Het vertrek, maandag 17 november 1980. Om 2 uur 's middags arriveerde ik op het Centraal Station in Amsterdam. Na een week van afscheid nemen, wou ik nu toch wel graag weg. In de stationsrestauratie met
Karin onze laatste Heineken gedronken. Om 14.49 vertrok de internationale trein
naar Milano. In Utrecht en Arnhem werden de laatste reizigers opgepikt. De groep
was nu kompleet: Karin, Karin M, Jos, Alouette, Toos, Toos D, Jojo, Hans, John,
Johan, Arne, Thea, Grika, Corina, Piet, Bernard, Willem, Ida en ik. De chauffeurs
Jan Visser en Herman Spangenberg met z'n hond Emma waren al in Milaan, veronderstelden
we.
Ik zat in een coupé met Thea,
Willem, Karin en Karin M. De reis verliep rustig, alleen Jojo moest zich nog uitleven,
was luidruchtig en verveelde zich. Willem vertelde sterke verhalen. Na Basel
vielen we al snel in slaap in onze couchettes. Milaan kwam snel dichterbij.
Om 8 uur stond Jan ons op het
perron op te wachten. Daar zag ik pas wie er allemaal bij de groep behoorden: ook
de coupé naast ons met wat oudere mensen en een man met een strooien cowboyhoed
hoorde erbij: Pieter.
Na onze eerste cappuccino gingen
we de truuk in en reden richting Novarra. De raampjes waren door de vorst in de
Alpen kapot gevroren en het tochtte verschrikkelijk.
De reis van Jan en Herman naar Milaan verliep niet
zo voorspoedig als de onze. In Frankrijk hadden ze zondags een fikse bekeuring gekregen,
vanwege de zondagse rit. In de bergen moesten ze 300 km omrijden vanwege een gesloten
pas. Zodoende kwamen ze pas om 3 uur 's nachts in Milaan aan.
Reparatie van de raampjes en toch wel enige vermoeidheid van H.H. Chauffeurs deed
ons besluiten om in de buurt van Milaan te blijven. We zochten een kamping op de
weg naar Novarra, en kwamen in een dorpje genaamd Bareggio op een kamping waar
nog wat karavans stonden. Nadat de truuk met veel moeite door de poort gechauffeerd
was, werd deze uitgeladen. De landrover werd er met zorg uitgehaald en we stonden
met verbazing te helpen/kijken. Het regende en we konden in een soort kantine slapen.
Een vierkant hok met wat stoelen en een TV die niet aangesloten was.
Na de lunch vertrokken veel mensen
naar Milaan en andere plaatsen. Ik ben er in m'n eentje op uitgetrokken, over een
boerenpaadje met veel plassen. Op het land was nog maar weinig meer te doen. 't
Is tenslotte al november! Op afstand zag je de boerderijen met een mistige waas
eromheen. Het leken net kloosters,
zoals ik me die tenminste voorstel. In een dorpje stond ik een tijdlang bij een
spoorwegovergang. Een hond in de buurt heeft wel een half uur staan blaffen. Een
boer rende in de mist achter een paard aan. Het leken wel tijden van 20-30 jaar
geleden. Ik moest dan ook denken aan "het teken van het beest", de film
over IJe. Op de terugweg liep ik een kafeetje binnen. Aan tafel zaten oudere mannen
te kaarten. Achterin waren jongeren aan het biljarten en gokken. De TV stond aan
en "The Partridge Family" was erop. Na een paar uur weer weggegaan en
de rust weer ingelopen. Het begon inmiddels al donker te worden.
Terug bij de truuk waren ze hard
aan het werk. Er werden meer bagagerekken gemaakt, want iedereen had veel te veel bagage
meegenomen. Jos en Piet waren aan het timmeren. Ik hield me een tijdje bezig met
het voorste bagagerek. Vijf planken waarop de bagage steunt en een waartegen de
bagage moet stoten bij het remmen.
Het warme eten bestond uit groentesoep
met chili van kapucijners en gestoofd vlees. Heerlijk. Er waren flessen wijn aangesjord
en dat lukte dus allemaal prima. 's Avonds werden er wat regels afgesproken, de
reis besproken, kookploegen geïnstalleerd, etc. Jan vertelde over hun reis en problemen
onderweg naar Milaan. Zo vloog de eerste avond voorbij. Jojo en Bernard hadden hun
tent opgezet. Er sliepen een paar in de truuk. Corina ging van ellende ook buiten
slapen, in de jeep. De rest lag op de grond in de kantine. De laatste wijn ging
rond en bij kaarslicht praatten we nog wat. Johan lag te schrijven. Er heerste een
tevreden stemming. De nacht was een beetje onrustig. Ida had een blafhoest en snurkte.
Alouette struikelde 's nachts nog een keer over me heen. Ook in de truuk hadden
ze zitten praten, thee gezet en muziek gedraaid, maar daar was het minder goed slapen
geweest.