woensdag 1 april 1998

6. Virus hunt

Electronenmicroscoop in UTH, Lusaka
Bij mijn vertrek wenste iemand me sukses met de 'virus hunt', het opsporen en najagen van het poliovirus. Zo voelt het ook wel een beetje. De kans is klein dat we in Zambia nog een wild poliovirus tegenkomen. De laatste epidemie was in 1995, waarbij toen bij 7 kinderen het poliovirus is gevonden. In 1996 en 1997 zijn grote massacampagnes gehouden: de Nationale Immunisatie Dagen (NID's). In juli en augustus werd tweemaal een dag besteed om alle kinderen onder de 5 jaar met het poliovaccin te immuniseren. In Zambia gebruikt men het Orale Polio Vaccin (OPV), een druppeltje. In Nederland is dit ook wel bekend omdat in de Staphorst-epidemieën de kinderen met een suikerklontje (dus met een druppeltje poliovaccin) gevaccineerd werden. Op zo'n dag worden in Zambia 2 miljoen kinderen gevaccineerd. In een land als India meer dan 100 miljoen kinderen op een dag. Dit jaar zal waarschijnlijk de laatste ronde NID's zijn, want het is een behoorlijke onderneming om dit voor elkaar te krijgen. Zo'n campagne kost enkele miljoenen guldens in Zambia. Het effekt van zo'n campagne is overal groot gebleken. In veel landen heeft men na een eerste ronde het poliovirus niet meer aan kunnen tonen en dat is nu net de bedoeling: niet om kinderen te beschermen, maar om de overdracht van het virus te verhinderen. Het belang van de surveillance is nu om aan te tonen dat er wel (kinder)verlamming bestaat, zo'n 50 gevallen per jaar, maar dat dit niet veroorzaakt wordt door het poliovirus.

Her virologisch lab in UTH, Lusaka
Innocent
Bij mijn eerste bezoek aan het Universiteitsziekenhuis (UTH) liet de Indiase professor mij een kind zien met een halfzijdige verlamming. Het kindje was 3 jaar, erg ondervoed en heette Innocent. Zondags merkte de moeder dat hij zijn arm niet meer kon gebruiken en 's avonds bleek ook een been verlamd te zijn. Ik heb geholpen om de goede formulieren naar het virologisch  laboratorium te sturen en heb inmiddels gehoord dat de twee ontlastingen ingezet zijn voor de viruskweken. We horen over 2 weken of het een poliovirus is. Dit is onwaarschijnlijk, want het kindje had alle vaccinaties gehad en tevens OPV tijdens de twee campagnes. Er zijn ook nog andere virussen die zo'n beeld kunnen geven. Deze week hoop ik in het lab het vervolg van dit onderzoek met eigen ogen te kunnen waarnemen. Gisteren heb ik al even kennisgemaakt met de Japanse professor, die in het lab werkt. JICA, de Japanse ontwikkelingshulp, ondersteunt het virologisch laboratorium, doet onderzoek en promoot natuurlijk hun eigen testen.

Woensdag 1 april en dit is geen grap ben ik naar de Rotary Club geweest. Ik werd uitgenodigd door Mr. Din, een Pakistaan, geboren in Uganda, door Amin het land uitgegooid in de jaren 70 en inmiddels al bijna 20 jaar werkzaam in Zambia. Hij is verantwoordelijk voor het onderhoud en reparaties van ALLE koelkasten in de gezondheidsposten en ziekenhuizen. Een onmogelijke taak dus, zeker als je de grootte van het land in beschouwing neemt. Hij nodigde me dus uit voor de wekelijkse lunch van de Rotarians in het Intercontinental Hotel. Het was wel een grappige bijeenkomst. De club heeft zo’n 25 leden en men moet geloof ik 70% bijwoning hebben. Met de 17 leden haalden ze dat net. Na een drankje gingen we aan de ronde tafel. Rotary President Patrick hief het glas op de president van Zambia en zei dat we onze jasjes uit mochten trekken. Voor mij was dat niet nodig. Na het diner was er een voordracht van de eerste secretaris van de Amerikaanse ambassade. Weinig verrassend ging zijn bijdrage over het genot van Internet. Hij adviseerde Zambiaanse bedrijven om via het Internet te adverteren en liet zien wat de ‘search response’ was bij woorden als Chiluba, Kaunda en Rotary. Veel lucht dus. Anyway, het was een aangename lunch en bovendien is Rotary International een van de grootste donoren van het Polioeradicatieprogramma, dus was het voor mij eigenlijk een werklunch!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten