vrijdag 17 april 1998

8. Tito Road en Saddam Hussein Boulevard

Mijn tijd in Zambia begint er al bijna op te zitten. Nog ruim drie weken en ik moet het hier afsluiten. Of mijn missie succesvol geweest is, weet ik niet. Het is in ieder geval niet gemakkelijk geweest. Vooral het gebrek aan een counterpart, maakt het lastig om dingen te bespreken, samen te doen. Via de WHO is nu geadverteerd voor een nationale surveillance officer, maar het is nog de vraag of die voor het eind van mijn contract kan beginnen. Ook de personen die al geselecteerd waren om met mij te werken, konden niet beginnen. Het Central Board of Health wacht nog steeds op een nieuwe directeur-generaal (ook al geselecteerd) die de nieuwe posities moet bekrachtigen. Daarnaast zijn er ook financiële problemen, die het onwaarschijnlijk maken dat deze mensen komen. De nieuwe minister heeft vorige maand bovendien een ban op nieuwe posities gelegd en heeft de benoeming van de nieuwe DG vooralsnog tegengehouden. Je ziet een heel wirwar, waar je niet snel wijs uit wordt.
Ik probeer mijn verblijf zo aangenaam mogelijk te maken en vertrek zondag naar het noordwesten van Zambia, naar de Angola-Congo hoek. In 1995 heeft men hier polio vast kunnen stellen bij een aantal patiënten die uit Zaïre/Congo kwamen. Beide landen hebben nog steeds 'wild polio', dus als polio opnieuw in Zambia wordt geïntroduceerd dan komt het waarschijnlijk uit deze hoek. Het is een regio die ik nog nooit heb bezocht, dus een andere goede reden om daar naartoe te gaan. Daarnaast probeer ik na de koninginnedag, en de jaarlijkse artsenvergadering, naar het noorden te gaan en een weekend in Chilonga te zijn.
Veranderingen in Zambia zijn moeilijk te beschrijven. Wel is er duidelijk een vrijemarkteconomie en kun je niks meer gratis of gesubsidieerd krijgen. Millie meal, transport, gezondheidszorg is allemaal duur geworden. Of het betaalbaar is voor grote groepen van de bevolking is nog maar de vraag. Wat niet veranderd is, zijn de bijzondere straatnamen die nog herinneren aan de vrienden van Kaunda en Zambia. In Kitwe stond het hotel aan de Obote Street, een vroegere president van Uganda. Ons kantoor is aan de Haile Selassie Avenue, dicht bij de Addis Ababa Drive. Deze laatste keizer van Ethiopië was volgens mij ook niet zo fris. Verder is Tito vereeuwigd in de Tito Road. En wat dacht je van de Saddam Hussein Boulevard. Ik kan me niet voorstellen dat in Europa nog een straat of steegje naar deze man vernoemd is. De banden met Saddam Hussein moeten wel heel sterk geweest zijn om al zo vroeg een straat naar hem te noemen (was ook al zo in 1989). Waarschijnlijk heeft hij wel wat oliegeld het land gestuurd. Er gaan trouwens nog steeds geruchten over de banden tussen Kaunda en Saddam Hussein. Een onwettige zoon van Kaunda, zit in Isoka in de gevangenis, omdat hij illegaal het land was binnengekomen vanuit Malawi. Het verhaal gaat dat hij op bezoek wilde bij zijn 'vader' om een brief en handtekening te halen, met een verklaring dat zijn aanzienlijke Malawiaanse bankrekening ten gevolge van een donatie van Saddam Hussein aan KK was. De krant twijfelde zelf ook aan het verhaal. De man zou KK nog nooit gezien hebben. Een mooi verhaal in ieder geval. 
Kaunda is trouwens nog steeds onder huisarrest vanwege een vermeende betrokkenheid bij een coup-poging vorig jaar. Aanvankelijk zat hij een tijdje in de gevangenis, maar onder politieke druk heeft men hem daar uitgehaald en onder huisarrest gezet. Zijn huis is tot 'prison' verklaard en nu heeft de eigenaar van het huis daartegen bezwaar gemaakt. Deze landlord is samen met zijn advocaten een rechtszaak begonnen tegen het feit dat zijn huis plotseling tot staatsgevangenis is verklaard. Mocht hij gelijk krijgen dan moet Kaunda terug naar het gevang. Je ziet hoe het politieke getouwtrek zich hier voortzet, vooral in de media.
Geen éénpartijbier meer in Zambia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten