ik had lol in het schrijven, maar vond het ook waardevol om mijn indrukken en gedachten vast te leggen. Voor mezelf, zoals ik ooit met het reisdagboek begon, maar ook voor anderen die het leuk vinden dit te lezen. En voor later zijn ze vast nog een mooie bron voor mijn kinderen en wie weet voor klein-, achterkleinkinderen en anderen. Die gedachte wordt nu nog eens versterkt door mijn zoektocht naar een aantal verwanten uit de negentiende eeuw.

Ook voor mij is het waar wat men gisteren in DWDD zei: de tropencarrière heeft me gevormd en daarmee heb ik ook mijn steentje bij kunnen dragen aan de gezondheidszorg in Nederland en elders in de wereld. Ik was trouwens ooit bij Matthijs van Nieuwkerk... Virtueel, tijdens een mediatraining. Ik vond het verschrikkelijk om zo door hem weggezet te worden en heb de test zelfs afgebroken omdat ik me niet kon voorstellen dat de werkelijke Matthijs zou onder de gordel zou zijn. En dat was vrijdagavond ook niet het geval (https://dewerelddraaitdoor.bnnvara.nl/media/381041).

Vakantiebeurs

De nog lege vakantiebeurs met de bewegwijzering naar de Tuberculose Dag 2018
In afwachting op de cursisten
Mijn werk brengt me nog eens ergens. Dit keer naar de vakantiebeurs in Utrecht. Deze week gaf ik donderdag les over tuberculose aan internisten die zich verdiepen in infectieziekten. Er was een zaaltje in het Media Plaza gehuurd, boven de Jaarbeurshal. Het was nog stil toen ik aankwam. 
Na mijn ‘lecture’ kwam ik terecht tussen het vakantieliefhebbende en -voorbereidende publiek. Een tasje over de schouder met informatie over de volgende bestemming. Ik was al bijna weer door de poortjes, in gedachten bij de volgende vergadering met nog een presentatie voor de boeg, toen ik me bedacht dat ik nog wel een half uurtje had. Suriname is over tien dagen mijn volgende reisbestemming; opnieuw voor werk, maar we willen er ook een keer naar toe op vakantie. Een paar folders en tips is dan toch ook wel handig, bedacht ik me. 
De Caribische klanken en dansers maakten me duidelijk waar ik moest zijn. Bij een van de stands vertelde Marsha Mormon haar verhaal dat ik nog even in de folder nalas. In Renkum geboren, op zoek naar haar voorouders, vond ze deze vervallen plantage aan de Comewijne rivier. De plantage Bakkie aan de Warappakreek zal ik zeker een keer bezoeken, al is het alleen vanwege de prettige en deskundige uitleg van Marsha.  

En toen zag ik de vakantiebestemming die al 35 jaar op mijn ‘bucket list’ staat. Ooit heb ik een verhaaltje uit de Volkskrant geknipt waar de Trans Siberië Expres werd besproken. Ik zoek het nog wel een keer op. In mijn herinnering kostte dat toen 600 dollar. Te doen, als student, maar mijn “zilvervloot” spaargeld ging al snel op aan een andere droomreis, naar Afrika. Geld is nu niet zozeer een probleem, maar wel tijd. Tijd en prioriteit kun je maken. En beter maar gelijk doen, want over een paar jaar kan de rug versleten zijn of houdt een ander gebrek je thuis. Deze week maar even in onze teams en met collega’s bespreken en dan boeken en waarschijnlijk in augustus op naar Moskou, Ulaanbaatar (hoofdstad van Mongolië) en Beijing! Tegen de medewerker van het reisbureau zei ik dat ik maar toevallig op deze beurs was en hier anders nooit zou komen. “Ik ook niet”, zei ze.