zaterdag 5 september 1998

15. Niet (te) zichtbaar in Pamodzi

Inmiddels al bijna weer twee weken in Zambia. De eerste week heb ik me vooral bezig gehouden met het voorbereiden van de training en het ontwikkelen van onderwijsmateriaal (voorbeelden, overheads, etc.). De tweede week was gepland voor de training. Het organiseren van workshops is nog steeds een heikel issue. De minister van gezondheidszorg, Luo, had in april workshops in de ban gedaan. Ze vond dat men hier teveel met trainingen bezig was en te weinig het geleerde in de praktijk omzette. Dit is zeker waar, maar vervelend als het je zelf raakt. In eerste instantie wilde ik dus de ‘oriëntatie’ in het Central Board of Health houden. Ik werd teruggevloten. Men wilde het korter en ergens anders. Ik kon een klein zaaltje in het Pamodzi Hotel boeken met lunch. Zaterdags kwam iemand me vertellen dat men toch de workshop liever in een minder ‘visible’ (zichtbare) locatie wilde organiseren. Men weet dat de minister niet graag de healthcare workers in een sjiek hotel als Pamodzi ziet. We hebben nog even geprobeerd om de workshop te verplaatsen, maar uiteindelijk is het daar toch gehouden. Van dinsdag tot en met vrijdag vond de training plaats.
Het was leuk om zo een aantal dagen met een klein groepje op te trekken: de vijf surveillance officers en een epidemioloog van het CBoH. Een aardige voorbereiding op de tropencursus die ik straks in Nederland ga coördineren. Het was echter ook intensief om zo 6-7 uur per dag bezig te zijn. ‘s Avonds was ik kapot. De helft van de tijd heb ik lesgegeven en de andere helft van de tijd heb ik het praktisch ingedeeld, met o.a. wat computeroefeningen.
Huis en auto van Sara Davis
Het verblijf in Lusaka is nu nog aangenamer geworden. Behalve dat Sara haar huis aan bood, mag ik ook haar auto gebruiken tijdens haar afwezigheid. Het was vorige keer een hele ‘huzzle’ om elke keer weer een taxi te vinden. Je bent er veel tijd en geld mee kwijt. Nu kan ik in een paar minuten veel doen. Je rijdt even naar WHO, UTH of CBoH toe om wat af te spreken. Vanaf het huis van Sara in Kabulonga is het 10 km naar de stad. Er zijn ’s ochtends geen grote verkeersopstoppingen. In 10 minuten lukt het me meestal om bij de WHO te komen. De cursus in Pamodzi liet ik om 8.30 uur beginnen. Ik had daarvoor meestal nog een half uurtje bij de WHO om nog wat overheads en fotokopieën te maken, en om een e-mailtje weg te sturen. Binnen 5 minuten was ik dan bij Pamodzi. Dit soort acties kostte me vorige keer bijna 2 uur!
De landelijke en vier regionale surveillance officers en de nationale epidemioloog
We zijn inmiddels druk met de trip naar Kalabo waar we veldwerk gaan doen met de ‘cursusgroep’. Het belooft een interessante onderneming te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten