Hielke en Sietse Klinkhamer zouden op het Inle-meer hun lol op kunnen met
hun Kameleon. Het meer is 20 km lang en 5 km breed. Aan de oevers en in het
meer liggen 200 dorpjes, de huizen op palen gebouwd. De bewoners van het meer
horen bij de Intha bevolkingsgroep. Intha betekent 'zonen van het meer'. Hun
leven is helemaal verbonden met het water. Fascinerend zijn de vissers die met
het ene been staand op het bootje en met het andere de peddel omklemd wijd
uitzwaaiende bewegingen maken, het zogenaamde beenroeien. Zo hebben ze de handen vrij om nog
een fuik of een stok met scherpe punt naar de vissen in het heldere water te
gooien.
Beenroeier op het Inle-meer |
Van waterhyacinten, moerasplanten en bamboe worden drijvende tuinen gemaakt
door er aarde op te gooien waar zelfs de bloemkool het goed op doet. En elk
dorp heeft wel een handicraft workshop. De 'gondeliers' zetten je slim af bij
zilversmeden, wevers, sigarenmakers, botenbouwers of bij een lokale markt.
Cheroot (sigaren) makers |
Drijvende 'kraam' van een lokale markt |
Het
Engelse onderwijs was slecht tijdens het militaire regime, zodat maar weinig
mensen goed Engels spreken. Maar jonge meisjes doen ontzettend hun best om alle
stappen van het handwerk uit te leggen. Ooit gehoord dat in de stengel van de
lotusbloem een vezel zit, die je voor kleding kunt gebruiken? Je moet de vezels
draaien en vijf bij elkaar plakken om een stevige draad te krijgen. De lotusbloemen
groeien hier weelderig op het water, maar om voldoende vezels voor een sjaaltje
te oogsten heb je wel 3000 stengels nodig en ben je een paar weken bezig. De zelfgeweven
sjaaltjes kosten dan ook minimaal 90 dollar, een vermogen in dit land.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten