Vijfentwintig jaar geleden vierden we haar 65e verjaardag. Vandaag zou mijn moeder 90 zijn geworden. Goed dat ze niet meer in de staat leeft zoals dat de laatste jaren het geval was. Haar leven had heel wat aan kwaliteit ingeboet.
Voor haar 65e verjaardag maakte ik een Familieboek, met een beschrijving van haar voorouders en die van Douwe, haar man, mijn vader. Mijn moeder had altijd veel interesse in de stambomen van haar familie. Ik heb die interesse dus niet van een vreemde.
In het voorwoord schreef ik, dat wie je bent, vooral bepaald wordt door je genen en je opvoeding, je omgeving. Dit zijn de wortels, de roots van je zijn.
Genealogie is de speurtocht naar het verleden van deze voorouders. Eén dag zoeken in het rijksarchief leverde (toen) al een lijst van 62 namen op: mijn ouders, hun 4 ouders, 8 grootouders, 16 overgrootouders en 32 betovergrootouders. De geboorte-, huwelijks- en overlijdensaktes van de voorouders gleden door m’n vingers of beter gezegd, over het scherm, want alles stond toen nog op microfiche. Wat me opviel, was de zware tijd waarin men in de negentiende eeuw leefde. Grote gezinnen, overlijdens op kinderleeftijd, in kraambed of door andere reden veel te vroeg. Kenmerken van leefomstandigheden die overal in de wereld nog steeds veel voorkomen.
Kinderen werden vroeger vernoemd naar grootouders, ooms of tantes. De beide grootmoeders van mijn moeder heetten Martje, zodat de eerste dochter in het gezin Martje werd genoemd. Als tweede dochter werd Piety, mijn moeder, vernoemd naar haar tante Pieterke, de oudste zus van haar vader. En indirect, want tante Pieterke was naar haar oma genoemd, naar haar overgrootmoeder Pieterke Kooi die getrouwd was met Jan Dijkstra.
Links mijn moeder en vader, op de bruilof van haar oudste zus in 1953. Helemaal links, de rug van 'tante Piet' en helemaal rechts komt een andere tante aangesneld op de fiets. |
Vroeger ging de naam van de vader ook over naar het kind. Lieuwe Idskes is bijvoorbeeld in het geboorteregister ingeschreven als Lieuwe, zoon van Idske Dijkstra, maar bij zijn overlijden heet hij Lieuwe Idskes Dijkstra. In Opende waren we ook altijd één van Douwe en Piet (“Doe bist d’r één van Douwe en Piet”), terwijl in Zambia de ouders juist de naam van het kind krijgen. Bashimubanga en Banamubanga zijn de vader en moeder van Mubanga. Tot zover het voorwoord uit het boek.
De komende tijd zal ik in deze blog over mijn acht overgrootouders schrijven. In 1998 had ik al veel
uitgezocht en ook uitgevraagd bij m’n moeder en een paar familieleden. Ik schreef toen dat de verhalen ‘gelezen
moesten worden door de bril van de verteller en schrijver. Ze zijn onvolledig,
selectief en soms gekleurd door eigen fantasie. Onjuistheden zijn dus
onvermijdelijk.’ De vrijheid van de schrijver. Maar als feiten niet
kloppen, dan hoor ik het graag en verander ik het.
Gisteren reed ik door de plaats waar mijn moeder geboren is. De G.A.D.O., de Groninger Autobusdienst Onderneming, bestaat al lang niet meer. Het is nu Qbuzz, die door de dorpen in het Westerkwartier slingert. Buslijn 33 is 133 geworden. Haar geboortehuis stond leeg en wordt verbouwd. Mijn opa had er in 1933 een bakkerij, die later door zijn zoon werd overgenomen. Toen die er in 1985 mee stopte, werd het een videotheek. Een videoband klinkt ook al weer erg 'old-century'. De tijd schrijdt voor. Veel is vergankelijk. En dat is ook niet erg.
Het geboortehuis van mijn moeder, de oude bakkerij. |
Morgen begin ik met de wandeling door de dorpen waar mijn voorouders geboren, gewoond en overleden zijn. Ik ben niet op zoek naar nog zichtbare herinneringen,
maar wil de omgeving van mijn voorouders beleven, ervan
genieten en me ook laten verrassen. Mijn eerste logeeradres is al een
bijzondere. De gastenboerderij in Lucaswolde had me een ‘opgemaakt bed’ aangeboden in een blokhut, voor 10 euro, maar het is een caravan geworden. Ik heb er prima geslapen.Nieuwsblad van het Noorden, 22-8-1933
De caravan, het is niet veel meer, |
maar het uitzicht over de velden is wel fantastisch. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten