zondag 12 februari 2012

De zwarte route, Alblasserwaard polder

Geen Elfstedentocht, Noorderrondrit of Overijsselse Merentocht, maar dit weekend werd er wel volop geschaatst in het land. Eén miljoen mensen op het ijs. Mijn verhaal is er dus een van de vele. Mooi dat het ijs van iedereen is en zoveel mensen er van genieten. Ik koos voor de langste afstand van de Molentocht, de zwarte route. Een tocht van 75 km langs 13 dorpen in de Alblasserwaard polder.
Overtocht met pontje Lek
Florence zette me ’s ochtends af bij het pontje over de Lek. Het vroor 11 graden. Aan de overkant bleek Groot-Ammers nog twee kilometer verder te liggen, maar de eerste auto die voorbij kwam stopte toen ik mijn duim omhoog stak. Met de schaatsen in mijn hand was het duidelijk waar ik moest zijn. Uiteraard moest de Rotterdammer daar ook naar toe. In het gebouwtje van de IJsvereniging 'De Telegraaf' had ik al snel mijn stempelkaart en om half 10 schaatste ik het dorp uit, langs de molens.
IJsclub 'De Telegraaf', Groot-Ammers

Stempelpost Groot-Ammers

Gelkenes molen, Groot-Ammers
Na een paar kilometer was er een afslag naar het westen. Met de wind in de rug zoefde ik vlotjes naar Kinderdijk.

Streefkerk
Bij Kinderdijk veel sneeuwijs: vastgeplakte sneeuw met soms wat onregelmatig ijs waar je op goedgeluk doorheen probeert te glijden. Met klapschaatsen is dat lastiger, merkte ik, toen ik voor de tweede keer hard onderuit ging. Dit keer kwam ik op mijn borstkas terecht en het duurde even voordat ik weer kon doorademen. Maar het was prachtig om langs de molens te schaatsen. De wieken van een paar molens draaiden.
Kinderdijk

Kinderdijk

Kinderdijk
Voorbij Oud-Alblas was mijn tweede serieuze valpartij, weet niet meer of het een scheur of sneeuwijs was, maar dit keer kwam ik met mijn hoofd op het ijs. Er zijn altijd direct andere schaatsers die vragen hoe het gaat. Ik ging even op een plastic stoeltje langs de kant zitten om bij te komen. Er zat een klein wondje bij mijn slaap, maar voor de rest deed alles het nog prima. Via de Graafstroom, een gegraven kanaal, ging de tocht langs Bleskensgraaf en Molenaarsgraaf. In Vuilendam moest stevig gekluund worden. Met klapschaatsen heb je dan wél voordeel. Je kunt er zelfs mee rennen.
Giessendam
Via het riviertje de Giessen slingerden we van Giesserburg naar Giessendam en weer terug. Het ijs was slecht, op sommige plekken kon je elkaar nog maar net passeren. De ouders met sleetjes en kinderwagens hielden de boel ook op. De schuivers die ik maakte, kwam doordat bij klapschaatsen de schaats blijft staan in de scheur of bevroren sneeuw, en de schoen dan los komt van de hak. Ik bedacht dat ik misschien meer gewicht achter op de schaats moest houden. Via Hoornaar kwam ik om 3 uur in Noordeloos het meest oostelijke stempelplaatsje van de route. Bij de schaatsclub zat iedereen al aan het bier.
Dezelfde weg terug. Voor de wind en met de laagstaande zon was het prachtig glijden. Bij Giesserburg de afslag naar de stempelplaats in Goudriaan. Het ijs op de Smoutjesvliet was niet best meer. Bij een bevroren sneeuwrest remde ik af, maar dat voorkwam niet dat ik voor de tweede maal op mijn gezicht terecht kwam. Er zat wat bloed op mijn sjaal, en ik pakte mijn zakdoek om mijn gezicht wat te deppen. De eerste hulppost liet ik links liggen en wilde mijn laatste stempeltje halen en doorschaatsen, toen een schaatsster naar me toekwam en zei: “Meneer u bloedt”. Dat had ik al gemerkt, maar ze stond er op om de wond schoon te maken en er een pleister op te plakken.
met pleister..
Ze vroeg nog naar bewusteloosheid, misselijkheid en hoofdpijn en bleek een verpleegkundige te zijn. We wisselden nog even ervaringen uit over klapschaatsen. Haar man knalde over de sneeuwresten heen, maar zij had soms ook moeite om overeind te blijven.
Voorzichtig vervolgde ik mijn weg naar Groot-Ammers, en kwam ook hier nog een of twee keer licht te vallen, op mijn beurse knieën of ellebogen. Het ijs in Groot-Ammers was ook minder geworden. Waar ik ’s ochtends nog kon schaatsen, moest nu gekluund worden. Iemand aan de kant wees naar mijn gezicht. Geen idee hoe het eruit zag, maar zal wel indrukwekkend zijn geweest.
De vrouw die me de medaille in het nu drukke lawaaierige zaaltje van de ijsclub gaf, stond erop dat ik me in de bestuurskamer meldde bij de eerste hulppost Groot-Ammers. Ik merkte al snel dat men mij niet zomaar zou laten gaan.
met gaasje..
De goedwillende EHBO’er deed een steriel gaasje op mijn wang om een wondje af te dekken. Het gaasje viel er af en was dus niet meer zo steriel toen het er op kwam. Men was heel vriendelijk en zeer behulpzaam, kreeg van alles aangeboden, maar ik sloeg het broodje worst toch maar af. Ik wachtte een uur totdat Florence, die uit Leiden moest komen, er was, en werd ‘begeleid’ over het ijs tot aan de auto toe.
zonsondergang vanaf het pontje over de Lek
Op aandringen van de EHBO’ers en ook omdat er een behoorlijke zwelling onder mijn oog zat, zijn we toch maar even langs de Spoedeisende Hulp in Gouda gereden. Gelukkig hoefden we niet lang te wachten tussen de andere patiënten. Een paar vrouwen die een pols ondersteunden, een jochie met een arm in een mitella. Ik kon snel terug naar huis, met een wekadvies en het advies om een dagje geen Ascal te slikken.
Nu, een dag later, werkt alles nog goed, is hoesten uiteraard pijnlijk, voelt alles beurs, en is de zwelling in het gezicht toegenomen. Het fotootje dat Florence vandaag genomen heeft ziet eruit als bij een politiebericht (“de volgende beelden kunnen schokkend zijn”), dus hou dat toch maar even voor mezelf. Maar,.. ik kijk nog steeds terug op een prachtige tocht, ik had het niet willen missen en zou het zo weer overdoen. Volgende keer misschien mijn klapschaatsen vastzetten, of er vaste buizen onder doen.
Achterlandse molen met in de verte de Achtkante molen, Groot-Ammers

Geen opmerkingen:

Een reactie posten