Zondag 13/10. Net
terug van een rondje door het Regent’s Park. ‘t Is erg zacht weer hier. Een
rustige herfst. Met een zonnetje, door mooie lanen, langs prachtige gebouwen en
veel mensen in het park, was het lekker rennen en genieten. Even wat anders dan
de intensieve introductieperiode, vooral de avonden waren inspannend. Ik
denk dat het goed was dat er veel aandacht was voor het sociale element, want
het komende jaar spreken we elkaar vooral in koffiepauzes en tijdens lunches.
Er is dus een goeie basis gelegd voor een hechte groep.
Mijn opleiding bestaat uit verschillende study units. Het eerste trimester hebben we een aantal verplichte vakken en een paar facultatieve. Het tweede en derde trimester alleen nog maar keuzevakken. Er wordt meestal een uur les gegeven in een grote collegezaal, de Goldsmith’s Theatre, gevolgd door een seminar. Dit zijn kleine groepjes die dan verder met de stof spelen. Voor de lectures moeten we veel lezen en ook de seminars moeten we voorbereiden en soms een presentatie geven. Voor morgen bijvoorbeeld moet ik een kritiek geven op een krantenartikel over een health onderwerp in relatie tot de economics of health. Je ziet dat het nu echt gaat beginnen. Mijn weekprogramma voor het eerste trimester is gevuld met Student Seminars; Health Economics; Extended Epidemiology (2 dagdelen); Statistics with Computing (2 dagdelen); Health, Policy, Process and Power; Introduction to Computing; Social Science Methods & Methodology. Er is slechts één vrije middag.
Afgelopen donderdag
gingen we naar Farnham, een dorpje zo’n 40 miles buiten London,
west of zuid. In dit dorpje is een oud kasteel (Farnham Castle) waar we een
nacht bleven. Vroeger verbleef hier de Bisschop van Westminster. Een paar muren
uit 1100 herinnerden nog aan de tijd van de Noormannen, de rest van de gebouwen
uit 1400 (kan ook 1600 zijn) waren nog in gebruik. We speelden hier een Green
Revolution Game. We werden opgedeeld in Indiase families, die met een paar
stukjes land moesten zien te overleven. Onderweg in het spel kregen we allerlei
tegenslagen: pest, droogte, inflatie, tbc, geboorte, etc. Andere families waren
beter af, maar ik ging als trekarbeider op zoek naar werk. Ik werd daar zo
uitgebuit (ik werkte slechts voor eten), dat ik uiteindelijk maar een greep uit
de kas deed om me zelf enig salaris te geven. Ik voelde me in ieder geval
gesteund door de uitspraken van Bisschop Muskens. Het was erg interessant om je
helemaal in de rol van een paria te moeten verplaatsen.
De avond hebben we
dansend doorgebracht. Om 12 uur werd Julia, een klasgenoot, jarig en hebben we
de “Happy Birthday” in meer dan 10 talen gezongen: Engels, Bangladeshi, Frans,
Chinees, Mongools, Russisch, Duits, Zulu, Spaans, Amhara, en natuurlijk Nederlands.
Ons “Lang zal ze leven” zong ik samen
met een Waal. Julia beantwoordde de felicitaties met een viooloptreden. Het
klonk erg goed in de grote zaal.
Deze week ging het
veel over cross-cultural onderwerpen. Een aardig voorval illustreert hoe we verschillende
ideeën en gebruiken hebben. Ik deelde m’n kamer met Gazi, uit Bangladesh. Hij
was aardig dronken en ging voor hij ging slapen onder de douche staan! Hij ging
echter “gewoon” z’n voeten wassen, wat voor hem ongeveer hetzelfde is als voor
ons de tanden poetsen (wat hij maar niet meer deed).
Op vrijdag konden we allemaal
nog even naar de Oxfamshop (soort Leger des Heils). Er worden daar tweedehandskleren
verkocht. In een rijk plaatsje als Farnham kom je wat betere spul tegen... Ik
kwam alleen een boek tegen uit 1960 over Holland, geschreven in het Duits. Toen ik de volgende
zinnen tegenkwam was ik verkocht: “In
Holland gibt es beinahe ebenso wenige Multimillionäre wie Elefanten und
Rhinozerosse” en “Um half elf liegt
halb Holland im Bett. Um zwölf Uhr ist das Licht - van Harlingen bis Hulst, vom
Helder bis Heerlen - aus”. Heerlijk
toch. Verder staan er prachtige jaren 60 zwart-wit foto’s in het boek.
Terug in London konden we gelijk door naar de Dean’s party. Ik loop niet weg voor een feestje. Erg gezellig weer. In Nederland kan men daar nog een voorbeeld aan nemen. Ik heb nog nooit een rector van een school een borrel zien geven. Het hoort er helemaal bij in Engeland.
Gisteravond hadden we ook weer een typisch Engels gebeuren. De vorige Dean, Richard Feachem, nu één van de hoge pieten bij de Worldbank, gaf de John Snow Pump Handle Lecture. John Snow was een Engelse arts, die in 1854 nauwkeurig de choleraepidemie in London bestudeerde. Tijdens epidemieën gingen er in een paar weken een paar duizend mensen dood. Snow legde het verband tussen cholera en water. Tijdens de epidemie van 1854 leidde zijn onderzoek naar de pomp in Broad Street in London’s Soho. Hij overtuigde de autoriteiten om de pomp te ontmantelen door de hendel eraf te halen. Snow is dus de grondlegger van de hedendaagse epidemiologie en dit wordt jaarlijks herdacht met een lecture. Feachem mocht ook een modelpomp ontmantelen. Na afloop van dit college toog iedereen naar The John Snow Pub in Broad Street. Rob en ik zijn ook nog even een pintje wezen drinken, gelukkig vrij van bacteriën. Let wel, pas in 1883 ontdekte Robert Koch de Vibrio Cholerae bacterie. Zo zie je, we leren hier ook nog wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten