Een dag uit het leven in de tropen... Ik lees
ze wel een van anderen “een dag uit het leven van ...”, meestal zijn het
personeelsblaadjes of zo. Ik vind het altijd wel grappig zo’n dag mee te lopen
en eens lezen hoe een ander het nou doet. Ik wilde jullie weer eens wat
schrijven, maar ik weet niet wat. Alsof je niets mee maakt en er gebeurt zo
veel. Eigenlijk is het best makke-lijk om zomaar een willekeurige dag uit je
leven te volgen en op te schrijven wat er zoal gebeurd. Hier is dan zo'n dag.
Het is al 6 uur als Douwe ons komt wekken.
Koen was al wat eerder tussen ons ingekropen maar die slaapt meestal rustig
verder. Hij laat zich ook nauwelijks storen door Douwe’s verhalen die meestal gaan
over z’n dromen; fantasierijke bouwplannen die vervolgens meteen uitgevoerd
zouden moeten worden. Als ik al 5 keer hetzelfde zinnetje heb gehoord “Kan je dat dan wel voor me maken?”, draai
ik me om en open m’n ogen. “Goeiemorgen
Douwe!”. “Goeiemorgen, mama, ja is
dat afgesproken dat je dat nu voor me gaat maken”. “Wat?” “Nou, dat vliegtuig met
een propellertje waar je zo mee weg kan vliegen, waarheen je maar wilt?” “Oh, Douwe dat kan ik niet hoor een vliegtuig
bouwen”. Koen is inmiddels ook wakker. Gerard dut nog wat door. Douwe en
Koen gaan alvast de woon-kamer in. Als ik dan toch ook maar uit bed kom, zijn
alle kussens van de stoelen en bank gehaald, krukjes staan op z’n kop: “Kijk, zo’n vliegtuig bedoel ik nou”,
zegt Douwe. De stellingen van kussens blijkt dit keer een vliegtuig te zijn.
Andere keren is dezelfde constructie een boot of een huis, een auto of een
ingenieuze machine die van alles kan. Ze spelen lekker verder, als ik
ondertussen de was uit de wasmachine haal en een nieuwe was er in doe. Dat is
voor Prince straks als ik naar m'n werk ben. Ik zet thee en dek de tafel. Douwe
en Koen komen allebei helpen de borden en kopjes op tafel te zetten. Inmiddels
zit Gerard alweer achter de computer even wat voorbereiden voor een vergadering
die dag.
We ontbijten en dan ga ik me snel douchen en
aankleden. Koude douche. Onze watervoorziening is nog steeds het regenwater dat
we via het dak en de regenpijp opvangen in een ondergrondse tank, van daaruit
pompen we het naar een hoger gelegen tank die dan zo voor de waterdruk zorgt en
het mogelijk maakt onder de douche te kunnen of je handen te wassen als je de
kraan open draait. ‘s Morgens is het water meestal koud, maar ach je weet niet
beter. ‘s Middags als de zon op de tank heeft staan branden is het wel warm. Inmiddels
zijn Prince en Stella gekomen en zijn Douwe en Koen ook aan het badderen. Ik
zeg ze gedag en ga naar het ziekenhuis.
Ik loop altijd eerst bij de sisters langs voor
de sleutel van de ‘main store’, dit is de opslagplaats van de medicijnen. Ik
zorg nu al ruim een jaar voor de uitgifte van medicijnen aan de afdelingen, hou
in de gaten wat er besteld moet worden en hou op de computer bij wat er in en
uit gaat en zo hebben we nu een redelijk overzicht gekregen wanneer we wat
moeten kopen, hoeveel het kost en hoeveel we ervoor moeten vragen. In hetzelfde
gebouw zit ook de wasserij van het ziekenhuis en degene die de store doet,
zorgt ook voor de wasserij. Nadat ik de sleutel heb opgehaald, loop ik langs de
store, haal wat waspoeder en een paar blokken zeep eruit en giet het bleekwater
in een kom. Er ligt al een berg was voor de machine, allemaal groene stukken,
dat is de operatiekamer. Waarschijnlijk hebben ze gisteravond of vannacht
geopereerd. De was is al voorgespoeld en ik stop het in de machine, zodat die
al gedraaid is als de wasvrouwen Agnes en Sarah komen. Ik loop door via de
kinderafdeling naar de volwassenafdeling, zodat ik meteen weet of er wat
bijzonders is. De kinderafdeling is druk maar kalm. Meestal ligt het vol. Nu
ook. Veel kinderen zijn gisteren of eergisteren gekomen. Veel met malaria en
bloedarmoede. Als de koorts naar beneden is, gaan ze vandaag met medicijnen
naar huis. De kinderen met ernstige bloedarmoede krijgen veelal een
bloedtransfusie en knappen daar aanzienlijk van op. De oorzaak van de
bloedarmoede is meestal malaria.
Ik loop door naar William. Hij is een jongen
van 12 jaar die meningitis (hersenvliesontsteking) heeft opgelopen. Hij is ruim
drie weken niet aanspreekbaar geweest maar sinds twee dagen reageert hij als je
hem aanspreekt en volgt je met z’n ogen. Hoe ernstig de beschadiging is of zal
blijven weet niemand. Gisteren hadden we William uit bed op een stoel gezet.
hij kon zo ook weer wat drinken. Alles met hulp, want hij is niet in staat z’n
armen of benen te bewegen. Williams vader en oma zijn constant bij hem geweest.
Dit kost veel energie. Volgens mij zien ze het niet meer zo zitten, zelfs de
lichte verbetering kan hen geen hoop geven. Ik probeer ze nog een hart onder de
riem te steken en ze nog eens te motiveren voor passieve oefentherapie met
Willie. De grootmoeder laat me nog eens duidelijk zien welke oefeningen ze
allemaal moet doen. Ze weet het nog wel. Ze doet me geloven dat ze haar best er
wel voor wil doen, maar als ik later die ochtend nog eens langs loop zitten de
grootmoeder en vader allebei een beetje te neer geslagen aan het bed. Ze hadden
om ontslag gevraagd maar de arts had geen toestemming gegeven.
Van de kinderafdeling loop ik door naar de
volwassenafdeling. Daar was de nacht ook rustig. Ze vertelden me dat een
patiënt op bed 12 was overleden om 6.00 uur vanmorgen. Hij was gisteravond
opgenomen in een slechte conditie en is er niet bovenop gekomen. Opmerkelijk is
dat veel patiënten om 6.00 uur in de ochtend doodgaan. Dit is ook de tijd dat
er weer gewerkt wordt, want het nachtpersoneel slaapt meestal. De familie moet
dan, evenals overdag, op de patiënt letten en als die dan ook slapen, gebeurt
het wel dat de patiënt bij ‘t wakker worden van de anderen, is overleden. Ik
loop over de afdeling, groet de mensen en ga naar het medicijnuitgiftekantoortje
van de afdeling. Hier beginnen we met het aanvullen van de medicijnpotjes,
uitdelen van verbandmateriaal, schoonmaakspullen, etc. voor die dag. Als ik
daar net mee klaar ben, komen de eerste moeders van de kinderafdeling al met de
temperatuurkaarten van de kinderen die zojuist ontslagen zijn. Ik maak de
rekening op, alles wat gebruikt is of gedaan is tijdens de opname wordt
opgeschreven en ik zet dat om in cedis volgens een afgesproken prijslijst. Deze
ochtend zijn er 10 kinderen ontslagen en 8 volwassenen. Nadat ik de rekeningen
heb gegeven, volgt de betaling en het geven van de medicijnen die zijn
voorgeschreven bij ontslag. Het een en ander neemt altijd een hoop tijd in
beslag. Als ik net met een van de laatste patiënten bezig ben, komt Mary
Komsoon het hoofd van de kinderafdeling bij me. Ze vertelt me dat de grootvader
van William is gekomen en hij staat erop het kind mee te nemen. De
verpleegkundigen, door de lichte verbeteringen bij Willie aangemoedigd, hadden
geprobeerd de familie te overtuigen nog iets meer geduld uit te oefenen. Nu
werd het probleem naar mij geschoven. Het ziekenhuis is geen gevangenis, je
kan ze niet tegenhouden. De grootmoeder stond bij me te smeken (“I beg you”). Ik heb haar gevraagd naar
de afdelingsarts te gaan om ontslag te regelen.
Om twee uur hadden we een afdelingsvergadering
op de volwassenafdeling. Deze houden we een keer per maand en bespreken dan
huishoudelijke zaken maar ook kan iemand bv. een ziektebeeld voorbereiden en
erover vertellen. Meestal gebruiken we de vergadering om de puntjes op de i te
zetten of te houden. Vandaag bespraken we wie er naast het afdelingshoofd
verantwoordelijk zou worden. Sinds kort zijn er namelijk Ghanese
verpleegkundigen hoofd van de afdeling i.p.v. de religieuze zusters (nonnen).
Die proberen nu meer op het begeleidende nivo te zitten. De staf is erg blij
met deze ontwikkeling en voelen erkenning. De hoofden voelen zich nu ook meer
betrokken en verantwoordelijk voor het werk. Het selecteren van een hoofd was
niet zo moeilijk en is min of meer democra-tisch besloten. De tweede
verantwoordelijke daar gingen we het nu over hebben. Er zouden vier kandidaten
zijn maar twee hadden zich al terug getrokken. Van de twee overblevenen is er
een zeer geschikt. Iemand die goed overzicht heeft en ook kan delegeren. De
andere is erg traag en ongeorganiseerd en kan absoluut geen orders geven, maar
zij is de oudste, ruim 50 jaar oud en volgens Ghanese gewoontes zou zij degene
zijn die daarvoor in aanmerking zou moeten komen, zonder te kijken naar
kwaliteit en geschiktheid. Bij de stemming bleek er een gelijke verdeling van
stemmen en samen besloten we dat dan de sisters (=management) de keuze maar
moet maken. Gelukkig weet ik wel wie hun voorkeur heeft. Tijdens de vergadering
zag ik Williams grootouders voorbij lopen met grote tassen. Even later kwam z’n
vader langs met William als een slappe pop in z’n armen op weg naar... Later
die dag hoorde ik dat ze William naar een ‘spiritual healing church’ zouden
brengen om te zien of er genezing gebracht kan worden.
Het was half vier toen ik thuis kwam. Gerard
was ook nog niet thuis. Even snel wat eten en drinken en dan school. Meestal
ben ik wel eerder thuis zodat we ook op tijd met school kunnen beginnen. Douwe
en Koen vinden het meestal leuk. Het geeft weer wat afwisseling in hun spel en
ze krijgen m’n aandacht. Ikzelf vind het ook leuk om les te geven. We zijn nu
in groep 2 bezig. Ik heb een begeleidingsboek dat het programma van dag tot dag
beschrijft. Meestal heb je een thema per week, soms is er een thema dat twee
weken beslaat. Deze week hebben we het over gezond en ongezond. We praten dan
over ziek zijn, de dokter, het ziekenhuis en lezen een bijpassend verhaaltje.
Bij het onderdeel expressie hebben Douwe en Koen deze week een tekening gemaakt
van een dokter en een ziek kind, een andere dag een ziekenauto van een
kartonnen doos en gisteren een zieken-huis van lego gemaakt. Vandaag lezen we
een verhaaltje over twee kleuters die een vogel vinden die gewond is en naar de
dierenarts gebracht wordt. Daarna krijgt Douwe schrijfoefeningen en Koen mag
iets uitzoeken wat hij leuk vindt. Hij kiest voor een puzzel wat hem goed
afgaat. Koen doet nog wel mee met de voorbereiding voor het schrijven. We doen
dit naar aanleiding van een plaatje uit het schrijfschrift waarop kinderen een
bal in een emmer moeten gooien. We zeggen er een rijmpje bij. Als het spel
voorbij is, schrijven we de beweging van de bal naar de emmer in de lucht.
Daarna schrijft hij de beweging op het blaadje in het schrift. Het is allemaal
heel basaal maar een leuke manier om te leren. Na deze oefening doen we nog een
spel. Ik vertel een verhaal over een meisje dat rolschaatst, valt en haar been
gebroken heeft en in het gips moet. Douwe en Koen moeten tijdens het vertellen
uitbeelden wat er gebeurt. Ondertussen is Gerard ook thuisgekomen. Douwe
vertelt hem het verhaal over de vogel die nu i.p.v. een meeuw een gier is
geworden. Dit omdat een meeuw niet zo tot de verbeelding spreekt en een gier
wel.