Dit is alweer de derde rondzendbrief in 4 maanden tijd. Als het zo
doorgaat overtreffen we de 20 rondzendbrieven uit Zambia nog. De ervaring leert
ook dat je in de loop van de tijd steeds minder schrijft. We zullen zien.
In ieder geval willen we jullie hartelijk bedanken voor alle brieven,
kaarten en pakjes die jullie gestuurd hebben. Post blijft voor ons belangrijk
omdat het een prettige ondersteuning is tijdens ons verblijf. We kijken er echt
elke week weer naar uit.
Ook hebben we ons eerste bezoek uit Nederland: mijn nicht en haar
vriend. Beiden zijn medicijnen studenten. Ze lopen zes weken mee in het zieken-huis
en district. Het is heel gezellig en ook goed te doen in ons grote huis, want
eindelijk zijn we dan verhuisd. Sinds begin september wonen we in wel een
beetje groot uitgevallen huis. We hebben het ons al snel eigen gemaakt
De eerste twee maanden die toch dikwijls het moeilijkst zijn hebben we
met vallen en opstaan doorstaan. We beginnen ons nu echt thuis te voelen in
Ghana en zien het dan ook wel zitten om hier een tijdje te blijven wonen.
Gerard die een lange inwerkperiode en nu dan de overdracht heeft gehad
zit al tot over zijn oren in het werk. Er duiken steeds weer problemen op in
het district die aangepakt en opgelost moeten worden. Het kost hem veel extra
tijd.
Douwe is al helemaal aangepast, hoewel hij het wel zat is dat iedereen
altijd maar aan hem wil komen en hem op wil tillen. Na schooltijd komen er
vaak wat kinderen met hem spelen en overdag vermaakt hij zichzelf wel aardig.
Hij zit wel in een soort peuterpubertijd (als dat bestaat). Hoe daar mee om te
gaan is een tweede, dan mis ik nog wel eens positieve adviezen uit mijn
omgeving.
Koen is de afgelopen tijd ons zorgenkindje geweest. Hij heeft nu ook
eenmaal een astma-aanval gehad. Hij is er gelukkig wel weer goed uitge-komen.
Verder blijft hij maar hitte-uitslag houden over zijn hele lichaam, wat sinds
kort ook is gaan jeuken. Dan merk je wel weer dat je beperkt bent in onderzoek
en behandelen en het lastig is dat je hem zelf op behandeling moet zetten.
Voor mij zijn er ook wat veranderingen. Ik ben inmiddels aan de slag
gegaan in het ziekenhuis.
Als je in Ghana of waar dan ook in de wereld wilt gaan werken als ver-pleegkundige
moet je je eerst laten registreren. In Ghana ben ik met mijn papieren wel ‘registrabel’,
maar niet zo maar geregistreerd. Daarvoor moet je eerst een oriëntatiecursus
voor-in-het-buitenland-opgeleide verpleegkun-digen volgen. Deze cursus bestaat
uit twee weken theorie en zes weken praktijk in Accra. Bij de council voor
verpleegkundigen en verloskundigen heb ik laten weten dat ik onmogelijk twee
maanden van huis kan met twee kleine kinderen. Gelukkig konden ze daar het probleem
ook wel zien en zouden ze kijken naar alternatieven maar die twee weken theorie
moest ik in ieder geval wel doen. Deze heb ik inmiddels gedaan en was zeker de
moeite waard.
We waren met een groep van 28 verpleegkundigen uit alle delen van de wereld.
De grootste groep waren Ghanezen die in Nigeria en Groot-Brittan-nië waren
getraind. Verder een groep Liberiaanse vluchtelingen, een zuster uit India en
verder nog mensen uit de Verenigde Staten, Zwitserland, Duitsland, Schotland en
natuurlijk Nederland. Met mij was er nog een andere Nederlandse vrouw die nota
bene al op het eind van haar contract zat en alsnog deze cursus moest volgen
voor een registratienummer. Waar-schijnlijk om nog wat geld binnen te krijgen,
want we moesten een flinke som cedis betalen om deze cursus te volgen. We
moesten ook zelf voor transport en onderdak zorgen. Ik kon logeren in een huis
van de Spaanse zusters. Het lag ruim 15 km buiten Accra en dus moest ik vroeg op om
te reizen, met een taxi of een tro-tro. Dit is een busje waar je met velen in
gaat en waar de deur dan nog maar net dicht kan en waar je weer helemaal
bezweet uit komt. Wel goedkoop, dertig cent tot in het centrum. De taxi, ook
niet altijd comfortabel, maar als je het busje hebt gehad een luxe, is drie
keer zo duur en doet er net zo lang over als een busje. De taxi’s werken
eigenlijk net zo als een bus: van een stop naar een andere stop met een vaste
route. Je reist altijd met nog drie andere reizigers. Op zich functioneert het
openbaar vervoer wel goed, alleen in de spits is het druk, is het dringen voor
een plaatsje en ben je veel tijd kwijt voor een relatief korte afstand. Het was
een leuke ervaring om op deze manier door Accra te rijden Je leert de stad zo
wel kennen en je maakt nog eens wat mee. Er is altijd wel iemand die een
praatje met je maakt. Op een ochtend zat ik in een taxi, muziekje aan, een
Gospelsong, de chauffeur was lekker mee aan het zingen en al gauw zongen de
mensen naast me ook uit volle borst mee. In Nederland had ik me zeker
afgevraagd waar ik nu in terecht was gekomen, maar hier lijkt het er wel gewoon
bij te horen. Het had ook wel iets gezelligs en de tijd werd zo een beetje
gedood. Ik was meestal toch zo’n twee uur onderweg om van het huis naar het
centrum te komen, ‘s Middags was dit meestal wat korter.
De eerste week van de cursus bestond uit theorie, veel over de structuren
van de gezondheidszorg in Ghana. Verder wat lessen over veel voorkomen-de
ziektes en gezondheidsprogramma’s. Zo hadden we ook les van een socioloog over
family planning. Hij vertelde heel boeiend over zijn onder-zoek naar hoe mensen
over family planning dachten en wat ze wisten van de verschillende methoden
Veel mensen zien in de meeste methoden nade-len. Een van die nadelen was wel
heel opmerkelijk: ‘de bijwerking van sterilisatie is onvruchtbaarheid’. Het
blijkt wel weer dat er nog heel wat aan gezondheidsvoorlichting gedaan moet
worden voordat een family planning programma zijn vruchten af zal werpen.
De tweede week hebben we verschillende ziekenhuizen bezocht. In het
grote Korle-Bu universiteitsziekenhuis kregen we veel gedoneerde prestige
objecten te zien. De hartbewaking en de dialyseafdelingen hadden op dat moment
geen patiënten. Wel liepen er veel verpleegkundigen rond. Verder hebben we nog
een aantal verpleegafdelingen gezien. Je krijgt wel een aardige indruk hoe
groot zo’n ziekenhuis is.
We zijn ook nog een ochtend naar een psychiatrisch ziekenhuis geweest.
Het ziekenhuls heeft een opnamecapaciteit van 200 bedden, maar er waren op dat
moment 1100 patiënten. Ik werd er wel een beetje triest van zoveel mensen per
afdeling te zien met zo weinig personeel. Je kunt je voorstellen dat er van
individuele aandacht weinig sprake kan zijn en dat het personeel al blij is
als ze de afdeling een beetje in toom kunnen houden. Mijn indruk was dat de
verpleegkundigen naar omstandigheden toch wel streefden naar een goede zorg. De
meeste van de patiënten zijn verstoten door hun familie en zullen de rest van
hun leven daar slijten. Er zijn ook afdelingen waar mensen tijdelijk opgenomen
worden en na behandeling en verbetering weer terug naar huis gaan.
Opvallend was dat de vrouwenafdelingen er zoveel schoner uit zagen dan
de mannenafdelingen. Men probeert de patiënten zoveel mogelijk te betrekken
bij het schoonmaken van de afdelingen.
Een andere dag hebben we een Health Post bezocht in een sloppenwijk van
Accra. We kregen een rondleiding door de ‘wijk’, een stuk strand tegen de
gevangenis aan. Op het strand was een dorp van allemaal houten barakken, waar
volgens zeggen allemaal daklozen, zwervers, verstotenen en crimine-len wonen
die hier met visvangst nog wat geld proberen te verdienen. Tussen die barakken
was een gebouw wat als een soort kliniek gebruikt werd voor vaccinaties,
zwangerschapscontrole. Er waren zelfs een paar bedden voor zieken. In het hele
gebied was hygiëne ver te zoeken en lag er een hoop werk voor de public health
nurse. Zij vertelde echter dat het zeer moeilijk was om deze mensen te
organiseren en te motiveren om de proble-men aan te pakken. Er bestaat geen
eenheid, er is geen sociale controle zoals je dat in andere dorpen wel ziet,
men leeft hier erg individualistisch. Andere problemen hebben waarschijnlijk
een hogere prioriteit.
Die dag bezochten we ook nog een kinderziekenhuis voor ondervoede
kinderen. Wat een contrast met het vorige, terwijl de onderliggende problemen
van eenzelfde aard kunnen zijn: armoede. Het gebouw zag er prachtig uit, goed
onderhouden. De artsen kenden hun patientjes goed, ook omdat de kinderen er
minstens zes weken worden opgenomen. De moeders worden de hele dag bezig
gehouden met voeding maken, gezondheids-voorlichting. Er is een speciale
afdeling waar gekookt wordt, er is een afdeling waar voorlichting over family
planning gegeven wordt en een nutritionafdeling waar voorlichting over voeding
gegeven wordt.
Soms is iets zo mooi en zo ideaal dat het bijna onwerkelijk lijkt en
ook heel ver van de Ghanese samenleving afstaat. Ik heb het over het S.O.S.
kinderdorp zo’n 30 km
van Accra waar 200 kinderen wonen die geen ouders meer hebben (wezen en
vondelingen). De kinderen wonen in een huis, met 6 tot 8 andere kinderen van
verschillende leeftijd, als in een gezinssituatie samen. Ze worden opgevoed
door een pleegmoeder. Elk huis heeft voldoende ruime slaapvertrekken waar 2
kinderen per kamer slapen. Elk huis heeft een ruime woonkamer met televisie en
radio. Speelgoed is ruim voorradig. Er is een keuken met vriezer, koelkast en
kookstel. Op het terrein is een peuterschool, een lagere school en een middelbare
school. Verder nog gebouwen waar men leert koken, naaien en typen. Kinderen van
buiten het S.O.S. dorp kunnen tegen flinke betaling ook naar deze scholen. Het
hele dorp functioneert volledig op donatie gelden. Elk huis wordt door een land
gesponsord. Dit levert natuurlijk wat onderlinge competitie tussen ambassades
op. Er is ook een Hollandhuis, met foto’s van windmolens, schaatsers en de
koningin aan de muur. De apparaten zijn natuurlijk van Nederlandse fabrikaat:
Philips.
Terug in Assin Foso ben ik meteen met de praktijkoriëntatie begonnen.
Aanvankelijk moest ik dat dus in Accra doen, maar na wat heen en weer gepraat
kon ik het in Cape Coast doen. Nog eens 6 weken Accra was te veel geweest
vooral voor Douwe en Koen. In Cape Coast hebben we de situatie nog een
uitgelegd, dat het toch heel moeilijk te realiseren is met 2 kinderen. Ons
voorstel was om de oriëntatie in Foso te doen met een aantal dagen aanvullende
oriëntatie in Cape Coast. Maar de persoon die over deze oriëntatie ging vond
het allang goed dat ik het helemaal in Foso wilde doen onder supervisie van
onze principal nursing officer (P.N.O.) die haar senior was op de universiteit.
Samen met Mr. Afful, de P.N.O., hebben we een programma gemaakt en roteer ik op
de verschillende afdelingen in ons ziekenhuis. Het was al lang geleden dat ik
in het ziekenhuis gewerkt had, maar je zit er ook zo weer in. Ik moet me nog
wel even inhouden met aanpakken van bepaalde dingen. Ik merk dat de nonnen als
je het voorzichtig brengt er wel voor open staan om dingen te veranderen.
In een volgende brief zal ik
jullie wat meer over het werk vertellen.
Gerard zal nog even iets vertellen over de RTL-affaire.
Zoals jullie misschien al begrepen hadden, zijn de opnames voor een
uitzending bij RTL niet doorgegaan. RTL had zich al gebonden aan uitzendingen
over het Rode Kruis. De hele voorbereiding was dus een grote flop.
Onverwacht en ongewild zijn wij hier wel in de media terecht gekomen.
Afgelopen weekend had ik dienst en werd op zaterdag de Deputy Minister van
Binnenlandse Zaken binnengebracht. Hij had in Foso een auto-ongeluk gehad en
een arm gebroken. Op zich niet zo’n alarmerende situatie. Met hem was ook nog
een gevolg van 30 andere hooggeplaatste personen, ministers en kamerleden. Men
was namelijk net terug van een begrafenis van een parlementslid. Dit soort
personen eist onmiddellijke behandeling en is zelden tevreden. Op de
polikliniek liep het uit op een ruzie tussen een rechter en een van onze nurses,
Sebastian. Op een gegeven moment zei Sebastian tegen hem “wil je dat ik voor je vlieg”, en toen waren de poppen echt aan het
dansen. Sebastian werd bedreigd, het ziekenhuis was natuurlijk waardeloos, en
men zou er werk van maken. Dat gebeurde ook, want dinsdag was het een onderwerp
in het parlement, ‘s avonds in het televisie journaal, de volgende ochtend op
de radio en in de krant. De Minister van Gezondheid eiste een onderzoek en ook
het district stelt een onderzoeks-commissie in. Er zijn veel onterechte beschuldigingen
gemaakt naar onze kant. Als ziekenhuis hebben we daarom vrijdag een verklaring
in de districtsraad voorgelezen, die maandag, gisteren, ook in de krant stond
afgedrukt. Het ziet er nog niet naar uit dat iedereen tevreden is, dus zal er
nog wel een staartje aan dit verhaal zitten... Wordt vervolgd.