vrijdag 1 mei 1998

11. Oranjebitter en haring op Koninginnedag in Afrika

Koninginnedag in Afrika is altijd speciaal. Een arts, Wilbert, die vroeger in Luwingu werkte, had zelfs een weekje vrij in Nederland genomen om dit alles in Lusaka mee te maken. Deze keer was de receptie ’s avonds bij de ambassadeur: een grote massa mensen in zijn tuin, zo’n paar honderd. Je botst voortdurend tegen een bekende aan en kletst de tijd zo vol. Zoals met Grainne, een medische student uit de Chilonga tijd, die nu als arts in Senanga werkt. Of met Piet Reijer die na 20 jaar nog steeds in Zambia zit. Het vertrouwde toosten ‘to the president of the Republic of Zambia’ en ‘to her majesty the Queen of the Netherlands’ en natuurlijk de volksliederen. Dit keer heb ik ze beide meegezongen en bleek ik vooral te struikelen over de oud-Nederlandse woorden van het Wilhelmus. Ik las trouwens deze week dat het Wilhelmus het oudste Europese volkslied is, uit 1573, dus misschien is dat de reden. Het welkomsdrankje was oranjebitter. Verder was er ook volop haring, paling, kaas en Heineken. De ambassadeur had lovende woorden over deze biergigant. De Nederlandse vlag was net niet vervangen door de Heineken, hoewel die wel volop in de tuin aanwezig was.

Zo rond een uur of 10 verschoof de party zich naar het huis van Rik, de sector specialist gezondheidszorg. Tot diep in de nacht geswingd op de disco muziek. Mijn gewoonte om als laatste de tent te verlaten, kwam weer even boven. Zo rond 3 uur bracht Ini ons naar Corina’s huis, waar Wilbert ook logeerde, en ik de sleutel van had. Corina was al eerder vertrokken.

De Dutch doctors meeting vond traditineel plaats op 29 april. De naam is veranderd in Dutch health workers and their counterparts meeting. Het stond vooral in het teken van de ‘health reforms’, de hervormingen in de gezondheidszorg die nu in volle gang zijn. Ik heb maar een klein gedeelte meegemaakt, omdat ik andere bezigheden had, maar hield nog wel een praatje over het polioprogramma.

Verder hebben we op 30 april een marathonzitting gehouden om kandidaten voor de nationale en regionale surveillance officers te interviewen. Een totaal van 15 kandidaten verscheen voor het panel van vier. Van 9 tot 6 uur zijn we bijna non-stop bezig geweest. Gelukkig zaten er goede kandidaten tussen en hebben we nu vijf voorgedragen (met een paar als reserve) aan het WHO-AFRO kantoor  in Harare voor goedkeuring. Er zit dus schot in het programma. Eindelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten