Inmiddels al bijna weer twee weken in Zambia. De eerste week heb ik me
vooral bezig gehouden met het voorbereiden van de training en het ontwikkelen
van onderwijsmateriaal (voorbeelden, overheads, etc.). De tweede week was
gepland voor de training. Het organiseren van workshops is nog steeds een
heikel issue. De minister van gezondheidszorg, Luo, had in april workshops in
de ban gedaan. Ze vond dat men hier teveel met trainingen bezig was en te
weinig het geleerde in de praktijk omzette. Dit is zeker waar, maar vervelend
als het je zelf raakt. In eerste instantie wilde ik dus de ‘oriëntatie’ in het
Central Board of Health houden. Ik werd teruggevloten. Men wilde het korter en
ergens anders. Ik kon een klein zaaltje in het Pamodzi Hotel boeken met lunch.
Zaterdags kwam iemand me vertellen dat men toch de workshop liever in een
minder ‘visible’ (zichtbare) locatie wilde organiseren. Men weet dat de
minister niet graag de healthcare workers in een sjiek hotel als Pamodzi ziet.
We hebben nog even geprobeerd om de workshop te verplaatsen, maar uiteindelijk
is het daar toch gehouden. Van dinsdag tot en met vrijdag vond de training
plaats.
Het was leuk om zo een aantal dagen met een klein groepje op te
trekken: de vijf surveillance officers en een epidemioloog van het CBoH. Een
aardige voorbereiding op de tropencursus die ik straks in Nederland ga
coördineren. Het was echter ook intensief om zo 6-7 uur per dag bezig te zijn.
‘s Avonds was ik kapot. De helft van de tijd heb ik lesgegeven en de andere
helft van de tijd heb ik het praktisch ingedeeld, met o.a. wat computeroefeningen.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEi5KQuD4IqjXrvUxHr0cWAJ-l2wcpeQJwW__skVUP8Cv-zgURzVWZuzStxjpVvGi7LHEFOUVePGhP0RnoXhmfHwFc-VoCm8mrakyz-blz1ev5PZSpTOnBP9Dw9ommvSY47A7-YyL1EX0uU/s1600/WHO+Zambia+006.jpg) |
Huis en auto van Sara Davis |
Het verblijf in Lusaka is nu nog aangenamer geworden. Behalve dat Sara
haar huis aan bood, mag ik ook haar auto gebruiken tijdens haar afwezigheid.
Het was vorige keer een hele ‘huzzle’ om elke keer weer een taxi te vinden. Je
bent er veel tijd en geld mee kwijt. Nu kan ik in een paar minuten veel doen.
Je rijdt even naar WHO, UTH of CBoH toe om wat af te spreken. Vanaf het huis
van Sara in Kabulonga is het 10 km naar de stad. Er zijn ’s ochtends geen grote
verkeersopstoppingen. In 10 minuten lukt het me meestal om bij de WHO te komen.
De cursus in Pamodzi liet ik om 8.30 uur beginnen. Ik had daarvoor meestal nog een
half uurtje bij de WHO om nog wat overheads en fotokopieën te maken, en om een e-mailtje
weg te sturen. Binnen 5 minuten was ik dan bij Pamodzi. Dit soort acties
kostte me vorige keer bijna 2 uur!
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgSUYeR401Ew5EJOV9iCwA9OXp4hRa1SbVz3antYWjqaTdvB22Ai-dY85pwjSpm936RyKBI1rogqkXhHhmkjyI1LbBiUgBrH-F6ivMP_4-d6Emes2hD76iBxN6gTdXc3ye3pXWE3KWlIFg/s1600/WHO+Zambia+005.jpg) |
De landelijke en vier regionale surveillance officers en de nationale epidemioloog |
We zijn inmiddels druk met de trip naar Kalabo waar we veldwerk gaan
doen met de ‘cursusgroep’. Het belooft een interessante onderneming te worden.