De
Keniaanse priester begeleidde ons naar het centrum van Montefiascone, een
plaatsje op 120 km loopafstand van Rome. De trein was met twee uur vertraging
aangekomen. Geen taxi’s bij dit afgelegen station. We moesten nu de 4 km lopen
naar het hotel. Gelukkig waren we in gesprek geraakt met Father Absalom die
deze buurt goed kende. Ooit met een Keniaan meegelopen? In hoog tempo liepen we
de Monte (berg) op. Na een paar kilometer gebruikte Absalom zijn religieuze
invloed en werden we met een auto naar ons hotel gebracht. Daar was de keuken
bereid om tegen middernacht nog een uitgebreide maaltijd van antipasta, pasta
en een vleesgerecht te maken, uiteraard met een goed glas rode wijn.
In 6
dagen liepen we het laatste stuk van de Via Francigena, een tocht die begint in
Canterbury in Engeland en eindigt op het St. Pietersplein in Rome. We waren “pellegrino”
(pelgrim) voor een week. We hadden ons wel voorgenomen om niet op slaapzalen te
overnachten. In Viterbo, onze eerste overnachtingsplaats, was alle accommodatie
volgeboekt vanwege een cultureel festival. Een Italiaan zag ons met de
rugzakken lopen en wist nog wel een plekje... We sliepen die nacht met 10 pelgrims
op zaal, van wie 1 uiteraard snurkte, bovenin een stapelbed. Om 5 uur stonden
de eerste pelgrims al op om niet in de middaghitte van 30 graden te hoeven wandelen.
Op de oude Romeinse weg |
‘Veel
wegen gaan naar Rome’ is het spreekwoord en dat klopt. Onze dagtochten waren
vaak 5 of meer kilometers langer dan aangegeven, omdat de route was veranderd
of de bewegwijzering ons in de steek liet. Het Engelse stel dat we onderweg
tegenkwamen kon dat niet meer waarderen. Ze waren al 2½ maand onderweg, aan het
eind van hun Latijn en wilden Rome zo snel mogelijk bereiken.
Dat deden wij volgens plan op 3 juli en toen was het voor mij tijd om m’n mind te resetten omdat ik bij een tweedaagse conferentie van de Wereldgezondheidsorganisatie een presentatie moest geven.
Dat deden wij volgens plan op 3 juli en toen was het voor mij tijd om m’n mind te resetten omdat ik bij een tweedaagse conferentie van de Wereldgezondheidsorganisatie een presentatie moest geven.
Met een
Fiat 500 reden we zaterdag naar het toetje van onze vakantie: de Amalfi kust.
We kwamen te laat aan om het Wilhelmus nog te horen, maar nog wel op tijd om op
een plein de tweede helft van het Nederlands elftal tegen Costa Rica te zien en
te juichen voor de strafschopdoelpunten. Nu nog een paar dagen luieren,
zwemmen, (beetje!) zonnen, pasta en pizza’s eten en de voetbalwedstrijden
kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten