Maandag 7/10. De
tweede week van de cursus begint. Het begin is lekker ontspannen geweest, maar
ik denk dat we binnen één of twee weken in het huiswerk zitten.
Dit weekend verkende ik de winkels een beetje en kocht wat noodzakelijke spulletjes. Fascinerend wat je hier op straat ziet. Ik liep over Oxford Street. Op Oxford Circus werden op de hoeken van de straat shirts en parfums verkocht. Er waren wel 10 standjes. Een van de mannen zei tegen de voorbijgangers “Do you want to know why it’s so cheap? It’s stolen!” en dat was het waarschijnlijk ook, want er stonden andere mannen op de uitkijk. Ze werden vanuit zijstraatjes voorzien van nieuwe voorraden. Eenmaal pakte iemand z’n tray en rende weg. Even later zag ik iemand met een paar shirts door het winkelende publiek stormen. Iets verderop reed een politieauto...
Op een hoek werd m’n
aandacht getrokken door een man die hoog achter een toonbank met allerlei audio
en elektronica met een microfoontje mensen probeerde binnen te krijgen. Eerst
leek het of er een ordinaire verkoop of afslag was. Ik had het gevoel dat hij
dingen ging verkopen van de lommerd. Op een gegeven moment had hij een aardige
groep binnen en begon de verkoop. Je hoefde je hand maar op te steken of je
kreeg een walkman voor 1 pond
toegegooid. Ik kocht ook een fotocameraatje voor 50p. Ook verkocht hij
organisers, laptops en gameboys, samen voor 5 pond . Op een bepaald
moment vroeg hij mensen om hem 5
pond te geven “for
what is on my mind”. Als je niet in hem geloofde werd je verzocht weg te
gaan. De harmonica deuren in de winkel waren ondertussen ook dicht gegaan. Een
Engelsman die een beetje vervelend was, werd de deur uitgezet. Een Noorse dame
die zei geen geld te hebben werd ook verzocht te vertrekken. Prijzen gingen ook
omhoog, maar echt verkocht werd er nog niet. Het was een heel opzwepend
gebeuren, bijna sekteachtig en ik ben uiteindelijk ook maar weggegaan.
Waarschijnlijk ook allemaal gestolen waar.
‘s Avonds begon ik
met Rob van Hest (ook Memisa-arts uit Ghana) een zoektocht naar fufu. Dit lukte
maar gedeeltelijk, want we hebben nog geen Ghanees restaurant kunnen vinden.
Uiteindelijk zijn we bij een Nigeriaans restaurant in Noord-London beland waar
we pounded yam met chicken-okra soup konden krijgen. Je eet het op dezelfde
manier als fufu, dus met je handen. De ¾ liter flessen Star Beer (ook
Nigeriaans) completeerden ons “Ghanees” avondje.
Woensdag 9/10. “Beef or No Beef? That’s the question!” Toch wel een beetje bang geworden door alle verhalen + het feit dat de Engelsen gewoon in hun supermarkten adverteren met “British meat!” heb ik toch maar besloten om beef uit m’n overlevingspakket te houden. Engelsen lachen ons uit die een “No Beef Policy” willen houden. Zij zijn namelijk toch al besmet met BSE en wachten gewoon af tot ze een beetje gek gaan doen.
Wat gewoon en gek is,
is soms toch niet helemaal duidelijk. Ik heb nog nooit zoveel mensen mobiel
zien telefoneren. In de bus, trein, achter het stuur in auto’s, op drukke
straathoeken, al wandelend over straat, etc. overal kom je mensen tegen met
zaktelefoons. Het begint zo langzamerhand een normaal verschijnsel te worden,
zodat ik ook aan het uitvinden ben of zoiets niet handig voor mij zou zijn.
Dat e-mail (en ook
internet) de wereld verandert, heb ik deze week weer eens aan den lijve
ondervonden. Via mijn jaarverslag ben ik eens in contact gekomen met ene Bruce
Campbell, die een aantal jaren geleden in Ghana gewerkt heeft. Hij werkt nu
voor een VN organisatie in Nepal. Deze week dacht ik eraan om hem weer eens te
schrijven (via e-mail). 40 minuten later was er een reactie van hem. Dat is op
zich al bijzonder, maar hij schreef ook dat hij een kwartiertje na mijn bericht
een e-mail ontving van een Mongoliër die ook een bericht vanuit de London
School naar hem stuurde. Die was van Mash afkomstig, die bij mij in de klas zit
en op dat moment een paar computers bij me vandaan zat! Ik riep Mash en vroeg
of zij Bruce kende en of ze hem net gemaild had. Zij was natuurlijk helemaal
verbaasd en samen hebben we met veel verbazing naar het antwoord van Bruce
zitten kijken. Zij kende Bruce van een missie van hem naar Ulan Bator, ik hem
alleen van e-mails. Hij vertelde ook dat we aan een paar mensen in de London
School ‘groeten’ moesten doen: “networking”, dus.
Dat mijn
jaarverslagen veel vruchten afgeworpen hebben, heb ik gisteren weer eens kunnen
constateren. Bij mijn aanmelding voor deze cursus had ik ook twee jaarverslagen
(‘93 en ‘94) meegestuurd. Het zal zeker geholpen hebben om me op deze cursus te
krijgen. Gisteren hadden we een rondleiding door de bibliotheek. In één van de
ruimtes stonden documenten per land gerangschikt. Toevallig stond ik tijdens de
uitleg van de bibliothecaresse naast de G, en ik keek een beetje naar de Ghana
boeken. Naast de oude Gold Coast boeken en andere Ghana overzichten zag ik
plotseling mijn twee jaarverslagen naast een jaarverslag van Korle Bu Teaching
Hospital staan. Niet slecht. Ik voelde mij zeer vereerd.
Nou, tot zover weer een bericht uit London. Ik weet
niet of ik het in deze frequentie vol houd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten