vrijdag 27 februari 1981

100 dagen weg. 26 februari. Piste dag. Acht uur weg en naar Mgeigange. Een paar maal gestopt. Het zeil vastgemaakt, omdat er veel stof binnenkwam. Bij een stop gaf ik een t-shirt weg aan een meisje. Bij een kraampje kochten we bananen voor 5 cent. We namen ze allemaal mee.
Corina ging bij "het rondje van het huis", weer onderuit. Toen we weer in de wagen gingen, was Herman met z'n hond een spelletje aan het doen met de kinderen. Hij voorzeggen en zij nazeggen. "Emma". "Herman is gek". "Jan is nog gekker". "Corina veel beterschap". 

Ook de letters van de AFRICA TOURS werden gespeld:
  • De A van het aapje, die zie je hier overal.
  • F van feestje, dat we zo missen.
  • R van het reisje, wat dit moet zijn.
  • I van indruk, die krijgen we genoeg.
  • C van Cameroun en daar krijgt iedereen een zoen.
  • De A is weer van het aapje van het begin.
  • T van Thea en dat is moeilijk.
  • De 0 van ouwehoer en dat staat voor Pieter.
  • U is uitermate goed en dat is hier niet van toepassing.
  • R voor handen verkeerd gespeld.
  • S van zegen, omdat we geen Z meer hadden.

In Mgeiganga stopten we voor brandstof, benzine en bier. De bier had waarschijnlijk een slechte invloed. Eerst ruzie tussen Bernard en Herman over het kopen van marihuana. Koppen tegen elkaar. Daarna ruzie tussen Bernard en Corina en tussen Bernard en Pieter. Bernard ging als een wilde tekeer. We moesten hem vasthouden. Dit hadden we veel eerder verwacht. Nog 1 week het hoofd koel houden. We reden nog een klein stukje door tot een klein dorpje. Het was een hel achterin: stof, lawaai, niets te zien (ik zat op de achterste plaats), trillen. De Sahara-ritten kwamen weer in herinnering.
Bij het plaatsje waswater. Een klein soort oerwoudje eromheen. Dichtbegroeid, bananenstruiken met grote trossen bananen. Ook een paar anderen werden moe en "ziek". Toos ging meteen slapen. Bernard verstuikte z'n enkel en kan bijna niet meer lopen en Grika kreeg medelijden met hongerende kinderen, die stonden te kijken hoe wij soep aten. Vroeg slapen om hier allemaal overheen te komen. Morgen waarschijnlijk een iets makkelijker weg. Het blijft onverhard. 's Avonds was het warm en broeierig. Een enerverende dag voorbij.

Vandaag weer een dag vol belevenissen. 6 uur op, 7 uur weg.
Eerst nog even wassen in de plas. Het was vandaag vrijdag en in een dorpje op 34 km van Meiganga en 49 van Pont du Lom was er een plaatselijk feestje. Een vijftal muzikanten stonden voor het huisje te spelen voor de 'burgemeester'. Twee drums en een fluitist met een hele lange toeter. Ook nog twee toeteraars. De ene bolde de wangen tot grote ballen.

Iets voorbij het riviertje stopten we nog een keer. De rolzeilen gingen weer omhoog en er kon volop stof binnenkomen. Tegen de middag waren we in het grensplaatsje bij de Centrale Republiek van Afrika: Garoua Boulai. 270 km van Ngaoundere en 750 van Maroua. We bleven daar een paar uur. Er was een marktje waar we wat bananen en sigaretten kochten. Ook bier was hier. In het plaatselijk kafé dronken vrouwen ook bier. Het leek wel een Brabants kafé.
We hoorden van Noren dat de weg naar Yaoundé en Douala slecht was. Eén en al piste. De steden waren ook niet om naar huis te schrijven, krimineel. Nog een paar uurtjes reden we. Met wat bier in m'n lijf sufte ik al snel weg, echter niet voor lang, gehobbbel, herrie en stof. Het was weer bar en boos. 4 uur stopten we. Een fotootje voor de auto gemaakt van de stofzoekers. "Zwart tussen de zwarten." Bij een waterplaatsje konden we ons een beetje verfrissen, maar meer ook niet. Schoon werden we niet. Arne werd nog smeriger, want hij nam een modderbad. De mensen stonden wel te kijken.
6 uur. Groene thee drinken bij Hamdou en Thea. 's Avonds waren er kinderen rond het vuur, die de liedjes van Grika na zongen. Om 8-9 uur gingen we al slapen om de volgende dag om 5 uur op te staan.

woensdag 25 februari 1981

Het was vandaag een rustdag. Tot de middag niets gedaan.
Hoe ziet de truuk er nu uit?
Voorin de twee planken met kasetterekorder. De zakjes van Corina, de grote doos met NEZO-zout. Op de bovenste plank links en rechts de voorraad Kellogg's Cornflakes, daartussen ook allemaal zakjes. Langs de kant hangen nog een paar rugzakken. Onder de stoelen liggen de koffers. De plaatjes Pritt zitten bijna allemaal op de stoel. De ton rijst staat voorin. Bij elke stoel staat nog een enorme rommel van tasjes, etc. Het zeil is open, zodat je leuk naar buiten kunt kijken. Draai me even om, om in de keuken te kijken. De gasstellen zijn nu helemaal smerig en worden niet meer schoongemaakt. De planken boven zijn ook bijna allemaal los getrild. De twee platformpjes die in de woonkamer hingen, zijn ook naar beneden gekomen. Pores boia.
Op de planken staan een aantal teksten. Bovenkeukenplank: “Ida kleine porties. Caloriearm dieet, geen suiker, etc.” "Kookploeg handen wassen" en de hoeveelheid suiker in thee en koffie. 
Voorin op de planken:

Eindelijk hier wat tomaten en uien kunnen kopen. 's Middags aten we onze warme hap. Er was ook gierst en macaroni bij. Niet zo veel, maar wel lekker. Dit was denk ik de eerste keer, dat we 's middags warm aten. Ook een brief naar huis geschreven.
's Middags gingen ze weer op safari, met de landrover. De kap hadden ze er nu afgehaald. Een echte safari auto. Nu hadden ze wel olifanten gezien. De leeuwen kwamen niet meer te voorschijn.
Met Thea ging ik weer zwemmen, wassen en bij de waterval kijken. Een afgrond daar beneden. Het water klotste naar beneden. De rotsen waren helemaal uitgeslepen. Terug bij ons plaatsje een sigaret op een doosje richting Alouette gestuurd. Halverwege kapseisde het ‘bootje’. Ook met Corina en Thea nog een eind gewandeld. Over een brugje een stuk de bush in gelopen. Veel sporen van olifanten en leeuwen. Echter geen wilde beesten. Wel hele mooie apen, soort baboons en baardapen: witte staart, witte baard rond de kop en ook witte strepen op het lichaam. Ze waren veel aktiever dan de baboons. Verder ook veel vogels, mooie ijsvogels (blauw), groene vleugels, rode borst, gele kop en ook gieren en arenden.
M'n broek die ik gewassen had, was verkleurd, blauwe strepen op m'n broek. M'n kleren bleven niet zo lang droog, want Thea gaf me een duwtje. We liepen in het donker terug over de rotsen. Wel gevaarlijk hoor. We hielden elkaar goed vast. Thea zonder lenzen als een blinde. Het was een klim van bijna een uur, maar gelukkig kwamen we heel terug. Vandaag had Jan papiertjes uitgedeeld met taken voor iedereen. Samen met Thea moest ik het zeil vastmaken en de cover over de landrover doen. Het zeil van de bus ging er niet zo gemakkelijk over. Het zeil was meer naar de andere kant gegaan. M'n vingers gingen er aan kapot. M’n handen en voeten zijn overal beschadigd na wandelingen over de stenen op de rotsen en een verwoeste poging om in een palmboom te komen. Rond het kampvuurtje aten we nog wat soep. Brood was er niet te krijgen. Het eten wordt steeds kariger. Tegen tienen was deze dag voorbij.

's Ochtends vroeg opstaan. Nog wel even zwemmen in de rivier en een bakkie koffie in het hotel. De landrover kwam weer achter in de auto en we reden door het bos terug. Na een uurtje zaten we op de grote weg naar Ngaoundere. De weg was goed. Verhard. We gingen door een mooi natuurgebied en over een hoog gebergte. Een klein kronkelweggetje omhoog, kapotte vangrails, omgekeerde auto's langs de kant in de diepte. We reden soms langs de rand en je kon dan in die diepte kijken, zonder asfalt te zien. Ik vond het wel griezelig, na onze ervaring in Jos om  van de weg te raken en geruchten dat nog maar 1 van de 4 remmen van de trailor werkten. Gelukkig ging alles goed en waren we in de middag in Ngaoundere.
Met Corina boodschappen gehaald. Brood, uien, wortelen en kool. Ook de anderen hadden brood gehaald, zodat we weer een aardige voorraad hebben. Daarna met Thea het stadje in gegaan. Bij een kruideniertje kochten we pasta, blikjes melk uit Nederland. Bij het hotel was er weer bier, schreef nog wat ansichtkaarten en gingen we terug naar de bus. Een paar kilometer buiten de stad zochten we ons plekje voor de nacht. Corina en ik zorgden voor het eten. Vandaag 100 dagen op reis, dus: stoofvlees.

Een groepje kinderen kwam bij het kampvuurtje staan en ging voor ons zingen: het Kameroenese volkslied en strijdlied. Ik vond dat ze niet zo mooi zongen als eerder. Wel waren ze heel ritmisch, beweeglijk. Daarna waren wij aan de beurt. In de eigen taal is het wel bar slecht gesteld met de liedjes. Al snel over in het Engels.

maandag 23 februari 1981

's Ochtends om 8 uur vertrokken naar het park. Na een uurtje waren we bij de ingang, waar 1500 CFA betaald moest worden. We reden richting Buffle Noir. Ze vertelden ons bij de ingang dat het 30-40 km hier vandaan was. Nou, vergeet het maar. Ik zat in de jeep en we moesten steeds takken aan de kant houden, boomstammen weghalen en de gevaarlijke plekken op de route markeren. Onderweg moesten we de weg vragen naar het kamp. Twee auto 's in volle vaart kwamen eraan. De eerste stopte, de tweede ook, maar te laat en klapte er tegenaan. Ik stapte onderweg weer in de big truck. Het zat weer onder het zand, schudde aan alle kanten en de takken kwamen binnen. Moeilijke smalle zandweggetjes, slingerend omhoog en naar beneden, over slootjes met planken of met ijzer ondersteund. Het ging moeizaam. Totaal reden we twee uur over de afstand en konden uiteindelijk genieten van het bier. Een beetje uitgeblust ging ik eerst een beetje dutten en daarna het water in. Ook hier weer een stromend water, misschien wel mooier dan Yankari. Aan het begin is het water heel hoog, stroomt door rotsen in een waterval naar beneden. Het water was daar ondiep, maar wel lekker fris·. Nieuwsgierig als altijd, ging ik bij het watervalletje kijken. Het kostte me bijna m'n leven. Onderschatte de kracht van de stroom. Uit de rotsen kwam het water als een aantrekkelijke douche naar beneden. Ik had m'n hoofd nog niet onder water gehad en dacht: "lekker, een douche". Nou, niet weer hoor. Er zat een enorme kracht achter die douche en bovendien stroomde het water in een kolk.·Ik werd met de rug tegen de muur geduwd, tegen de rots en kwam onder water. Ik werd bang en dacht dat dit wel eens het einde kon zijn. Zo met je rug tegen de rots geplet. Gelukkig kon ik onder water weg zwemmen van dat watergekletter en ben teruggegaan. Nog wel een paar maal uitgegleden op de glibberige rotsen en hier en daar mezelf opengehaald.
De andere kant van het beekje opgegaan. Het water was daar diep. In de rotsen vogelnestjes. Na wat rust, terug naar de truuk en speelde met Hamdou en later met Thea kaart. Randa. Was een leuk spel. Ook poker en een soort 31-en, wat ook leuk was. De hele avond gingen we door en aten de hutspot met goulashvlees.
Prima geslapen op een perkje met een beetje gras. Hoewel, een paar keer leeuwegebrul gehoord...

We stonden om 6 uur op en om 7 uur zaten we in de wagen. Een chauffeur en een Duitser voorin, wij met z'n 9-en achter in het Peugeotje. Het bos was veel kaler dan Yankari. De dieren waren daardoor ook beter te zien. koeantilopen, apen, kleine antilopen, wild varken, waterbokken, maar het mooiste was wel de leeuwin die op de weg lag. 
Johan klom uit de wagen en ging eerst voor onze lenzen staan. De leeuwin in gevechtshouding. In een paar sprongen ("6-metersprongen" zei onze begeleider) was hij bij Johan geweest en hadden we plaatjes kunnen nemen. De leeuwin werd echter bang en rende weg. Johan werd uitgescholden. We hadden de leeuwin kunnen zien spelen...
We stopten twee maal bij het water om de nijlpaarden te bekijken. Hun koppen staken boven het water uit en zo nu en dan kon je hun grote logge lichaam zien. Apen en antilopen die in harmonie naast elkaar leefden. De auto scheurde over de paden omhoog en naar beneden. We kregen wel een idee wat een safari was! Na 5 uur waren we weer terug. Genoten van de rit en de mooie dieren.
Na de broodjes warme worst en een pot bier viel ik in slaap. Voelde me aardig dronken worden. Later ging ik met Thea zwemmen. Eerst naar de waterval kijken en daarna in het ‘diepe’, van rots naar rots. De vrouwen waren aan het wassen. Zichzelf, hun kleren en de afwas. De pannen werden in het water gezet. Kleding werd geklopt en op het zand gedroogd. Mannen waren aan het vissen. De kleine visjes kon je in het water zien zwemmen. Een ‘wind’ zorgde ervoor dat het water opsprong en een pan in het water viel. Een soort zandduiveltje in het water. Heel apart.
Terugzwemmen was wel wat moeilijker tegen de stroom in. Daarna gingen we in het dorpje kijken. Eerst aangehouden omdat we op 'presidentieel terrein' waren. Ze deden nogal moeilijk. Een auto kwam met een pas geschoten bosantiloop. Het hart klopte nog. We bleven anderhalf uur kijken naar het villen van het beest. De huid werd eerst afgestroopt, de kop afgesneden en het vlees in bouten verdeeld. Een heel karwei. Er kwam veel lucht uit de magen. Een maag was vol groen voer. "De pantalon ging moeilijk uit". Rond het slachten stonden een groep mannen, die jachtverhalen aan het vertellen waren. Ook verhalen over de auto's ging rond, de auto's in het bos. De slager was een krachtige man. Zijn hulp had gescheurde kleren aan. Een beetje laat terug voor het eten, maar er was nog macaroni met appelmoes.
Nu zit ik al bijna 1½ uur te schrijven in het hotel/kafé achter een Ricard. 

zaterdag 21 februari 1981

Richting Garoua. We vertrokken om 7 uur 's ochtends. We wilden medicijnen en Bran Buds aan een missiepost geven, maar er was niemand. Het dorpshoofd was er ook niet en omdat ik de verantwoordelijkheid had over de medicijnen, vond ik dat we ze ergens anders moesten afgeven.
We stopten in een klein dorpje met een leuke markt. De markt was opgesplitst in afdelinkjes. Een deel kleding, groente en fruit, schapen en geiten. Ook een paar kraampjes waar ze wiet verkochten. Met gewoon papier werden daar stikkies van gerold. Veel dingen te koop. Er was ook een speciale stam daar, de vrouwen zaten op de grond. Mooie mensen. Drie mooie vrouwen met prachtig haar stonden bij de auto. Ze wisten niet wat hun overkwam toen we foto's maakten.
maar het waren mannen...
We reden door naar Garoua. Een moderne, schone stad. Mooie huizen, zoals het gemeentehuis. We waren dringend op zoek naar een zwembad. Het enige zwembad was bij het duurste hotel. Alleen voor hotelgasten. In het hotel dronken we wat van de dure prijskaart. Ik baalde weer stevig van de blanke omgeving en de dekadente sfeer en liep terug naar de brik. Wel jammer eigenlijk, want later hoorde ik dat bijna iedereen brutaal weg in het zwembad was gaan liggen. Na een kwartiertje, en veel kabaal van de hoteleigenaar zijn ze er toch maar uitgegaan. De politie stond al voor de deur, maar moest hier ook wel om lachen. Ik had m'n eigen douche bij de truuk, een tuinslang en was daar heel tevreden mee...
Jan wilde de generator verkopen voor 350.000 CFA (3500 gulden); in Nederland voor 800 gulden gekocht. Ik reed met de landrover mee. De koper kwam niet. Jan scheurde echt in de landrover, 90km/h, rookte hasjies onderweg, maar het ging allemaal goed. We zochten al snel een plekje voor de nacht. Arne bouwde een groot vuur. We aten de rijst met snijbonen en ja hoor stoofvlees. M’n slaapplaatsje was onder een boom. M'n muskietengaas gespannen. Het ritselde s nachts wel overal, maar toch prima geslapen. Gekke voetsporen. Piet had s nachts vijf olifanten zien lopen...

vrijdag 20 februari 1981

De volgende ochtend werd ik moeilijk wakker. Net op tijd voor vertrek. Alleen het vertrek was niet om 8 uur. De landrover kwam terug met Thea. Ze hadden bij een politiepost moeilijkheden gehad. Jan en Hans hadden geen paspoorten bij zich en dat gaf veel moeilijkheden. Ze moesten naar Maroua, naar de hoofdkommissaris. Jan, van nature agressief, vooral bij het zien van uniformen, was op een bepaald moment zo ver gegaan, dat ze hem in de boeien wilden slaan. Na wat praten kwam het weer goed. Totaal omgeslagen. Ze hadden heerlijk gegeten en veel gedronken…..
Wij gingen ook onderweg naar de politiepost. Alleen Herman was zo slim geweest om de truuk vast te draaien in het zand. Na anderhalf uur en met hulp van de plaatselijke bevolking kwamen we los. Eindelijk een keertje vast! Hamdou reed de wagen er tenslotte weer uit.

4 km verder was de politiepost. Nu 'goed weer'. Hamdou, nog zonder visum in Kameroen, moest in de truuk blijven. Jan ‘trakteerde’ op bier. We zaten onder het riet in een hut, gezellig bij elkaar. Van de politie-agenten moesten we nog een groepsfoto maken. Het was daar zo zalig, dat we daar nog een tijdje bleven. Nee, dat was 10 km verder bij de volgende post. Op een rieten matje lagen we daar in de schaduw. Ik viel nog even in slaap. In een hutje maakten ze vlees voor ons klaar. Rundvlees. De jerrycans waren leeg en er werd water gehaald uit een put. Niets vermoedend kreeg ik  een lading water over me heen. Het hek was van de dam...
Kleddernat, maar dat ging vanzelf weer over, reden we naar Maroua. Er reden vier Kameroenezen mee en onderweg kwamen er nog eens 10 bij. Achterin zag het 'zwart' van de mensen. Het was daar heel gezellig. We leken wel een busonderneming.
In Maroua gingen we gekleed in een motel wat drinken. Het was daar heel sjiek. Veel veiligheidsmensen zaten er, omdat de president in de stad was. Na een tijdje zochten we een ‘goed’ plekje. We vonden de landrover terug en op een open veld parkeerden we de wagen. Met de oudjes ging ik in een taxi met muziek van de Golden Earring (!) naar het feestterrein, waar de president zou zijn. Een grote mensenmassa. De president Ahmadou Ahidjo en de geïnviteerde president van Guinee kwamen net in een open auto langs rijden. Op een soort groot renveld nam hij weer plaats op de tribune. Op het feestterrein waren dansende vrouwen, primitieve dansen. 
Scan van ansichtkaart
Mannen en een paar vrouwen in korte broek, voorovergebukt dansend met een grote knuppel in de hand. Ook muziek van troms. Er was een defilé voor de presidenten. Een lange stoet van mensen met een Ahidjo-jurk aan. Wij kwamen nu ook dichter bij de dansende groepen. Ik vond het wel angstaanjagend en kon me wel voorstellen, dat zo'n volk tot gekke dingen in staat kan zijn. Op paarden, geheel versierd, kwamen waarschijnlijk de dorpsoudsten in gewaad en met speer en zwaard in volle draf op de tribune aanrijden om daar een groet aan hen te brengen.
Idem
Bij een dansende groep mensen met dierenhuiden om de middel, werden we weggejaagd,omdat ze op ons inliepen met geheven knuppel en speer. Ik begreep wel dat het allemaal spel was, maar vond het toch maar niks. Wekte agressie op. Ook een enorme persoonsverheerlijking. In extase rakende mensen en een vergaand nationalisme.
Het begon flink stoffig te worden, door de paarden en de stampende mensenmassa. De presidenten waren al vertrokken; de militairen en matrozen waren ook niet zo talrijk meer. Ik durfde nu wel foto's te maken, hoewel me het in het begin verboden was. Eerst voorzichtig onder m'n shirt, later ook openlijk. Geen problemen.
Opwaaiend zand
Lopend gingen we terug. Onderweg wat last van prikkelingen in m'n been. Nog wat gedronken in een hotel in de buurt. Na de maaltijd ging ik meteen plat. Te veel en te vroeg gedronken. Ik had een plaatsje in het bos, naast een droge rivier, gevonden onder een boom. Het stonk daar wel. ’s Avonds dacht ik dat ik bovenop een drol moest liggen, zo stonk het.
De wind blies een warme wind (de harmattan). Wel lekker. Eerst een tijdje op m'n slaapzak gelegen, maar vanwege de muggen er later wel ingekropen. In het hotel om 10 uur nog een pilsje gehaald. Een aantal van onze groep hadden daar gegeten en gedronken. Het was er heel duur geweest en ze waren veel geld kwijt. Piet en Johan waren dronken. Na een half uurtje had ik daar wel weer genoeg van en ging weer verder slapen.

De volgende dag ging ik naar de bank. Onderweg kwamen de presidenten weer langs, met motorbegeleiding. Ze zaten in een mooie car, achterin te praten. Naar het publiek keken ze niet om. Bij de bank $100 gewisseld en weer sigaretten, bananen, kola enzo kunnen kopen. Op de markt volop fruit te koop. Sinaasappels, mango's, grapefruits. Een hoed gekocht van een oude man (2500 CFA). De mensen die erom heen stonden, wilden provisieloon hebben, zowel van mij als van die man, maar dat ging niet door. Bij het souvenirgedeelte van de markt wilden ze van alle kanten wat aansmeren: mooie ijzeren beeldjes, schoenen, portefeuilles, etc. Bij de auto was een grote verkoop aan de gang. M'n dekentje had ik al verkocht voor 2000 CFA. Daarna volgden zwembroek, Homerus, nog andere boeken en pennen. Alles voor een prikkie weg. Ook m'n pyama voor 600 CFA verkocht. Ik kocht nog een harpje. Grika kocht van een man een presidentenjurk.
Om half 4 vertrokken we richting Garoua. Corina viel onderweg ‘flauw’. Een beetje aandacht van mijn kant maakte me gelijk een tovenaarsdokter. Alouette had koorts, Bernard dysenterie. Diarree, hoofdpijn bij anderen. Ik word hier nog wel eens als dokter aangekeken!
60 km van Garoua stopten we voor de nacht. Na het eten van aardappelen met rode bieten kwam er weer een praatje van ‘eerwaarde’ Jan Visser over wat er morgen ging gebeuren. Er werd zoals zo vaak weer een heleboel gekankerd. De slechte plek van de vorige nacht, mensen die zich wel een beetje belazerd voelden, over verwachtingen. Met Toos en Arne praatte ik nog wat over intermenselijke relaties, wat we geleerd hadden en zo. 's Avonds probeerde ik daar wat over na te denken, maar dat ging moeilijk. Misschien moet ik me nu al wat voorbereiden op het uitstappen. Krijg wel het gevoel dat ik uit een familie stap.

woensdag 18 februari 1981

's Ochtends vertrokken we om 8 uur. Eerst nog wat gewassen in de rivier. Vrouwen waren al aan het houtkappen. Op de weg transportwagens ('kiepauto's'), vol mensen. We reden door de Mandara Mountains. Nog steeds veel hutten, met of zonder golfplaten, op het eind van de dag alleen nog strooien daken. In een klein plaatsje voor de grens stopten we, iets van Pudu, voorbij Gzowa. Veel belangstelling van schoolkinderen die door de meesters met riet en stokjes weggejaagd werden. Door een vrouw werd ik uitgenodigd om binnen te kijken. In een hut was een klein geitje en stond een bed. In een andere lagen potten. Ze nam me ook mee naar haar kind. We praatten ook nog wat met de leraren. Ze waren een beetje jaloers dat we zo'n reis konden maken. Ook een beetje kwaad over onze manieren. Karin in korte broek, buitenlandse muziek. "Destroying our culture". Verder vroegen ze om jeans. Kultuurvervuiling!
Over de piste, een zandweggetje, 16 km naar Kirawa, de grens. Herinneringen kwamen weer naar boven van het wasbord, de Sahara, het bombardement. Veel stof binnen. In Kirawa wachtten Hamdou en Thea al twee dagen; Hamdou had nog geen visum.

Na passage van de politie en de douane van Nigeria, gingen we uit Nigeria en "We zijn in KAMEROEN". Ya hoor! De grensformaliteiten weer gedaan. Embarkatie en de-embarkatiepapieren invullen. Het was bloedheet. Je wordt er helemaal loom en apathisch van.

Nog een stukje piste naar een politiepost dichtbij Mora. Hamdou werd binnengesmokkeld. De mensen zijn hier erg vriendelijk. "Bonjour". Franstalig. De vrouwen zijn ook gelijk anders, minder kroes-, meer touwhaar. Hier ook armer, minder of niet gekleed.

We kwamen door Mora en  stopten 35 km van Maroua bij grote rotsen. Schaduw. Een schitterende plek. Grote ravage achterin de wagen. Samen met Hamdou maakte ik de trap in orde. Jan met landrover is ons voorbij gereden en nog niet terug. Die zien we morgen wel weer. Met Karin me weer makkelijk van het eten koken afgemaakt. Rijst, blik wortelen, blik stoofvlees en blik appelmoes. Ontspanning, stikkie, slapen, geen afwas. Nog even wassen in de put. De verkeerde gepakt: de veeput. Bij Piet en Karin M aan de kant van de weg gezeten. Karin M zette haar Algerijnse thee. Piet van der Steenhoven vertelde weer over de grote vaart en het wielrennen. Hij had Luik-Bastenaken-Luik in 1958 voor Rik van Steenbergen gewonnen.... Hagelbuien. Ook weer over z'n ongeluk in de Giro d'Italia. Als knecht van Bahamontes. Bij de limonadefabriek KAS 3 ton verdiend en 2 ton schuld na het ongeluk.
Een nachtuil.
Nu lig ik zo’n 25 meter hoog op een rots in onderbroek in de slaapzak. Warme wind. Sterren niet zo talrijk. Bij fel maanlicht (vol) kan ik deze laatste twee dagen bijschrijven. Krekelgeluiden, vogels, zo nu en dan geritsel, takken, bladeren door de wind of van een slang... Van 12 tot half 2 geschreven.

dinsdag 17 februari 1981


‘s Ochtends eerst nog wat bijkomen van het zwemmen van gisteravond. Ook vanochtend weer in het water. Afscheid genomen van het water. Corina knipte m’n haar nu nog korter. Het is nu 1 cm lang. Om half 12 vertrokken we uit Yankari. De zeilen waren omhoog. Voor het eerst! Een mooi uitzicht. We reden door een landschap van hoog geel gras met een paar bomen. Soms was er een stuk bos. Het zag er allemaal droog uit. Een paar maal stopten we voor een kudde geiten of koeien die over de weg liepen. De kleine dorpjes met ronde hutjes en omheiningen waren typisch voor dit land. Ook typisch waren de ‘primary schools’. Wit-groene moderne gebouwen in het open veld. Later ging ik achterin zitten, in de zon. Twee mannen op een motor gaven twee kranten door het achterdeel naar binnen. Er stond iets in over de Nederlandse olieleveranties aan Zuid-Afrika door Shell, de helft van de totale olie-invoer daar. Ook kregen we suikerriet aangegeven vanuit een auto.


In Gombe stopten we even voor kola en meloen. Veel kinderen stonden buiten te kijken. Met de telelens maakte ik wat foto’s. Vooral Emma stond bij de kinderen in de belangstelling. De schoolkinderen droegen geel-groene kostuums. Toen we wegreden, renden ze met de truuk mee. Gombe was toch nog wel een grote plaats. Golfplaatdaken en weer de afval op de straat. De mensen zwaaiden en waren vriendelijk. 
Een tiental kilometers buiten Gombe zetten we de auto neer. Een kleine reparatie aan de remmen. Heerlijk gegeten: macaroni met een sausje en een toetje van banaan en ananas. We hadden hout gekocht en maakten een kampvuurtje, waar we koffie en thee dronken. Er werden kwispels verteld en een paar moppen:

  1. Een man hangt in de Sahara in huis in de nok. Vrachtwagen buiten (IJs) .
  2. Toen de muziek ophield, viel hij dood neer. (Geblinddoekte koorddanser).
  3. Toen hij de kamer opendeed, z’n meubilair zag, pleegde hij zelfmoord (Dwerg. Poten weggezaagd).
  4. Man gaat met lift naar 5e verdieping, en lopend naar 10e verdieping. Terug met de lift. (Dwerg die niet bij het knopje kan).
  5. Toen hij las dat mevr. X in Canada gestorven was, wist hij dat het moord was. (Retour, enkele reis).
  6. Man uit ziekenhuis, onder een tunnel door, pleegde zelfmoord (Aan oog geopereerd).
  7. Man vraagt barkeeper om glaasje water. Barkeeper schiet in de lucht, man zegt dankjewel (Hik).
  8. Raam open. Hij ligt dood op de grond, glasscherven, plas water (vis).
  9. Man A stuurt pakje naar B, B opent het en kijkt erin en stuurt het naar man C. Man C opent het en kijkt erin en gooit het in de vuilnisbak. (Er zit een been in. Met z'n drieën in oorlog in Rusland afgesproken alle 3 een been missen. Oorlog voortijdig afgelopen. Been van man A om z'n belofte na te komen.)
‘s Ochtends om 6 uur op. Het vertrek werd uitgesteld tot 8 uur, omdat iedereen langzaam op gang kwam. Met Mieke zorgde ik voor het ontbijt: ketel warm water, brood en pan havermout.
Onderweg heb ik wat dingen opgeschreven, die me opvielen. Alles was zo mooi groen. Er werden irrigatie-, bevloeiingsmethoden gebruikt en toch wel weer vrij modern. Onderweg zagen we pinda-struiken, groene lage struiken, met pinda’s in de grond; ook wel door ons aangezien als bananestruiken. Een echt landbouw-gebied. Ook een andere bevolking. Peul-achtig, met ronde hoeden. Door plaatsjes met muziek-geschalm. Eenmaal hoorden we de ‘Master Blaster’ van Stevie Wonder...
In Biu stopten we even om wat fruit te kopen. Houten tafels met spulletjes erop voor een winkel. Pettenverkopers, blokkenhout, de Coca-Colaboer met een lading kratten voor z’n winkel. 
Watersjouwers met grote ‘uitgesneden’ blikken. De muziek schelde ook hier uit de transistor. We stonden naast een riolering, waar op stond: “Jesus Christ. The Messiah”. In de stalletjes was weer volop fruit te kopen: yaws, sinaasappels, papaja, tomaten, zoete vruchten en meloenen nu voor het eerst gezien. De mensen die zich ook nu weer rond de truuk schaarden, waren nieuwsgierig en keken vrolijk uit hun ogen. Veel kinderen liepen op blote voeten. Mensen met pannetjes op hun hoofd en ook veel schalen met brood, wortelen, pinda’s en kolanoten. Typisch Afrikaanse outlook. Onderweg langs de route zien we ook veel mensen met van alles op hun hoofd, van schoolboeken tot 50 kilo-zakken. Vrouwen met grote kruiken op hun hoofd of soms meer in hun nek.

We reden Biu uit op zoek naar een postkantoor, die er niet was. Verder lagen er veel matrassen op straat en was het er smerig. Veel vuilnis. We kwamen in Gombi (little Gombi) voor een kleine stop. Johan en ik dronken een kolaatje bij een Ibo-vrouw met kind. Een heel mooie vrouw. We hoorden mooie muziek. Ze vertelde dat het lbo-muziek was. Johan kocht in een platenzaak, ook met veel Europees en Amerikaanse soul, een bandje met deze Ibo-folkloristische dansgroep uit Unubi.
Even buiten dit dorpje hielden we middagpauze, waar een paar hutten stonden. Hans had aan een vrouw een t-shirt gegeven, die daarop spontaan een vreugdedans uitvoerde. Later ging Johan, Corina en ik er weer heen. Voor een hut zaten daar vier generaties: betovergrootmoeder (in t-shirt), grootmoeder (kussen) met kleinkind, en moeder (21) met een kind op de rug. Ze waren pinda's aan het pellen, heel handig en snel. Rond de hutjes stonden andere kleinere ‘hutjes’ op poten. Van boven werden daar pinda's en andere nootjes in gegooid en waarschijnlijk olie van gemaakt. We kregen ook pinda's van hen mee. Ze dankten ons heel hartelijk (osakou).
Bij de truuk stonden een heleboel kinderen. Een man van 60 vertelde dat hij de vader was en 8 vrouwen had. Corina was ½ sinaasappel kwijt en Jan met ‘mikrofoon’ dreef er de spot mee. Er werd een "zoekaktie" gehouden, waarbij vrijwilligers gevraagd werden. Zo ging dat nog een tijdje door.
Veel kaktushagen. We kwamen steeds meer in berglandschap. We zwaaiden veel naar de mensen langs de kant. Soms liepen kinderen gillend mee. Ouderen die beide handen omhoog gooiden.
In Bumi kwamen we op heel slechte wegen. Dat was niet nodig geweest, als we niet een afslag gemist hadden. We kwamen door Uba en Michika, waar de mensen niet zo vriendelijk waren. Problemen met het maken van foto's. Omdat Johan bier ging halen, kwamen we maar in kleine stapjes verder. In eerste instantie lieten we hem staan.
Herman had er ook genoeg van na 400 km en we stopten om 6 uur in het gele hoge gras. Bij het kampvuur aten we yams, macaroni, groente en meloen.
Een stuk of 10 kinderen kwam in de buurt staan en maakten zelf een vuurtje. We nodigden ze uit om bij ons vuur te komen. Een heel knap meisje met een wit t-shirt, already zwanger, leidde het groepje. Ze zongen allerlei liedjes; "Hallelujah, praise the Lord", ook in het Hausa, op de wijs van m'n tante in Amerika die komt en Hiygi. Een paar kinderen sloegen op de tam-tam, trom (jerrycans) en Herman liep met de braadpan rond. Handen klappen. Jan fanatiek de kinderen aanvurend: "stronger". Herman deelde snoep en koekjes uit. Later maakten we een pan limonade (schoolreisje), en als één schaap over de dam is, ... De kinderen vertelden dat ze om 7 uur 's ochtends weer naar school moesten.
Naast de truuk was nog een heel mooi spelletje aan de gang. Een aantal meisjes in een kring rond een meisje, die zich steeds in het kringetje liet vallen en opgevangen werd. Alles ging ritmisch in de vorm van een vraag-en-antwoord spel. Ontroerend mooi. Heel disciplinair gingen ze rond 10 uur terug, na een afscheidsliedje "time to go, sleeping now. Goodbye". We gaven handjes en in een lange kolonne gingen ze terug, inmiddels 50- 100. Op de weg bleven ze nog een uur nakletsen. Het is weer volle maan.

zondag 15 februari 1981

's Ochtends toen ik wakker werd liepen de apen al rond. Eentje droeg een baby onder aan haar buik. Ze deden verder niks. Van de Chinezen kregen we nog zeep en salade. Ze vertrokken vandaag. Ik had last van diarree en was moe, dus bleef tot 11 uur liggen. Moest zo nu en dan naar de WC rennen.
We zitten nu in de schaduw bij het water. Net onze lunch gegeten van cornflakes en brood-banaan. Het is nu rustig. De vrouwen hadden net weer enorme ruzie over geld, waarbij allerlei verwijten naar elkaar gesmeten werden.
De apen kwamen weer om de hoek kijken. Ze waren heel brutaal. Eentje jatte een schoen, een ander sloten we op in een badhuisje. Ze hadden ook veel jonkies onder aan de buik hangen.

Om half 4 gingen we op Safari. In een soort legertruuk werden we geladen en gingen op pad. Veel baboons en waterbokken, wilde hartebeesten. Ook al snel de olifanten. Eerst kleine, die een boom aan het kaal vreten waren. Later nog een hele grote, vrij agressief. Een nijlpaard zwom in het moeras, maar dook al snel onder. De herten liepen en zwommen er ook doorheen. We gingen met de wagen door het water. Zagen een paar kleine krokodillen en hele grote vogels, arenden of adelaars, ooievaars en nog meer steltlopers. De verrassing kwam tegen het eind, toen een groot nijlpaard omhoog kwam, z'n grote muil opendeed en van vreugde opsprong en terug in het water dook. 
We reden terug over de hobbelpaadjes. Eenmaal was de weg weggespoeld, er lagen een paar planken als brug, maar we reden door de sloot. We zagen ook groot vuur. Dat werd gemaakt om het allemaal klaar te maken voor de regentijd.

In het hotel lesten we onze dorst. Ik kwam de leraar tegen van de primary school (165 leerlingen en 6 leraren). Hij nodigde ons uit om morgen de bush in te gaan met de boswachter. We aten 's avonds ook bij het hotel: chips and eggs. We sliepen 's avonds weer op de kamping. Eerst nog een pilsje gedronken in het hotel en gezwommen bij maan- en sterlicht in m’n blootje.
Ik sliep uitstekend en werd 's morgens met moeite wakker, toen de apen al rondliepen. Ze ravotten nog wat op de rieten daken van de lemen hutten en de hele groep vertrok weer de bush in. Ook wij vertrokken met de boswachter de bush in. Eerst langs Wiki Spring en over kleine paadjes die met stront bevuild waren. Verse buffelkeutels en grote olifantendrollen? We bestudeerden veel, heel veel vogels. Het bos was één en al leven. Duivegekoer, ijsvogel, gele reiger, ibis, hornbill (neushoornvogel) en nog veel meer. Op een uitkijkplaats hadden we een mooi uitzicht over de rivier. Een paar hartebeesten kwamen drinken, het water was zo helder dat je de vissen zag zwemmen. Verder weer veel vogels, klavier, sandpiper en lillitrotter. We liepen terug. Onze gids maakte een tol van een slakkehuisje.
Nu zitten we al weer een tijdje bij het water. Het is weer zo'n 40 °C. In de schaduw kun je nog wel blijven, maar in de zon is het niet uit te houden. Zo nu en dan een verfrissende duik in het water. We zagen een schouwspel van apen in een oude boom. Schitterend. Je had het vast moeten leggen op film. Ook de plaatselijke bevolking genoot hiervan. We gingen terug en tot onze teleurstelling was de truuk er al. Wel vond ik het fijn dat iedereen weer beter was. Herman, Karin en Hans. Hamdou en Thea waren ook terug. De truuk was tenminste hier gekomen, die onzekerheid is dus weg.
We waren snel bij de truuk, uitgehongerd. Snel een paar boterhammen. We wilden 's avonds niet in de bus eten en gingen naar het "hotel", aten weer rijst met minder hete saus. We dansten ook nog wat met de eigenares. African-disco, baboon-disco. Tot slot maakten we chocolademelk. Om 12 uur ging ik bij maanlicht zwemmen. Niet voor lang.
Vanochtend werden we weer door de apen gewekt. Ze hadden veel belangstelling voor de truuk. Zaten bovenop de wagen. Na het bordje havermout, ging Corina m'n haar knippen. Ik ben nog niet tevreden, kan nog veel korter.
Vandaag is het zondag 15 februari en gingen we, Corina, Mieke, Toos, Arne en Grika naar de kerk. Er werd heel mooi gezongen en gespeeld op holle instrumenten. Een groep kerkleden kwam zingend binnen. Ze hadden toga’s aan en platte hoeden op. Onder de dienst kwamen de vrouwen met kinderen binnen en gingen weer naar buiten. Ook kinderen van 8-10 jaar liepen met baby's op hun rug. Tijdens de service gaven de vrouwen de kinderen de borst. De dominee schreeuwde wel hard tijdens z'n preek. We verstonden er niks van, omdat alles in Hausa was. In het Engels werden we welkom geheten en we stelden ons voor. De hele dienst duurde wel lang, meer dan 2 uur, maar dat kwam ook omdat een kind gedoopt werd.
's Middags een tijd bij het water gezeten en gezwommen. Alleen, voor een uurtje de bush in. Heel mooi. Veel geluiden, wel angstaanjagend. Apen, antiloop en veel waterbokken. De parelhoenders maakten veel lawaai, zodat het zweet me wel eens uitbrak. Ook de wilde zwijnen maakte me wel een beetje onrustig. Hoe wild zijn die?
Daarna met Hammadou en de onderwijzer, Grika, Mieke en Toos de bush in. Heerlijke rust, maar weinig vogels, wel waterbokken. Bij het water op zoek geweest naar een mooie telelensfoto van een "apekop". Helaas. Het werd al snel donker. We gingen bij de leraar eten. Hij had een kamer met 2-persoonsbed, mooie stoelen, bank, tafel en een klein burootje. Kleren aan een lijn in de kamer. Foto's van meiden aan de muur. Douche met WC (gat in de grond). Kaarsverlichting. In het keukentje stond het gasstel op houten rekken. Ook potten en pannen op een houten rek. Een grote wasbak. Voor hem waarschijnlijk vrij modern, voor ons armzalig. Het eten was lekker. Rijst met saus en yams. We speelden master mind. "Lady killer" liet de foto's van z'n girl-friends zien. Ook probeerde hij Toos te versieren. Glibberige vent. Hammadou, de boswachter, was veel aardiger. Vanochtend was hij ook in de ECWA-kerk. Hij praatte ook veel verstandiger over vrouwen en drank, etc.
Bij het hotel dronken we nog een pilsje en maken nu aanstalten om te gaan slapen. Nog anderhalve week naar Yaoundé. Nog even een warm bad voordat ik ga slapen.
Yankari, 23.30 uur. Gezwommen tot 1 uur. "Apen-ziek".