De vorige rondzendbrief schreef Gerard over
Koninginnedag. De reden was onder anderen, dat ik met Douwe in de 'Times of Zambia' zou verschijnen. Op 30 april was door de pers namelijk een
foto van Douwe en mij, en van Heleen en Gijs (uit Mporogoso, ook in de Noord-Provincie)
gemaakt. Ze hadden beloofd de foto in de krant te zetten. Teleurstelling toen
de volgende dag alleen maar een klein berichtje over de viering in de krant
stond en geen foto. Toen we half juni de kranten van de laatste twee weken
doorbladerden kwamen we toevallig deze foto in de krant van 2 juni tegen. Dus
toch. Ik zal verder niet meer schrijven over koninginnedag, maar alleen dit: we
kregen geen tranen in de ogen toen we het Wilhelmus hoorden. Op de
voorbereidingskursussen was ons verzekerd dat na jaren in de vreemde ons een
brok in de keel zou schieten en de tranen in de ogen zou springen bij het horen
van het volkslied. Dus niet.
Het is ook weer de eerste keer dat ik schrijf na m'n
verblijf in Nederland in januari. Ik ben weer aan m'n werk begonnen,
wat heel goed bevalt. Brenda en Noreen, een nieuwe oppas, zorgen voor Douwe. Hij
kan het goed met ze vinden.
Sinds m'n terugkomst zijn er weer wat veranderingen
op m'n werk. We hebben er bijvoorbeeld nu een "special clinic" bij.
Dit is een buro, waar we een keer in de veertien dagen de ernstig ondervoede
kinderen terugzien. Het leuke is dat je nu een aantal maanden de moeders en de kinderen
goed leert kennen en zo ook via gezondheidsvoorlichting en persoonlijke
gesprekken mensen inzicht kunt geven in het probleem van de ondervoeding van
hun kind. Tijdens de gewone "underfive clinics" is deze aandacht niet
mogelijk. Meestal zien we dan op een ochtend tussen de 80 en 100 kinderen. Op
een "special clinic" komen er 10 moeders per keer. Door deze
intensieve aandacht zie je ook een verbetering optreden in de gezondheid van
het kind. Verder ben ik net begonnen met het opzetten van een onderzoekje naar
het aantal weeskinderen. Steeds meer kinderen verliezen hun moeder of beide ouders
door AIDS. Op het moment schat men dat er 75.000 kinderen moeder
of beide ouders missen en voor 2000 verwacht men dat dit aantal gestegen zal
zijn naar 600.000. We zien steeds meer grootmoeders met kleinkinderen of
vrouwen met twee kinderen aan de borst, een kind van haar zelf en een ander van
een overleden zus. We kunnen nog niet overzien hoe groot het probleem in
Chilonga zal zijn, maar de toekomst ziet er niet veelbelovend uit.
Under five clinic in een van de dorpen |
Ik weet niet of jullie dat ook hebben, maar ik vind
dat de tijd zo snel gaat. Misschien weet je nog dat we weg gingen in januari
1989. Als deze brief je bereikt, hebben we nog minder dan een half jaar te
gaan. Ik kijk er wel naar uit om weer in Nederland te zijn, maar zal het leven
hier ook wel gaan missen. We gaan ons werk en leven hier langzamerhand afbouwen.
P.S. Rare kranteknipsels blijven ons achtervolgen.
Zo stond er laatst in het NRC dat er een aardbeving was in Assen, met het
epicentrum in Geelbroek. De kracht op de schaal van Richter was 2,5. Gelukkig
was er geen materiƫle schade, laat staan persoonlijk letsel. Is het raar? Of
komt het omdat we met andere problematiek te maken hebben?