Het
voorjaar van 1982. Lente- en reiskriebels. Een jaar eerder had ik 5 maanden
door Afrika gereisd en was daarna weer op CASA400 bij het Amstelstation in
Amsterdam gaan wonen. Hier begon ool de Gooise weg (A1), met direct na de verkeerslichten
een ruime uitwijkplek voor auto’s om lifters mee te nemen. Ik stond er ook
vaak, want de trein was duur en studenten nog niet 'verwend' met een ov-kaart.
Liften was sowieso fun. Ik heb heel wat bordjes vastgehouden. Een heel enkele
keer steek ik m’n duim nog wel eens omhoog.
Op
de 10e verdieping had ik een prachtig uitzicht op de liftplaats. Ik tuurde heel
wat uurtjes naar buiten om te zien of lifters succesvol waren. Het was ook de tijd dat
ik wat blues in m’n leven had en de bluesmuziek van Harry’s Muskee’s Cuby &
the Blizzards ontdekte. De teksten 'Somebody will know someday', 'Blues is the only feeling that is so true' en 'The sky is crying' kalkte ik als een ‘outcry’ in liften. ‘Groeten uit Grollo’
draaide ik grijs op mijn pick-up. HJ, Andries en Jacqueline (later m’n
schoonzus) waren medebewoners van de studentenunit. HJ was een Herman Brood-fan.
Brood was toen net populair met zijn LP Shpritsz en liedjes als 'Dope sucks'. En dat was dezelfde Herman Brood die de piano op 'Groeten uit Grollo' speelde. Daarmee ontstond ook een
hechte vriendschap tussen HJ en mij en hebben we ‘Harry’ vaak ergens zien
optreden.
Het
idee kwam spontaan, misschien wel dezelfde dag, om een liftwedstrijd naar
Grollo te houden. De regels waren als volgt: HJ en ik zouden met een tussenpoos
van een uur vertrekken. Bestemming Grollo en melden in de kroeg. We gingen er vanuit
dat er maar 1 kroeg was en dat klopte. Bij aankomst Andries bellen (de mobiele
telefoon moest nog worden uitgevonden) die vervolgens de tijd noteerde. Degene
die het snelst de afstand overbrugde was winnaar. De tos bepaalde dat ik als
eerste weg moest, om 15 uur. Ik voelde het gegniffel aan de overkant toen de
auto’s maar voorbij raasden. Een half uur later was ik dan eindelijk op pad. Bij het Hoevelaken
klaverblad liet ik me afzetten door de bestuurder die verder naar het oosten
reed. Een zakenman pikte me op en was vooral boos, omdat ik, maar vooral ook
hij het risico liep op een boete om daar te stoppen. Daarna kreeg ik een lift van een trucker die via
z’n bakkie regelde dat ik op een parkeerplaats overstapte op een andere truck richting
Veendam. Hier zat het geheim van mijn overwinning: niet de Beilen-afslag nemen,
die wat eerder is, en hemelsbreed korter is naar Grollo, maar even een bocht
maken. En dat wist ik, omdat ik naast een tandenborstel ook een kaart van
Nederland in de binnenzak van m’n lange regenjas had gestopt. De laatste paar
km had ik ook snel een lift en werd bij Café Hofsteenge afgezet. Met de
aaneensluitende liften zal het rond half 7 zijn geweest. Ik belde Andries en ging
aan de bar zitten en bestelde een bord patat en bier. Ik hield de tijd en de
deur goed in de gaten, maar na een uur was de uitkomst van de wedstrijd duidelijk:
‘Ik had gewonnen’. Een half uur later deed HJ zijn verhaal. Op de Gooise weg
had hij maar kort gestaan en werd door een snelle auto meegenomen. “Kat in het
bakkie” dacht hij en na een paar liften was hij bij afslag Beilen. Eén lift had
hem daarna nog naar Amen gebracht, maar toen was het stil op de boerenweggetjes. Er
zat niks anders op om naar Grollo te lopen, een uur lang. En daar verloor hij
zijn voorsprong.
We
kwamen die avond niet meer van de barkruk af en hoorden de verhalen aan over
Harry en Herman: “Harry was een goeie jongen, maar Herman…”. Herman die ’s
ochtends een uur met de Telegraaf op het toilet zat te poepen. Na een tijdje vroegen we
de kroegbaas naar een logies-adres. Hij belde wat particuliere adressen, maar
toen dat niet lukte, zei hij dat we ook wel aan de overkant konden slapen in
een soort schuur met stapelbedden. En dat deden we toen de kroeg dicht ging. De
volgende dag lifte HJ naar Enschede en ik naar Ermelo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten