zondag 26 januari 1992

20. Afscheid

We zitten nog even wat uit te rusten, voordat we naar Nederland komen. Mfuwe ligt in het South Luangwa National Park, niet ver van Mpika. In feite is het nog een deel van Mpika District. Om nu in de regentijd naar Mpika te komen, moet je bijna een week lopen. De wegen staan onder water en de rivieren zijn erg diep. Wij zijn eerst naar Lusaka gegaan, om van daaruit met het vliegtuig hierheen te vliegen. We kijken uit over een rivier met veel hippo's (nijlpaarden), die zo nu en dan even boven komen. Ze kunnen ook een enorm lawaai maken. Zebra's en impala's komen hier grazen en drinken en het stikt hier natuurlijk van de apen, die je 's ochtends vroeg wakker maken, wanneer ze over de golfplaten daken springen. Verder kunnen we twee keer per dag op safari en zijn er in het park (bijna net zo groot als Nederland) veel beesten, vooral olifanten, te zien.
Het is lekker om nog even bij te komen. De laatste dagen in Chilonga waren toch ook nog inspannend. Alle Bongers dozen moesten weer worden ingepakt. Spullen uitgezocht die met de handbagage, luchtvracht of weggegeven moesten worden. Verder hadden we twee afscheidsfeesten. De eerste op vrijdagmiddag voor de ziekenhuisstaf, zo'n 150 mensen. In een hal werd op z'n Zambiaans afscheid genomen. Voor in de hal een lange tafel, op een verhoging, waar wij achter moesten zitten. De speeches, de rumba-muziek en de sketches. Een feest is hier niet compleet zonder eten en drinken: nshima en katate. Om 6 uur waren al heel wat mensen dronken van de katate. Dit is een zelfgebrouwen bier van gierst. Het ziet er grijs uit en is niet m'n favoriete drank. Wel voor de Zambianen, want in drie uur tijd had men 140 liter katate opgedronken!
De volgende avond hadden we zelf een feest georganiseerd. Ook hier veel ziekenhuisstaf, verder mensen van de DDSP, een Engels ontwikkelingsprojekt, en ook veel niet uitgenodigde gasten. Alles bij elkaar zo'n 100 mensen. Ook hier geen feest zonder eten en drinken. We hadden een grote barbecue gemaakt. We kregen een geit kado van Dutch, een Engelsman. Verder hadden we worsten gekocht en spiesen gemaakt. Dit keer geen katate, maar mozi beer. Smaakt zoals Heineken, hoewel we die smaak al bijna vergeten zijn. Ook hier in korte tijd alles op. 10 kratten is natuurlijk niet veel voor zo'n feest. Ook alle andere drank wat nog in huis stond, zoals whisky, gin en Africoco was op het eind van de avond verdwenen. Het was een leuk feest, met ook hier sketches en afscheidsliedjes.
Maandagochtend 20 januari vertrokken we uit Chilonga. Ik denk dat we het nog niet goed beseffen. Het leven en de mensen hier zijn zo vertrouwd geworden. Als we in Nederland zijn zal het goed tot ons doordringen dat we weg zijn en misschien nooit meer terug komen.

In Lusaka stond me nog een ritje langs alle ministeries te wachten. Men zegt dat het moeilijker is om Zambia uit te gaan, dan Zambia in te komen. Begin januari was ik al een paar dagen bezig geweest. Alles bij elkaar denk ik dat m'n file zo'n 30 kantoortjes gepasseerd heeft. Het liep voorspoedig en we hebben nu onze tickets van de Zambiaanse overheid op zak. Alleen voor Douwe moeten we zelf betalen. Voor hem moesten we anders weer een procedure starten, omdat hij niet met ons het land binnengekomen was... Ik had geen tijd en energie meer om dat nog te doen. We zijn benieuwd wat ons straks in Nederland te wachten staat. Bureaucratisch zal het ook wel zijn, maar waarschijnlijk efficiënter.

Met een militaire helikopter mee naar de Luangwa Valley / Nabwalya
Terugkijkend over de drie jaar is de tijd omgevlogen. Ik had verwacht dat tijd hier langzamer zou gaan en had veel boeken meegenomen. Daar ben ik niet aan toegekomen. Dagen, weken en maanden waren zo voorbij. Dat is natuurlijk ook een goed teken, want we hebben ons hier geen moment verveeld. M'n werk is elke dag boeiend geweest. Het is teveel om allemaal op te noemen. Natuurlijk maken de operaties die je doet veel indruk, maar ook het vele andere werk. Op de valreep nog een video gemaakt over ons AIDS-programma en een jaarverslag van onze aktiviteiten.

Christene met Douwe
AIDS is iets wat je dag en nacht bezig houdt. Soms vanwege de patiënten die je hebt, maar ook vanwege de planning van aktiviteiten. De prognose voor de toekomst is zo angstaanjagend. Voor ons distrikt alleen verwacht ik dat tot het jaar 2000 10.000 mensen aan AIDS dood zullen gaan. Voor heel Zambia betekent dat zo'n 800.000 (10% van de bevolking). Soms word je met het AIDS probleem heel persoonlijk betrokken. Zo kwam ik in januari in een Rural Health Centre (gezondheidspost) Gerald Bwalya tegen. Ik was een beetje verbaasd om m'n naam hier meer dan 100 km van Chilonga terug te vinden. 
Florence met Gerald Bwalya
Het jochie bleek bijna op dezelfde dag als Douwe in Chilonga geboren te zijn en de ouders hadden besloten om hem Gerald te noemen. Hij was opgenomen met een luchtweginfektie. Een paar maanden later werd de moeder Christene opgenomen in Chilonga met open tbc. De behandeling hiervoor is twee maanden in het ziekenhuis en ook Gerald werd voor tbc behandeld. In juli kwam ik weer in dat Rural Health Centre en Christene was opnieuw opgenomen met continue koorts en was erg vermagerd. Ik heb toen met haar man gepraat en we besloten bloed af te nemen voor een HIV-test. Beide ouders waren positief en Christene overleed een paar weken later. In december werd Gerald weer opgenomen in Chilonga. Hij was toen 1 jaar en 3 maanden en nog geen 5 kg. Douwe was inmiddels al 11 kg. Toen we vorige week Chilonga verlieten was Gerald er nog steeds met z'n grootmoeder in Chilonga, maar er was weinig verbetering.
Onderhandelen over bloeddonatie
De afgelopen jaren heb ik heel wat afvergaderd en gepraat. Op den duur begin je dat wel aardig te vinden en zie je wel wat vruchten van je werk. Zo hopen we binnenkort ongeveer een half miljoen gulden te krijgen voor de verbouwing van onze verloskamers. Bouwen is heel duur geworden in Zambia. Veel materialen moeten tegenwoordig geïmporteerd worden. In de 'administration' kom je natuurlijk snel frustraties tegen. Eén daarvan is de zambianisatie, waarmee bedoeld wordt dat Zambianen de posten van de witten overnemen. Ik heb daarover verschillende botsingen gehad. De eerste met de nonnen, die daar eigenlijk niet over willen praten. Zambianisatie is een heel moeizaam en langzaam proces, wat ook zo weer omgedraaid kan worden. M'n voorstel om een Zambiaanse verpleegkundige op te nemen in het bestuur werd omgedraaid door m'n opvolger met als gevolg dat er nu een extra witte in het bestuur zit. Wel heb ik een Zambiaanse arts als opvolger gekregen.

Chilonga is een plek wat goed loopt. Je hebt de steun van de sisters en de staf. Met een kontrakt voor 3 jaar ben je natuurlijk maar een voorbijganger. Je stapt op een lopende trein en die gaat wel verder. Dit heeft het werk voor mij wel heel aangenaam gemaakt. Je hebt het gevoel dat het allemaal gesmeerd loopt, zeker als je je kollega’s in andere ziekenhuizen hoort en ziet.


Ook het leven hier was in veel opzichten prettig. Het klimaat erg aangenaam, mensen heel erg vriendelijk. We hadden een mooi huis tegen de heuvel aan. Prachtige natuur en vooral veel ruimte. Dit is iets waar we in Nederland weer aan moeten wennen: het op elkaar zitten. In het begin hebben we nog wel eens gedacht om terug te gaan naar Amsterdam, maar de laatste maanden benauwde dat steeds meer. Misschien dat wij ons na wat tijd wel weer aan zo'n drukke plaats aan kunnen passen; voor Douwe is dat denk ik wel anders. Hij is ook zo gewend aan de ruimte. Voor hem zal de overgang naar Nederland wel het grootst zijn. Hij zal Brendah en Noreen, de twee oppassen, wel heel erg missen, en wij natuurlijk hen ook, in veel opzichten.
We moeten ons in Nederland ook weer wat gaan oriënteren op wat er de afgelopen jaren gebeurd is. Een verenigd Duitsland, een uit elkaar vallend Sovjet Unie, een burgeroorlog in Joegoslavië. Toen we weg gingen leek Europa zo rustig. In 3 jaar tijd is daar heel wat in veranderd. We hebben dat hier op een heel verre afstand kunnen volgen. Nog steeds kijk ik nieuwsgierig en verbaasd naar de nieuwsbeelden, als we in Lusaka zijn.
Ondanks dat we aan Zambia gehecht geraakt zijn, kijken we toch ook wel uit naar Nederland. We willen een jaartje in Nederland zijn, voordat we op een volgend kontrakt uit gaan. We hebben nog geen vooruitzichten op een baan, dus voldoende tijd om de afgelopen 3 jaar bij te praten.
Tot slot: dit is de laatste nieuwsbrief. We vonden het heel leuk om ze te schrijven. We konden jullie zo op de hoogte houden en konden ook ons verhaal kwijt. Dit was alleen mogelijk door de steun van Roelof en Marga, die onvermoeibaar elke keer weer de brief hebben gekopieerd en rondgestuurd. Onze dank daarvoor.
Veel liefs
Gerard

Geen opmerkingen:

Een reactie posten