donderdag 13 februari 2014

Otto Wagner Spital, Wenen, Oostenrijk

Na Engeland, Spanje en Bulgarije was deze week Oostenrijk het laatste land dat we aandeden op onze Europese vierlandentrip. Dinsdagochtend vlogen we naar Wenen en hadden daar om 1 uur het eerste gesprek. Een dag later zaten we om 5 uur al weer in het vliegtuig naar de Radetzky-mars te luisteren. Een efficiënte trip. Het bezoek aan het Otto Wagner Spital sprak het meest tot de verbeelding. Een ziekenhuis in 1907 gebouwd, iets buiten Wenen. Ooit was het hele complex (of gedeeltelijk) voor tbc-patiënten. Nu was alleen op de eerste verdieping van het Karls-haus de tbc-afdeling gehuisvest. Trappen met veel treden en mooie mozaïektegeltjes, gangen en zalen met hoge plafonds. Geheel in Art Nouveau stijl.

In witte jas en met een mondkapje op leidde de longarts ons langs de kamers en vertelde van elke patiënt kort de ziektegeschiedenis. Veel patiënten uit Tsjetsjenië. Veel ook met multiresistente tuberculose, de reden van ons bezoek. Inspirerend om de toewijding van het medisch team te zien.
Na twee uurtjes reed de taxi ons weer langs de paviljoens naar de uitgang, op weg naar de volgende afspraak. Jammer dat de tijd ontbrak om meer te leren van de historie en architectuur van het ziekenhuis. Die verbinding met het verleden geeft een bijzondere dimensie aann de ziekte tuberculose.

De avondwandeling gaf me een indruk van de historie van Oostenrijk. Veel herinnert nog aan de Habsburgse tijd en de zogenaamde dubbelmonarchie, een unie van het keizerrijk Oostenrijk en het koninkrijk Hongarije, die van 1867 tot het einde van de eerste wereldoorlog bestond en vrijwel geheel geregeerd werd door keizer Franz Josef I. Ook het leven van Sisi stond op plakkaten beschreven: een Beierse prinses die al op 15-jarige leeftijd trouwde met Franz Jozef, maar diep ongelukkig was, onder andere omdat haar schoonmoeder haar verbood haar eigen kinderen op te voeden. Als "Sisi" weer op tv komt, ga ik naar Romy Schneider kijken!
Het is dit jaar precies 100 jaar geleden dat met de moord op de Franz Ferdinand, de neef van Franz Jozef en diens troonopvolger, de Eerste Wereldoorlog begon. Deze Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie brachten in Sarajevo een inspectiebezoek aan de troepen in het geannexeerde Bosnië en reden in een open wagen door de stad. Drie nationalistische studenten hadden de aanslag "goed" voorbereid. De eerste student, Čabrinović, gooide een granaat in de auto, maar Franz Ferdinand pakte deze zelf op, gooide de granaat op straat waar hij ontplofte en drie officieren verwondde. Čabrinović deed vervolgens twee pogingen tot zelfmoord die beiden mislukten, want de cyaankali in de capsule was verlopen en toen hij in de rivier sprong om zich te verdrinken kwam hij in een gedeelte terecht dat maar 20 centimeter diep was. Franz Ferdinand, zelf een despoot, zette de tour onverschrokken voort. Een andere student, Gavrilo Princip, had vervolgens meer succes. Hij sprong op de treeplank van de auto toen deze voorbij kwam en schoot Franz Ferdinand en Sophie dood. Princip werd opgepakt, maar kon, omdat hij nog geen 21 was, niet de doodstraf krijgen. Hij werd tot 20 jaar celstraf veroordeeld maar stierf al in 1918, waarschijnlijk aan tuberculose (bron Wikipedia).
Weense Statsoper
In Wenen liepen we uiteraard ook langs het bekende operagebouw, waar elk jaar het Nieuwjaarsconcert gehouden wordt. Bij een van de musea volgden we het bordje "Kunstgespräch mit Eric Fischl" en liepen met de gasten in avondkleding naar binnen. Het gesprek wilde niet vlotten. Kunst moet je ook zien.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten