“Na twee of drie dagen ben je
wel uitgekeken op het eiland”, zeiden verschillende mensen toen ze hoorden dat
we naar Curaçao gingen. Willemstad, de hoofdstad, heb je inderdaad snel gezien.
Er zijn maar een paar winkelstraten. Aan de St. Annabaai liggen aan weerszijde de fraaigekleurde
historische woningen. Maar er is meer: prachtige baaien, waar je heerlijk kunt
snorkelen, zwemmen en zonnen op witte zandstranden. Dat verveelt nooit.
Je moet ook wat geluk
hebben. Zo hoorden we dat er op tweede paasdag een optocht zou zijn in
Otrobanda, een wijk in Willemstad. We hadden geen idee of dit een grote of een kleine
parade zou zijn. Het was groots... Langs de kilometerslange route waren mensen
bezig partytenten op te zetten. Stoeltjes en kooktoestellen werden geïnstalleerd.
Wij vonden een schaduwplek naast een winkel, waar mannen domino speelden. Een
interessant schouwspel.
Zij vertelden dat er 43 wagens meereden, maar dat de politie problemen maakte omdat sommige wagens niet (goed)gekeurd waren en/of niet voldoende water bij zich hadden. “Curaçaoënaars houden van wachten want dan kunnen ze alvast feestvieren en drinken”, zei later David een lokale taxichauffeur.
Na
drie uur wachten kwam de eerste wagen, een truck met een band die harde
salsabeatmuziek speelde en daarachter een in felle kleuren uitgedoste, dansende en
zingende groep mensen. Dat herhaalde zich 42 keer. Volgens de krant deden er
5.000 mensen mee aan de optocht, meer dan 3% van de bevolking... En half
Curaçao stond langs de route. Wij genoten en dansten soms mee.
Ik was ook geïnteresseerd naar de tuberculosesituatie op Curaçao. Volgens de cijfers van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) was er maar één tbc-patiënt op Curaçao in 2011 en 5 in 2010. Het tropische winderige zeeklimaat heeft er vast aan bijgedragen dat tuberculose hier nooit een groot volksgezondheidsprobleem
is geweest zoals in Nederland. Tijdens een koffieafspraak praatte mijn Curaçaose tbc-bestrijdingscollega me bij. Een beetje over tuberculose, -er was hier vroeger ook een sanatorium-, maar vooral veel over het eiland waar hij z'n hele leven al woont. Ik kende hem via mailcontact over een tbc-patiënt op Bonaire. Het was een aangename kennismaking
en ik moest zeker eens terugkomen. Dat doe ik uiteraard graag.
En tot slot nog een foto
van een leguaan die even door onze tuin wandelde.
Grote Knip |
Zij vertelden dat er 43 wagens meereden, maar dat de politie problemen maakte omdat sommige wagens niet (goed)gekeurd waren en/of niet voldoende water bij zich hadden. “Curaçaoënaars houden van wachten want dan kunnen ze alvast feestvieren en drinken”, zei later David een lokale taxichauffeur.
Seú (traditioneel oogstfeestoptocht) in Otrabanda, Willemstad |
In de vorige blog schreef ik over onze zeeziekte en overgeven onderweg naar klein Curaçao. De krant meldde dat het zondag ‘code
geel’ was. Ook de tv had een nieuwsbericht dat
cruiseschepen zondag moeite hadden de haven van Willemstad in te komen vanwege het ruwe weer. Het is maar goed dat je dit alles niet van te voren weet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten