woensdag 13 september 2023

Familiekroniek 4: Lieuwe Dijkstra (1858-1917)

Lieuwe Dijkstra, mijn overgrootvader, was timmerman in Sebaldeburen, een dorp in de gemeente Grootegast. Ook zijn vader Jan en grootvader Lieuwe Idskes waren in hetzelfde dorp timmerman. Het vak ging van vader op zoon, of beter gezegd op zonen, want de ooms van Lieuwe werden ook timmerman, in de omliggende dorpen Grijpskerk, Leens en Zuidhorn. Het timmeren zit ook een beetje in mijn bloed, want ik timmerde als kind er heel wat op los en wilde lang timmerman worden. En soms voelde ik mij ook timmerman als ik orthopedische operaties uitvoerde in Zambia.

Advertentie 5 december 1852 (Lieuwe Idskes Dijkstra was 1 april 1851 overleden)

Lieuwe is het eerste kind van Jan Dijkstra en Pieterke Kooi. Vader Jan was eerder getrouwd met Jantje Veenstra. Uit dat huwelijk werden twee dochters geboren. Zijn eerste vrouw was nog maar 28 jaar toen ze stierf; het jongste kind, Jantje, 6 maanden oud. Dat Jan met een Kooi (her)trouwt is niet vreemd, want twee broers gingen hem al voor. Drie broers die met drie zussen trouwen lijkt me nogal bijzonder. Het beperkte wel het aantal neven en nichten van Lieuwe, want de negen neven en nichten aan moeders kant zijn dezelfde als aan vaderskant.

In de Kooi-familie is een opvallende gebeurtenis te melden. Want wat gebeurt er in april 1837, als beide ouders van Pieterke twee dagen na elkaar overlijden? Op donderdag 20 april overlijdt moeder Hindrikje in huis 376 in Briltil en op zaterdagavond vader Klaas, die op dat moment tolgaarder is. In één klap zijn zes kinderen wees, de oudste Itje, nog geen 14 jaar, Pieterke 6 jaar en het jongste kind 2 jaar oud. 

De zoektocht in de krantenarchieven levert een advertentie op van een notaris die vraagt of mensen nog iets te vorderen hebben. In de notarisboeken vind ik geen akte terug, dus was er waarschijnlijk niet veel te halen. De weeskinderen zullen wel bij familie zijn opgegroeid. En mooi dat later de zussen Itje, Geertje en Pieterke met Jacob, Geert en Lieuwe Dijkstra trouwen, daar een nieuwe familie krijgen en zelf nieuwe families stichten.

Pieterke Kooi overlijdt in 1879. In het bevolkingsregisterboek dat in 1880 opnieuw begint, staan de mannen Dijkstra onder elkaar: vader Jan (timmerman), zonen Lieuwe (timmerman), Albert en Hendrik (timmerman). En daaronder (half)zus Jantje die in 1879 terug is gekomen in het gezin. 
Lieuwe verhuist in 1888 naar huisnummer 54 als hij met Martje Nienhuis trouwt. Hij zet daar de timmeractiviteiten voort. Mijn oom vertelde dat opa Lieuwe soms met een timmerkist door het dorp liep, als hij geen werk had, om de indruk te wekken dat hij dat wel had.

Lieuwe sterft relatief jong, na een langdurige ziekte, zoals op de rouwkaart is geschreven. Het is al meer dan 100 jaar geleden dat hij overleed. Zijn graf en die van zijn vrouw Martje zijn nog aanwezig op het kerkhof het midden in het dorp Sebaldeburen. Bij mijn laatste bezoek was het opschrift bijna niet meer te lezen. De grafmonumentenspecialist die ik raadpleegde, liet weten dat je de steen het beste met chloor en borstel kon schoonmaken. Dat heb ik deze week gedaan samen met een nicht. Het was een mooi ritueel aan het eind van mijn wandeltocht. Ik grapte tegen haar dat we bij de tekst 'hunne kinderen' (onderaan de steen) nu in graffiti er wel bij konden schrijven: 'en hunne achterkleinkinderen 13/9/2023'.





zondag 10 september 2023

Familiekroniek 3: Martje Nienhuis (1858-1933)

Martje Nienhuis, mijn overgrootmoeder, is de dochter van Albert Melle Nienhuis en Lutgertien Bouwmeester. Lutgertien is mijn enige Drentse betovergrootouder. Ik ben indirect naar haar vernoemd.
Vandaag (zondag) ‘loop ik haar’ van Anloo, de plaats waar ze geboren is, naar Sebaldeburen waar ze met Albert Melle gaat wonen en kinderen krijgt. In etappes, want het is te ver om in één dag te lopen. Ik ben al vroeg op pad. Eerst met de trein van Gouda naar Groningen en daarna met de bus naar Anloo. Op de brink van het esdorp staat een oude kerk, waar Lutgertien ongetwijfeld in 1817 is gedoopt. 

Het is 13.30 uur als ik de kerk achter me laat en zet er gelijk een flinke pas in. Groningen is nog ver, zo'n 30 km. Moet dus wel een beetje opschieten. In het Landgoed De Schipborg zijn geen bordjes; de zon en Google maps wijzen vandaag mijn weg. Na anderhalf uur meanderen door een prachtig landschap kom ik in Zeegse, waar ik wat drink en mijn drinkfles bijvul. Dat is ook wel nodig op deze tropische dag. Want tot aan Paterswolde zijn er geen winkels of restaurants meer open. 
Landgoed De Schipborg
Koeien zoeken vandaag verkoeling in het bos
Enigszins strompelend - mijn linker kuitspier begint vervelend te doen - bereik ik laat middag restaurant Loetje. Ik ben niet de enige die aan het eind van deze warme dag een hapje wil eten aan het meer. Er staat een rij. Niet gereserveerd betekent geen plek. Ik probeer het toch maar. Wellicht is het mijn uitgehongerde blik die de man doet zeggen: “Oh, ú bent alleen?, waarna hij me naar een tafel voor twee brengt met uitzicht over het Paterswoldsemeer. De specialiteit, biefstuk met brood, smaakt me uitstekend.
Overgrootmoeder Martje Nienhuis is het 5e kind van Albert en Lutgertien. Ruim 5 jaar later wordt nog een broertje geboren, haar moeder is dan al bijna 47 jaar. Dat zal nogal onverwacht zijn geweest. Albert en Lutgertien zijn boerenknecht en dienstmeid als ze trouwen, ‘daglooners’ als Martje wordt geboren en zijn dat 30 jaar later ook als Martje trouwt. Ze hebben in hun leven geen treden beklommen op de economische ladder, integendeel. Maar weinig geld hoeft geluk niet in de weg te staan. Vader Albert Melle is blijkbaar een grappige man, want als er kattenkwaad in de familie wordt uitgehaald, heeft men het nog lange tijd over ‘Albert Melle streken’.

Ik heb mijn moeder eens geïnterviewd over de familie Nienhuis. Ze vertelde dat een tante een keer een borreltje op had en eruit floepte dat in de familie een zus verkracht was door haar broer. Het kind werd zonder oren geboren. Daarna hield iedereen de kaken stijf op elkaar. Alleen een neef in Canada zou er meer over weten, maar die zal ondertussen ook wel dood zijn. Maar ik heb het puzzeltje denk ik opgelost, want Martjes oudste zus, Grietje, krijgt haar eerste kind (Dina) als ze 27 jaar oud is. De vader is onbekend. Moeder Lutgerdina is bij de geboorte aanwezig en doet de aangifte. Ook bijzonder in die tijd dat oma de aangifte doe. De vader is waarschijnlijk haar zoon Hendrik, de twee jaar jongere broer van Grietje, die dan nog thuis woont. Het kind, Dina, blijft nog een tijdje bij de grootouders, ook nadat Grietje trouwt met de tapper Klaas Gorter. Maar daarna groeit ze bij hen op. En wel of geen oren: Dina trouwt, krijgt kinderen en overlijdt als ze 75 jaar oud is, in het dorp waar ze ook is verwekt.

 
In 1888 trouwt Martje met timmerman Lieuwe Dijkstra. Uit het huwelijk worden 6 kinderen geboren, waaronder in 1898 mijn grootvader Geert, naar wie ik ben vernoemd. Lieuwe overlijdt in 1917 na een ziekbed. In de nalatenschapsakte worden de roerende goederen beschreven, zoals een kast (gewaardeerd fl. 10,-), een kookkachel (fl. 8,-), een kolomkachel (fl. 3,-), een kooi met duiven (fl. 4,-) en een tinnen koffiepot (fl. 5,-). 

Briefje in de koffiepot.
 
Het huis en een stuk land worden verkocht om de hypotheek af te lossen. Het gezin verhuist naar een huisje dichtbij de kerk en krijgt een tijdje steun van het armenbestuur van de kerkgemeente. De kerknotabelen hielden je goed in de gaten, vertelde m’n moeder. “Droegen de kinderen goede kleren, dan kreeg je minder steun.” M’n moeder sprak hier zwaarmoedig over, want terugvallen op de bedeling was erg. Maar het was nog altijd beter om die steun van de kerk te krijgen, dan steun te trekken van de overheid.

Mijn opa Geert Dijkstra ingeschreven als bakker op dit adres in Sebaldeburen. Martje Nienhuis, zijn moeder, en Dina Dijkstra, zijn zus, worden doorgehaald als hij 3 jaar later trouwt met mijn oma. 
Als mijn opa Geert in 1925 een bakkerij in het dorp start, komen moeder Martje en zus Dina ook in het huis wonen. Moeder doet het huishouden, Dina verkoopt het brood in de winkel. Dat blijft een paar jaar zo, totdat Geert z’n liefde ontmoet. Geert huurt voor z’n moeder een huis naast de kerk. In 1933 overlijdt Martje op 74-jarige leeftijd. Een paar maanden later wordt m’n moeder geboren.
In het archief Zuidhorn ligt een cahier met huisnummers Sebaldeburen. Daarin staat inderdaad dat Martje Nienhuis naast de kerk woonde. M'n moeder had een goed geheugen!!