donderdag 6 juli 2023

Familiekroniek 2: Kornelis Graanstra (1866-1953)

Kornelis Graanstra is het eerste kind van Marcus Graanstra en Klaaske de Wit. Marcus en Klaaske trouwen op 22 april 1865. Negen maanden later komt Kornelis in Doezum op de wereld, op 13 januari 1866. De arts in me gaat gelijk rekenen. Als de zwangerschap precies 40 weken duurde, dan was de laatste menstruatiedag van Klaaske op 6 april 1865, want de rekenformule is: geboortedag minus 9 maanden en 1 week. De vruchtbare periode is meestal 11-15 dagen na de laatste menstruatiedag. Dan kom ik ongeveer uit op de trouwdag van Marcus en Klaaske. Kornelis lijkt in de huwelijksnacht verwekt te zijn. Die vruchtbaarheid zet zich voort, want elk jaar volgt een zusje. Trientje in 1867, Fokje in 1868 (overlijdt na 6 weken) en nog een keer Fokje (in 1869). Daarna als laatste Petrus in 1872. Geen van de zussen en broer krijgt zelf kinderen. Trientje en Fokje blijven ongehuwd, Petrus overlijdt als tiener.

De ouders van Marcus, grootouders van Kornelis, zijn Kornelis Graanstra en Fokje Aardema. De ‘a’ in de achternaam doet een Friese afkomst vermoeden. En dat klopt. Vader Marcus is in Ureterp geboren en komt uit een gezin van 8 kinderen. Drie van hen (Wijtske, Fokke en Bastiaan) besluiten de armoede van het Groningse land achter zich te laten en verhuizen met hun gezinnen naar Noord-Amerika. Landarbeiders hebben het eind van de negentiende eeuw slecht. De werkgelegenheid neemt af door mechanisering, terwijl het arbeidsaanbod juist toeneemt door de snelle bevolkingsgroei. In de zomermaanden en tijdens oogsttijd is er genoeg stukwerk, maar in de wintermaanden hebben de dagloners geen inkomsten. Ook religie is een reden om te emigreren. Mensen die wat strenger in de leer zijn, en dat waren de Graanstra’s met hun Christelijk Gereformeerde geloof, vertrekken naar Amerika in de verwachting daar meer godsdienstvrijheid te ondervinden. Dat zal voor Bastiaan wel gelukt zijn. Hij overlijdt in Orange City, wat nog steeds een enclave van Nederlandse gezinnen is met een strenge geloofsovertuiging.

Emigratieregister, staat van landverhuizers in 1893 - vertrek Bastiaan Graanstra met z'n vrouw en 7 kinderen 
Bij reden vertrek staat bij de meeste 'lotsverbetering' of 'verbetering van bestaan'.
Maar er gaan ook mensen 'op avontuur' of 'om fortuin te zoeken'. That's the spirit!
En zo ziet Kornelis achttien neven en nichten naar Amerika vertrekken. In 1893, als de laatste weg gaan, heeft hij nog twee neven en een nicht in Nederland over. 1893 is ook het jaar dat hij met Martje Boekema trouwt. Zij krijgen 8 kinderen, waarvan 2 jong overlijden.

De kerkelijke strijd die in 1944 in de Gereformeerde Kerk in Nederland woedt, heeft ook z’n weerslag op het gezin Graanstra-Boekema. Kornelis en 3 dochters volgen de dominee in Kornhorn naar de 'artikel 31'-kerk, later Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk. De artikel 31-ers waren erg strikt. Zijn vrouw Martje en de andere drie kinderen, waaronder mijn oma Trientje, blijven bij de 'synodalen'. Op verjaardagsfeestjes zal de leer tot heftige discussies hebben geleid.

Een van de twee Gereformeerde Kerken in Kornhorn.
Alle dochters uit het gezin Graanstra-Boekema worden later dienstbode. Mijn oma wordt huishoudster bij bakker Bos. "De vrouw van bakker Bos overleed in 1925 tijdens de bevalling van het vijfde kind. Moeder Trientje heeft daarna ook nog een tijd voor het gezin gezorgd", vertelde m’n moeder, maar trouwen met een man met 5 kinderen zag zij niet zitten. Bovendien was er al een andere bakker in beeld, mijn opa Geert Dijkstra. In 1928 trouwt ze met hem en 'emigreerde', zoals ze dat zelf zei, naar Sebaldeburen, drie dorpen verderop. Haar broer en vier zussen niet. Ze liggen allemaal begraven op het kerkhof in Kornhorn. 

De familie was 'niet erg welgesteld', volgens m’n moeder, een eufemisme voor armoe. Kornelis ('opa Kees') verdiende de kost met los werk (dagloner), zoals het maaien van het gras bij de boeren. Hij kreeg daar een rijksdaalder per dag voor. En met zijn kruiwagen ging hij naar z’n landje in Peebos waar hij een paar koeien en geiten had. Misschien heeft hij onderweg nog wel eens nagedacht of hij de grote oversteek ook hadden moeten maken. Maar ja, dan was zijn dochter m’n opa niet tegengekomen en was ik er niet geweest...

Maar misschien viel het met de armoede wel mee. Kornelis heeft in ieder geval twee keer z'n huis verkocht. In 1917 wordt zijn boerenbehuizing in Doezum te koop aangeboden 'bij palmslag', met een inzet van 6000 gulden. Hij verhuist dan waarschijnlijk naar Kornhorn. In 1930 wordt 'eene nette boerenbehuizing' gefeild, inclusief 8 koeien en 2 paarden. De gebouwen zijn van electrisch licht voorzien. Het wordt voor ƒ7790,-verkocht, een aanzienlijk bedrag in die tijd. Kornelis is dan 64 jaar en heeft er tot op hoge leeftijd nog van moeten leven.

 

Mijn oom kon zich herinneren dat ‘Opa Kees’ in Sebaldeburen vaak langs kwam om de tuin te doen. Hij kreeg dan altijd een paar sneetjes brood mee voor onderweg. Lekker vers uit de bakkerij. En als hij dan in de bus zat, zwaaide hij met z’n zakdoek nog even. Hij overleed in 1953, 87 jaar oud.

Opa Kees met kleinzoon Kees, omstreeks 1935

Begraafplaats Doezum

Vandaag heb ik de trip gewandeld die Marcus van Ureterp naar Kornhorn/Doezum heeft afgelegd. Een wandeling van 25 km. Als je een lijn trekt naar Kornhorn dan kom je door het gehucht Trimunt. Een beladen naam in de regio. In de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers hier een radarstation. De bunkers liggen nog in het veld. 
Trimunt is ook de plek waar 16 mensen gefusilleerd zijn. In april/mei 1943 werd vanuit Hengelo een staking georganiseerd tegen de verplichte tewerkstelling van 300.000 Nederlandse oud-militairen in Duitsland (Arbeidseinatz). Marum deed ook mee. In de buurt van Trimunt werden boomstammen op de weg gelegd, om het melktransport te belemmeren. De Duitsers reageerden onverbiddelijk. Ze haalden willekeurig de mannen uit 4 boerderijen aan de Haarsterweg en executeerden ze nog dezelfde dag. De staking werd gebroken, het verzet niet. Integendeel.

Uitze (25), Jelle (22) en Sietse (13) opgepakt en standrechtelijk doodgeschoten.

Maar er was nog een reden om naar Trimunt (terug) te gaan. Ik ben er namelijk een keer geweest met een paar vriendjes. Dat mocht natuurlijk niet. We hebben er kort gespeeld, maar ik voelde me unheimisch, om dat Duitse woord maar eens te gebruiken. Misschien was er wel een Duitser in de bunker achtergebleven... Ik zie me nog terugfietsen als 10-jarige, angstvallig achteromkijkend of er geen Duitse soldaat met een geweer uit de bunker tevoorschijn kwam. 

Het leedaanzeggerspad begint bij het lijkenhuisje achter het kerkje in Noordwijk. Op de begraafplaats liggen ook twee voorouders, maar daarover later een keer.

Lijkenhuisje achter de kerk, start van het leedaanzeggerspad.
Kerk van Noordwijk
Mijn slaapplek in Ureterp, in een huifkar. Past goed bij de trip down memory lane.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten