vrijdag 19 april 2024

Otrobanda, Curaçao

De Handelskade in de wijk Punda, bekend van foto's en reclames.
Een houten pontonbrug over de Sint Annabaai verbindt de wijken Punda en Otrobanda. 

Ik laat Daphne Bunskoek deze keer eerst aan het woord (https://www.nationalgeographic.nl/curacao/2017/07/daphne-bunskoek-op-zoek-naar-het-ware-curacao)(...) Die nette en gepolijste voorkant kom ik ook tegen als ik die avond rondloop door de straten van de wijk Otrobanda, letterlijk ‘de andere kant’  van het centrum van Willemstad. Alle huizen lijken pas geverfd en zelfs de meest onooglijke bouwval is van een lik pastelverf voorzien. Dat blijkt het werk van onder anderen Kurt Schoop, een van de betrokken bewoners uit de wijk die de wandeling deze avond hebben georganiseerd om te laten zien hoe de wijk is opgeknapt.

Oudroze geschilderd bouwval
En met het geverfde interieur wordt het 'Art'. 
De kleuren van de huizen die zo kenmerkend zijn voor het eiland kennen trouwens een geestige geschiedenis. Albert Kikkert, in 1816 benoemd tot Gouverneur-Generaal van Curaçao, vaardigde een decreet uit dat de witgekalkte huizen op het eiland zo snel mogelijk in pasteltinten geverfd moesten worden. Het wit van de gekalkte huizen zou tot blindheid leiden en voor algehele gezondheidsproblemen zorgen. Toen deze grote operatie was voltooid, werd pas duidelijk dat Kikkert de eigenaar van de enige verffabriek op het eiland was. De doctrine van Kikkert geeft nog steeds elk bouwval kleur.

Voor zijn werk kwam Schoop zo’n tien jaar geleden in Otrobanda terecht, en hij was op slag verliefd op de mensen en hun levensinstelling. ‘De relaxte sfeer die hier heerst aan de ene kant en de daadkracht van de bewoners aan de andere, trok me enorm aan. Ik voelde me gelijk thuis.’ Destijds waren de meeste huizen in Otrobanda verkrot en criminaliteit vierde er hoogtij. Samen met buurtgenoten verfde Kurt de leegstaande panden, werden afvaldumpplekken midden in de wijk omgetoverd tot kinderspeelplaatsen en is de veiligheid door middel van betere verlichting en buurtbewaking enorm verbeterd. En nu is hij eigenaar van drie aaneengeschakelde panden in de Ferdinandstraat die hij grondig verbouwde en verhuurt aan toeristen en stagiaires. Het liefst had hij het hele complex in zijn favoriete kleur geschilderd, aquablauw, maar zoals de geschiedenis dicteert kleurde hij het middelste huis in een andere kleur: oudroze.

En nu mag ik... 😊 Na Suriname ben ik deze week in Curaçao aangekomen en slaap in het kleurrijke Bario hotel in de wijk Otrobanda. Aan de bar vraag ik naar een paar bezienswaardigheden. Ik kan wel een middag wel vrij plannen. De rest van de tijd ben ik druk bezig met het advies voor een nationaal tbc-plan. “Je kunt donderdag mee met een wandeling door de wijk”, zegt de man. Het is Kurt. Hij is mede-eigenaar van het hotel dat bestaat uit kleurrijke huizen, die met elkaar verbonden zijn door patio’s. Daphne beschrijft hierboven heel goed wat Kurt tijdens de wandeling ook vertelt. Autobestuurders toeteren naar hem en onderweg maakt hij praatjes met de oudere Curaçaoërs die voor hun huis zitten en vertelt me over de mensen. De wijk staat bekend als een ‘blue zone’: veel mensen worden honderd jaar of ouder, vooral vrouwen. 

Bij een bouwvallig huis laat hij de samenstelling van de muur zien, die bestaat uit brokken rots en zand van het strand. Het verpulvert onder zijn vingers. Nog steeds doordringt met zout. Een goede voedingsbodem voor planten en bomen. 

De straten zijn schoon, heel anders dan in Suriname. Zijn (levens)motto is: 'Leave it behind better'. De wandeling is ook om me te laten verwonderen van de schilderingen. Geniet mee!

Voormalig bordeel met Dominicaanse en Haitiaanse sex werkers in de Ferdinandstraat.
Nos Kaya = Onze straat


Passage Breedestraat onder de Arubastraat
(Open) café/restaurant tegenover Kura Hulanda (een museum over de slavernij), met mooie muurschildering

Met Kurt

In het hotel laten de 'oudjes' zien hoe je de salsa moet dansen.
Het hotel heeft ook een buurthuisfunctie. Deze week was er een lunch voor de oudere bewoners.

Je wordt vanzelf jong in deze wijk!


zaterdag 13 april 2024

Hardlopen in Paramaribo; recycling in Suriname

Het is al licht als ik wakker word. Vandaag geen werk, het is zaterdag. Ik sta op en kijk uit het raam. Het regent niet. De straat is wel nat, maar zo op het oog zijn er geen grote plassen. Ik waag het erop, neem een paar slokken water en trek m’n hardloopschoenen aan. Mijn appartement is aan de Prins Hendrikstraat. Deze straat uitrennend kom ik via de Verlengde Mahonylaan op de Tourtonnelaan. De groentemannen/vrouwen zijn al bezig om hun kraam voor een nieuwe dag klaar te maken. Ik sla links af de Schietbaanstraat in en ren tussen twee grote begraafplaatsen door, links de RK en rechts de Chinese. Nog één straat, de Kamponglaan, en ik ben bij het bos waar ik m’n rekoefeningen doe. Dit is m’n favoriete stukje: een zandpad, de Spathodelaan, door een dichtbegroeid bos met hoge bomen. Vorig jaar zag ik hier twee luiaards hoog in de bomen. Er zijn ongetwijfeld ook apen. Onderweg kom ik andere sporters tegen, vooral stevige wandelaar. Terug dezelfde weg. Een vrouw plukt laag bij de stam van een boom groene vruchten en doet ze in een teiltje. “Het zijn birambi”, zegt ze, “erg zuur” en biedt me er één aan. Ik sla het af, want heb geen zak om ze in te doen. Op het internet lees ik dat je er chutney van kan maken. Bij de Kamponglaan veegt een vrouw het terrein van haar warong schoon. Daarnaast ligt het voetbalveld van SV Puna Nani, met een mooie tribune. Het veld is erg drassig na drie dagen stevige regens, maar er wordt vandaag en morgen gewoon gevoetbald. Op de Schietbaanstraat houdt een man een kooitje vast met een vogel. Het is een rowtie. ’s Ochtends laten mannen deze zangvogels uit of gaan naar een wedstrijd. Maar ik hoor alleen de grietjebies ‘grietjebie’ roepen. Het geeft me altijd weer een fijn Surinamegevoel. Het laatste stukje ren ik weer. Na een uur ben ik thuis. Het is 27 graden buiten, binnen zet ik de airco aan. De cooling down kan beginnen.

De pont naar de overkant van de Surinamerivier is er al lang niet meer. Nu één van de 'no go'-plekken.

De drie weken zitten erop. Enerverend als altijd. Druk ook. Deze keer ondersteunde ik onder andere een tbc-screening bij drugsgebruikers. ‘No go’-plekken, maar met een goede voorbereiding en de juist contacten is het okay om daar een uurtje te zijn. Wel schokkend om te zien hoe mensen (over)leven. Het broodje en drankje als ‘tegenprestatie’ voor de screening werd gretig afgenomen.

Donderdag vroeg de verpleegkundige of ik meewilde naar ‘de patiënt die op de vuilnishoop leeft’. Deze man en zijn zoon hebben een huis, volgens de chauffeur een krot, dichtbij de vuilnishoop betrokken. Rondom hun huis ligt het afval waar zij de metalen uit halen of al uit hebben gehaald. Hij vertelde ons de kiloprijzen voor ijzer, aluminium, oranje en rode koper. Rode koper levert het meest op 158 SRD (bijna 5 euro) per kilo op. Circulaire bedrijfsvoering in Suriname. Maar er was eigenlijk geen scheiding meer tussen de vuilnis om zijn huis en in zijn huis. Een Engelse collega verweet de tbc-bestrijders eens, dat we mensen uit de goot halen, ze van tbc genezen en ze weer terug dumpen in de goot. Patiënten met tbc hebben veel meer noden. Op de terugweg brainstormden we hoe deze vader en zoon geholpen kunnen worden om hun leven weer wat meer georganiseerd te krijgen. Het tbc-programma heeft daarvoor fondsen. Er zijn ook een aantal organisaties in Suriname die met dit soort problematiek werken. Ik ga de komende weken online opvolgen waar men op uitkomt. Dat moet uiteraard samen met de patiënt.


De benedenverdieping was de afgelopen drie weken mijn verblijf.

Brokopondo stuwmeer 

Het stuwmeer ontstond tussen 1961 en 1964 na de aanleg van de Afabaka dam in de Surinamerivier. Bewoners van 15 dorpen werden geresetteld, hun dorpen verdwenen onder water.

En dan slaat het weer om. De grote regentijd is begonnen.