Jinja, aan het Victoriameer in Oeganda, is onze nieuwe verblijfplaats. We slapen opnieuw in een tent en kijken uit op de (Victoria) Nijl, en hebben een geweldig uitzicht over de stroomversnellingen in de rivier. Vanochtend werden we gewekt door de grijze baardaapjes die van de ene boom naar de andere springen. De plek waar we nu zijn is vooral een plaats waar 'overlanders' en andere backpackers overnachten. Er zijn verschillende activiteiten zoals wildwaterraften, bungeejumpen, kayakken. Wij hebben besloten om hier niet aan mee te doen en gaan deze dagen vooral gebruiken om te relaxen en niets te doen.
Gisteren zijn we vanuit Kapenguria/Makutano (Kenia) naar Jinja gereisd. Om 7 uur belde Harrison, de taxichauffeur uit Kitale die ons een paar dagen eerder bij Barnley Guesthouse had afgezet. We hadden met hem afgesproken dat hij ons om 8 uur zou ophalen, dus waren we een beetje verrast dat hij al zo vroeg ons wakker belde, maar Harrison zei: "better early than late", zeer onafrikaans! De nightwatchman van het guesthouse had het vuur al opgestookt, zodat we eerst een goed hete douche konden nemen. Harrison was er al om half 8, maar we gingen eerst nog even koffie/thee drinken met Richard Barnley. Richard is 58 jaar en in Kitale geboren. Zijn ouders waren hier naar toe geëmigreerd en 'mam' van 83 regelt nog steeds de keuken van het guesthouse dat al sinds 1961 bestaat. Ze was nu voor een maand in Engeland. Haar stoel met een speciaal kussentje, aan het hoofd van de tafel, bleef meestal leeg. Verder kwamen we in de guesthouse Tim tegen, een Amerikaanse predikant die nog even 600 bijbels in Kiswahili naar een aantal dorpen in Oeganda moest brengen. De mensen in deze dorpen hadden van zijn aanwezigheid gehoord en wilden hem graag zien/horen. In zijn kerk in St. Louis werd afgelopen zondag daarom een inzameling gedaan en eventjes 4000 dollar binnengehaald. Of deze mensen de bijbels kunnen lezen is maar de vraag. Kiswahili is niet de taal van de Pokotmensen die daar wonen en veel van hen kunnen niet lezen....
In Kitale (25 km verder) dropte Harrison ons bij de Best Line busservices. We hadden al gehoord dat zij op Bungoma reden. Midden op de rode modderige markt stond de aftandse bus van Best Line al te draaien. Onze bagage werd voorin in de bus geplaatst en wij kregen de ons al vertrouwde plek achterin (niet de voorkeursplaats omdat je hier aardig door elkaar wordt geschud). We moesten een klein uurtje wachten totdat alle 50 plaatsen verkocht waren. Ondertussen kwamen allerlei venters in de bus hun waren verkopen. We kochten een paar zakjes pinda's. Een pastor vermaakte ons met bijbelteksten, preken en gebed (in het Pokot) en toen we vertrokken werd zijn plaats ingenomen door een muslim medicijnverkoper. Hij had een koffertje bij zich met allerlei flesjes, zakjes, sprays, e.d. We begrepen dat er o.a. aloë vera in zat en dat sommige medicijnen goed waren tegen constipatie, tyfus, seksueel overdraagbare aandoeningen en nog veel meer ziektes. Hij verkocht aardig wat.
|
Best Line, Kitale |
De bus bleek geen intercity te zijn en stopte om de kilometer, om mensen uit te laten stappen en weer anderen op te pikken. De reis over zo'n 80 km duurde 3,5 uur. Eigenlijk niet eens zo slecht als je bedenkt over welke slechte wegen wij reden en de grote hoeveelheid stops die we maakten. Bedenk maar eens als je een bus zou nemen van Harderwijk naar Gouda over B-weggetjes die in alle dorpjes zou stoppen. We bespraken onderweg dat we het laatste stuk van Bungoma naar de grensplaats Malaba (30 km) met een privétaxi zouden gaan doen: we hadden wel wat luxe verdiend. Net buiten Bungoma stopte de bus en stond een matatu klaar om mensen naar de grens te brengen. We konden deze snelle overstapmogelijkheid toch niet aan ons voorbij laten gaan en zaten even later met allebei een plakkerig kind op schoot en samen met nog zo'n 20 mensen in het busje. Matatu's staan bekend als levensgevaarlijk, want de chauffeurs scheuren over de wegen, en de busjes zijn ook niet altijd even veilig. Er is ook altijd een kaartverkoper in de matatu aanwezig die de schuifdeur bedient, en als het meezit zelf kan zitten. Het grootste deel van de reis stond hij voorovergebogen tegen de deur aan. Schrik niet van de kostprijs van dit ritje, want dat was 80 Keniaanse Shilling (80 eurocent) per persoon.
|
Boda-boda (fiets), Malaba |
In Malaba stond een kilometerslange rij van vrachtwagens te wachten. Ons busje scheurde dat allemaal voorbij en we eindigden op het busstationnetje (opnieuw een zanderige drukke plaats van busjes, markt, e.d.). Bij het openen van de deur kwamen verschillende jongens op ons (en andere passagiers) af en vertelden dat de grens nog 10 (en later 2) km verder was. Ze hadden allemaal een fiets bij zich met een kussentje op de bagagedrager. Na wat onderhandelen besloten we om de gok maar te wagen en zaten even later achter op een fiets. Onze bagage was vastgebonden op een andere fiets en ging ons voor. Na de formaliteiten bij de Keniaanse douane, fietsten we, of beter gezegd werden we over een brug gefietst naar de andere kant waar we ook heel snel langs de Oegandese douane werden geloodst. De jongens fietsten ons nog naar het busstationnetje in Malaba, Oeganda, waar al weer een taxibusje klaar stond richting Kampala. Dit keer werd het 15-zitsbusje niet overladen, waren de wegen zonder potholes (gaten) en reden we de 140 km naar Jinja zonder stops (!) in een kleine twee uur.
|
Boda-boda (motor), Jinja |
Bij de eerste rotonde in Jinja (er zijn er twee) werden we afgezet en de chauffeur vertelde ons al dat er motors waren om naar de stad te gaan. Een paar minuten later zaten we achter op een motor (boda-boda) met onze rugzakken op de rug en reden naar een restaurantje waar we eindelijk even wat konden eten. Want behalve de koffie, een banaan, een paar koekjes en de pinda's hadden we nog geen gelegenheid gehad om te eten. De kip en patat smaakte prima. Met de boda-boda boys onderhandelden we nog even over de ritprijs over de laatste 9 km naar onze eindbestemming. En zo reden we even later eerst nog over de verharde weg en later over de stoffige dirt road. Heuvelaf bereikte de motortjes een snelheid van 50-60 km/uur en we vroegen hen om toch maar wat vaart te minderen want zonder helm en alle bagage kan een val vast vervelend aankomen. Na een dag reizen, over een afstand van Groningen naar Rotterdam, en met allerlei vervoersmiddelen, kwamen we aan in het Explorer camp waar we met een koud Nile Special-biertje op een geweldig terras over de Nijl uit keken naar de ondergaande zon. Het leven is nooit saai in Afrika.