Deze week hebben we een Ventje uitgeprobeerd. In Nijkerkerveen zit het bedrijf dat VW Transporters ombouwt tot Ventje-campers. Wij waren nieuwsgierig of dit vervoermiddel bij ons past, nu een nieuwe levensfase nadert.
Over de inrichting is goed nagedacht. Alles is praktisch ingebouwd. Achterin zit een keukentje met een tweepits gasfornuis, een wasbakje en een bovenlader-koelkast. Daaronder vind je allerlei handige laatjes, die je zowel van binnen als van buiten kunt openen. Aan de wanden hangen magneetborden waar schaar, aansteker en kurketrekker keurig op hun plek blijven.De bank kan in allerlei standen gezet worden en kun je ’s avonds omvormen tot een bed. Extra slaapruimte is er ook in het hefdak. Dat is leuk bedacht, maar wel een hele klimpartij om erin en eruit te komen. Ik zie me dat over vijf jaar niet meer doen. Maar is ook niet nodig, want de bank slaapt veel beter dan het matras in de bovenverdieping.
De kussens kunnen gebruikt worden als buitenstoelen. |
Onze eerste nacht sliepen we in de kop van Noord-Holland. Daar moest ik, tijdens Open Monumentendag, een presentatie geven over AT van Wijngaarden, de architect waarover ik een boek schreef. Ook drie andere gebouwen van zijn hand (een kerk, een pastorie en een raadhuis) hadden hun deuren opengezet. Geweldig om te zien dat er blijvende aandacht is voor deze architect. En het blijft doorgaan: de eigenaar van het kampeerterrein nodigde me uit om volgend jaar bij de Rotary Club Medemblik een verhaal te houden. Ik heb al toegezegd. De betaling van ons verblijf was daarna niet meer nodig!
De tweede nacht op een troosteloze camperplaats in Brasschaat, naast een drukke weg. |
We hadden lukraak onze korte vakantiebestemming geprikt. Het werd Saint-Valery-sur-Somme. Een kustplaatsje in Noord-Frankrijk waar een deel van de baai met eb droogvalt en met vloed weer volloopt. Schilders zoals Degas kwamen hier naartoe omdat het licht er goed is.
Oversteek van de baai bij laag water van Saint-Valery-sur-Somme naar Le Crotoy. |
Maar ik werd vooral geïntrigeerd door Jean d’Arc. Er staat een monument dat herinnert
aan haar passage in december 1430, onderweg naar Rouen, waar haar tribunaal zou
plaatsvinden.
Eerlijk gezegd wist ik niet veel meer over Jeanne d’Arc dan dat ze op de brandstapel eindige en de liedjes die haar bezingen. Hoog tijd dus om me bij te laten praten, door Wikipedia én tegenwoordig ook door AI.
Jeanne had al op
jonge leeftijd visioenen die haar vertelden dat zij door God was uitverkoren om
een cruciale rol te spelen in de bevrijding van Frankrijk van de Engelse
overheersing. In 1429, op 17-jarige leeftijd, wist ze Karel VII te overtuigen van
haar missie en leidde ze een Franse troepenmacht om de belegerde stad Orléans
te bevrijden. Binnen enkele dagen na haar aankomst wisten de Fransen de
Engelsen te verslaan. Deze overwinning was een keerpunt in de Honderdjarige
Oorlog. Kort daarna trok men op naar Reims, waar Karel VII in juli van dat jaar
tot koning werd gekroond, met Jeanne aan zijn zijde.
Maar Jeanne was
te eigenzinnig om zich daarna rustig te houden. Ze wilde doorvechten, tegen alle
adviezen van de Franse koning in. In 1430 liep het mis: ze werd bij Compiègne gevangen
genomen door de Bourgondiërs, bondgenoten van de Engelsen. Die verkochten haar
voor een forse som geld aan de Engelsen. Normaal zou een gevangen bevelvoerder
zijn vrijgekocht met losgeld, maar Karel VII deed geen enkele poging
daartoe.
Vervolgens kreeg
ze in Rouen een proces dat allesbehalve eerlijk was. Ze werd beschuldigd van
ketterij en van het dragen van mannenkleren. In de 56 (!) zittingen kon nauwelijks
iets strafbaars worden vastgesteld, behalve haar vasthoudendheid in het geloof
dat ze een goddelijke oproep had. Uiteindelijk werd ze veroordeeld tot ketterij
en op 30 mei 1431, slechts 19 jaar oud, levend verbrand op de Oude Markt van Rouen.
![]() |
Herman Anton Stilke, Jeanne op de brandstapel, 1843 |
In 1455 volgde al
een herzieningsproces. Getuigen schetsten nu een beeld van een eerlijk, zuiver,
integer en dapper meisje. Jeanne werd volledig in ere hersteld. De rechters
en aanklagers van het eerste proces, van wie velen nog leefden en hoge kerkelijke
functies bekleedden, bleven buiten schot. Eeuwen later, in 1920, werd ze door
de katholieke kerk heilig verklaard.
Het was goed om haar beter te kennen dan uit de songteksten van Leonard Cohens ‘Joan of Arc’ en van OMD’s ‘Maid of Orleans’. Een camperproefrit die begon met slimme lades en een goed bed, eindigde dus met een geschiedenisles over een van de meest fascinerende figuren uit de Franse geschiedenis. Reizen verrast altijd.
En is het Ventje de camper voor deze aanstaande pensionado’s? Daar slapen we nog een nachtje over.