dinsdag 17 december 1996

8. Britain rules the world

Nog één dagje London en het jaar 1996 zit er in Engeland op. Ik geloof dat ik wel kan zeggen dat ik het eerste trimester succesvol heb afgesloten. De resultaten tellen helaas niet mee voor het eindresultaat. Het was wel even stressen de laatste weken, om de essays af te schrijven en de verschillende tests voor te bereiden. Ik merk dan dat het lang geleden is dat ik examens heb gedaan. Jaren “stil” zitten telt dan waarschijnlijk wel mee.

Morgen vertrek ik met de Eurostar naar Brussel, met de Chunnel zoals ze dat hier noemen. Gelukkig rijdt de trein weer, na de brand vorige maand. Het sein staat voorlopig weer op veilig. Het lijkt me wel spannend om zo onder het kanaal door te gaan. De trein vertrekt vanuit Waterloo station, een mooi modern futuristisch station. Het is denk ik wel even kicken om in zo’n snelle trein te zitten. De prijs valt ook mee, want ik betaalde 77 pond. Dit is naar elk station in Nederland. Volgende keer meer over mijn vergelijkend warenonderzoek...

Ik kijk er naar uit om wat langer in Nederland te zijn. De weekenden in Nederland zijn elke keer zo voorbij. Vorige keer was ik er met de Sinterklaas. Het was heel gezellig, met heel veel kadootjes. Het weekend daarvoor hadden we een gourmetje met de kinderen. Dat was wel erg bijzonder om zo met Douwe en Koen te tafelen, met de pannetjes, kaarsjes en kinderwijn. Koen zei wel vijf keer dat het “gezellig hè” was. Dan merk je dat je die “gezelligheid” allemaal mist. Het is ook raar om in twee werelden te leven. Je leidt bijna twee verschillende levens.



Hier is het al volop Kerst. De lampjes branden in Oxford Street. Drommen mensen lopen ‘s avonds door deze straat. Er zal wel heel wat afgekocht worden. Waarschijnlijk nog een graadje erger dan onze Sinterklaas.
Vorige week zag ik een kerstman in één van de portieken zitten. London is een stad van tegenstellingen. 10 minuten hiervandaan is Regent Street, één van de luxe straten in London, maar in elke straat kom je wel één of twee daklozen tegen, die in de portieken slapen en bedelen. Het zijn vaak jongeren, zo rond de dertig. Op m’n dagelijks wandelingetje naar school kom ik meestal ook wel een paar tegen. Dit keer had iemand een kerstmanpak aangetrokken en een baard aangeplakt: “Can you spare me some change, mate?”.

Engelsen zijn wel rare mensen, als het op hun identiteit en zelfstandigheid aankomt. De eurosceptici voeren hier nog steeds de boventoon. ‘t Was wel grappig om het nieuws over de Dublin summit te volgen. Toen daar de nieuwe “Euro” geïntroduceerd werd, waren weer veel mensen tegen. Ze zijn zo gewend aan de Charles Dickens op hun biljetten, dat de Euro een schok in UK zou geven. En waar moet de Queen op het biljet? 1/5 is niet genoeg, dat moet meer. Bovendien zijn de biljetten gesierd met Romeinse en Normandische bruggen en aquaducten, wat weer frustraties van vroegere bezettingen boven brengt.

Iemand anders zei “they look as cheap as they are”. Nee Engelsen zijn erg behoudend; je moet niet aan hun identiteit komen. Ook met het openen van de grenzen hebben ze grote problemen. Eén minister gaf aan dat hij niet akkoord kon gaan, omdat dit niet fair was tegenover de mensen uit andere Gemenebestlanden, zoals India en Pakistan. Ik geloof dat de politiek nog steeds een beetje uit de Charles Dickens’ tijd is, toen “Britain ruled the World”.

Zoals je misschien al uit de andere apestaartjes begreep zijn de Engelsen wel goed in party’s. Zoals het jaar begon, eindigt het ook. Party time dus! Zondag hebben Lucy, Mumsy en ik een kerstdinertje gemaakt voor een paar mensen van onze gang. Lekker tafelen dus. Maandag was het Bangladesh onafhankelijkheidsdag (25 jaar) en was de keuken en het restaurant aangepast. Dinsdag de Dean’s Christmas party, maar alleen voor de staf. Gisteren (woensdag) hadden we onze cursus-Christmas party in een restaurant in Soho. Dit was in een klein restaurantje, dit keer met een Iranese keuken. In London is niet veel ruimte, en onze avond brachten we door met z’n 40-en op 20 m2, met X-mas crackers, party poppers en een lucky dip!

Vanavond heb ik nog een laatste krachtmeting. Te beginnen met onze after school drink in de Rising Sun, daarna naar een Bangladeshi restaurant, om te eindigen in onze eigen King & Queen op de hoek, voor de John Astor House Christmas drink. Daarna gewoon vrolijk verder in Nederland, met kerstdiners, oliebollen, appelflappen en vuurpijlen.

Ondanks alle studeer- en pubwerk heb ik ook nog wat aan m’n conditie kunnen doen. Het zwembrilletje wat ik van Sinterklaas heb gekregen, heeft me nieuwe inspiratie gegeven om elke dag even het zwembad door te crawlen. ‘t Is maar dat je het weet, mocht je vinden dat ik er wat steviger uitzie. Dat je niet denkt dat het vet is, maar dat het allemaal spieren zijn.

Merry Christmas and a Happy New Year. Cheers.

maandag 2 december 1996

7. The Reds vs The Blues

We naderen het einde van het eerste trimester en het eerste proefwerk zit erop. Ik heb het goed doorstaan. Het is wel grappig om na zoveel jaren weer een test te moeten doen. Ik geloof niet dat ik de laatste 10 jaar een serieus examen heb gedaan. Afgelopen dinsdag hadden we een test voor Statistiek. Dit was slechts om te zien hoever iedereen was met het begrijpen van de stof. Sommigen werden daar echt nerveus van, konden slecht slapen, praatten dagen ervoor alleen nog over die test. Het was dus slechts een progressietest, want het echte examen is in juni. We zaten in een zaaltje met potlood en gummetje de multiple choice vragen aan te kruisen. Ik bracht het er goed vanaf met 15/16 goed. Een oude liefde keert terug: de wiskunde en statistiek. De laatste weken moeten we nog twee van deze voortgangstests doen en moeten tevens twee werkstukken inleveren. Dus nog even hard blokken voor de kerst.

Afgelopen weekend kwam daar niet zo veel van, want Maire uit Ierland kwam op bezoek. Samen zijn we naar Victor Crutchley gegaan, die we nog uit Zambia kenden. Ik had Victor al meer dan 5 jaar niet gezien en waarschijnlijk nooit meer, als Maire hem niet had opgebeld om dit weekend bij hem door te brengen. Met de trein zijn we naar Dorchester gegaan, in de Zuidpunt van Engeland, 2½ uur vanuit London. Victor woont nu in een klein dorpje, Powerstock, waar zijn vader veel landerijen bezit. Een herenboer (landlord). Victor haalde ons op en na een half uurtje rijden over boeren-weggetjes, eindigden we bij zijn huis. Een prachtig oude mansion, een beetje vervallen, volledig “Victoriaans” ingericht, met al z’n snuisterijen. De woonkamer had een paar oude stoelen en een bank, bedekt met een paar kleden. Ook oude kleden op de grond. De verf aan de plafonds was aan het bladeren. Het haardvuur brandde, en we hebben gezellig zitten kletsen met hem en zijn vrouw Tisha. ‘s Nachts op de zolder geslapen, kruik in bed en straalkacheltje aan, want het was roetkoud die nacht.
Zaterdagochtend zag ik waar we beland waren. Een prachtige omgeving, een glooiend landschap. Het huis staat in een vallei. We hebben een stevige wandeling gemaakt over velden met veel schapen. Een ruig landschap. De wind woei hard en dus een hoge chilling factor. We bleken maar een paar mijl van de kust te zitten en konden de zee zien.
In Zambia gaf Victor veel cursussen in toegepaste technologie en hier doet hij eigenlijk hetzelfde. In een schuur was een zelfgemaakte draaibank, waar hij hout op draaide. Ook heeft hij in een bos een tent opgezet waar hij in de zomer cursussen houtdraaien geeft. Wij zijn ‘s middags ook een bos ingegaan, omdat we zondags een hockeywedstrijd zouden spelen en we slechts drie sticks hadden. We zochten geschikte kromme takken aan bomen en zaagden die af. In de schuur kregen Nick (een neef van Victor) en ik een spoedcursus hockeystick maken. We hebben nog 5 “sticks” gemaakt.
‘s Avonds hadden we een footballdance in het lokale houten gebouwtje naast de kerk. Er speelde een live band muziek uit de jaren zestig: Stones, Kinks en Small Faces. Het grootste deel van het dorp (er wonen maar 400 mensen) was aanwezig, jong en oud. Heel gezellig.

Zondag was dan de match tussen een vriend van Victor (the Reds) en ons team (the Blues). Terwijl wij achterop de oude landrover naar het voetbalveld reden, kwamen the Reds in een paar grote Landcruisers aangereden. Netjes gekleed in cricket shirts, mooie hockey sticks en goed schoeisel. Wij, the Blues, echter waren slechts gekleed in oude broeken, hadden voornamelijk laarzen aan onze voeten (niet super op het drassige veld) en waren dus uitgerust met de “self-made hockey sticks”. Victor met bromfietshelm in doel, de doelman van de tegenpartij met volledige bescherming. Het was een aardig contrast. Op de meegebrachte werkbank hebben we nog even voor de wedstrijd de laatste schaafjes gedaan, onze stokken aangescherpt. 
Het was de eerste keer dat we ze konden uitproberen, omdat we geen bal hadden. Toch functioneerden deze sticks verrassend goed. Het werd dan ook een stevige partij hockey, waarbij techniek en spel waarschijnlijk meer leek op ijshockey dan op veldhockey. Iedereen heeft zeker wel een paar blauwe plekken opgelopen. Ik heb er ook flinke spierpijn aan over gehouden. We verloren met 4-0, maar waren zeker niet kansloos en hadden een paar goede kansen op doel. Fun was het zeker. Na bezoek aan de plaatselijke pub met een ploughman’s lunch was een gezellig weekend weer voorbij. Maire is gisteren weer teruggevlogen naar Ierland.

Inmiddels zitten we hier al in de Christmas sfeer, met mooie verlichte kerstbomen in Oxford Street. Iemand nog behoefte om hier kerstinkopen te doen? Het is een waanzinnige, commerciële drukte, die ik niet helemaal kan ontwijken, want ik moet nog even voor St. Nicolaas op stap...