zondag 15 juli 2018

Uw Fruit Tuintje


“Ik doe er nog een kousenband bij’, zegt de verkoper van Uw Fruit Tuintje aan de Surinaamse dame voor me die haar mandje vol heeft met groente en fruit. Ze lacht. “Doe het dan”, zeg ik tegen hem en op commando vliegt er een zak kousenband door de lucht die behendig wordt opgevangen. Ik reken mijn twee pompelmoezen en het zakje mango’s af. Dit is niet de markt in Paramaribo maar een winkeltje op het vliegveld Zanderij in Suriname. Achter de douane (!!) kopen veel mensen nog even fruit en groente bij hem, en sjouwen die in Jumbotassen het vliegtuig in. Ik ook. En waarom ook niet. Pompelmoes, een soort grapefruit, eet je niet elke dag in Nederland.

Vlaggen in de zaal bij de bespreking van het Nationaal Strategisch Tuberculose Plan. Van links naar rechts: Pan American Health Organization (PAHO), Suriname, World Health Organization (WHO)
Het is de derde keer in 12 maanden dat ik in Suriname ben. Dit keer om drie onderwerpen te bespreken: i) het strategisch meerjarenplan om tuberculose terug te dringen, ii) een richtlijn voor de behandeling van multiresistente tuberculose en iii) de resultaten van onderzoek van het RIVM naar de resistentie van tbc-bacteriën in Suriname. De goede samenwerking werd woensdag nog eens benoemd door de Directeur Volksgezondheid en de vertegenwoordiger van het lokale Wereldgezondheidsorganisatiekantoor. Het was ook een prettig weerzien met de tbc-bestrijders in Suriname. We raken steeds meer met elkaar bekend/bevriend en Whatsappen wat af. 
Werkgroepen aan de slag met het Nationaal Strategisch Tuberculose Plan
De trip was deze keer nog korter dan de vorige trips. Dinsdag zat ik op de 9 uur durende dagvlucht naar Paramaribo. Nu, zaterdagavond, vlieg ik weer terug, met een korte nacht in het vliegtuig. Qua intensiteit vielen de drie dagen wel mee hoor. Er was vooraf al heel wat schrijfwerk gedaan en de nadruk lag op de twee bijeenkomsten. 
Hengelen bij Braamspunt, waar de Surinamerivier uitmondt in de Atlantische Oceaan
Gelegenheid dus om eens te gaan vissen, of ‘hengelen’ zoals de Surinamers zeggen. Mijn Nederlandse reisgenoot, een fervent visser, had een bootje gehuurd om de Surinamerivier op te gaan. En ik wilde wel eens van mijn geen-vangst-complex af. Dat is niet gelukt. “Niks getrokken” zegt men in Suriname. Behalve dan de mangrove-takken en plastic zakjes. Suriname draagt ook bij aan de plastic soep. Ik lag diep te slapen, toen mijn droom onderbroken werd door mijn reisgenoot die wel een meerval binnenhaalde. 
Er zijn veel vissoorten in Suriname. Op de grote markt in Paramaribo liggen ze in stapeltjes bij en naast elkaar; sommige nog levend in een emmer. De vis wordt direct aangeleverd via de Surinamerivier die achter de kraamtjes stroomt. Verser kan niet.



De toiletdame bij de markt
Het was rustig op de markt. Volgens de kooplui omdat mensen geen geld hebben. Het gaat economisch slecht in Suriname. Vooral door falend bestuur. Tekenend is bijvoorbeeld dit krantenartikel die beschrijft dat 150 miljoen US dollar nodig is om de zanderige Surinamerivier uit de diepen. Het land kan geen lening meer krijgen. Grote olieboten kunnen het land niet meer in, de benzine gaat duurder worden en prijzen van alle producten zullen gaan stijgen. 
Het bijzondere is dat je het plaatselijke nieuws gewoon in het Nederlands kunt lezen. Hier nog twee berichten uit de Times of Suriname: hoe een Surinamer tegen de lamp liep in Frankrijk 
en hoe een kleuter werd aangesproken vanwege 'brandstichting'.
En deze zijn ook leuk:




Geen opmerkingen:

Een reactie posten