De volgende dag alles weer
ingepakt en rond 10 uur richting Florence vertrokken. De raampjes waren nog
niet gemaakt en het was verrekte koud. Zo nu en dan ging er iemand bij Herman
voorin zitten, omdat het daar toch wel wat warmer was. De cassetterecorder had
het ook al begeven. Onderweg werd er gelezen, gespeeld, geschaakt, etc.
Er werd
een paar keer gestopt voor sanitair, eten of gewoon om de benen te strekken.
Ook stonden we een half uurtje op een P-plaats met een prachtig uitzicht. De warme chocolademelk kwam erbij vanwege de kou. Echt schitterend. Dat was het tweede
gerecht van die dag dat ik heb leren eten. 's Ochtends bestond het ontbijt uit
havermout. Jaja. Wat ook een hele belevenis is, is om de Deense dog Emma uit de
kabine te krijgen. Gisteren werd er een menselijke trap gebouwd waar de hond
overheen moest lopen. Na de stop werd er weer verder gereden en tegen de avond, het was al donker, waren we in Firenze. Alouette, die kookte zat te springen om vers voedsel en we moesten naar een markt of groenteboer uitkijken. Bij een klein stalletje langs de weg verkochten ze alleen druiven en rotte tomaten. Jammer, ze had het hele recept al klaar, maar het zou toch blik worden.
In Florence werd een taxi
aangehouden. Jan ging met de chauffeur voorin zitten en Herman reed achter hen
aan. We waren allemaal koud en waren wel voor het idee om in een jeugdherberg
te overnachten. Onderweg was er even paniek, want alles begon te rammelen. We
dachten echt dat de hele rotzooi naar beneden zou komen en de jeep naar binnen
zou schuiven. Door het achterzeil zagen we wat er gebeurd was. Herman had de
bocht op een pleintje, het was midden in de spits, iets te klein genomen en een
lantaarnpaal (wat later een stoplicht werd) plat gereden. Er was nog een
Italiaan achter de wagen aangerend, maar Herman ging onbewogen verder. In de
wagen werd druk over het voorval gepraat. Bij sommigen nog spanning, maar bij
de meesten toch een lacherige sfeer.
Na een tijdje doorgeraasd te
hebben, stopten we. De taxi reed met Jan verder, op zoek naar de jeugdherberg.
Van Herman hoorden we zijn verhaal. Hij was er bang dat het mis zou
gaan. De bocht kon gewoon niet groter genomen worden. Toen hij de lantaarnpaal
raakte, was er een lichtflits. Omdat hij bang voor elektrokutie was, reed hij
dus door. Herman lachte wat. Het nummer wat ze opgeschreven hadden (Z-16-70)
bestond niet meer. In Nederland was het uitgeschreven. Bovendien was hij
verzekerd (!) voor zulke dingen. Er had nog iemand op het raampje getikt.
Herman had geantwoord: "pagare, pagare": “ik betaal”. Nou, vergeet
het maar.
Jan kwam terug met de
mededeling dat de jeugdherberg vol zat en geen 20 personen meer kon bergen. Jan
en taxichauffeur gingen weer voor en Herman volgde. Op naar de enige kamping
die nog open was in dit seizoen. Bij de kamping slaakte de beheerder een kreet
van enthousiasme: “un camion gigante”. Zoiets had hij nog nooit gezien. Hij had
eerst het idee dat twee chauffeurs moe van een lange rit er wilden overnachten.
Toen hij hoorde dat er nog 20 mensen achterin zaten, was hij helemaal
stomverbaasd. De truuk werd met zorg op de kamping gezet, op het gras helaas.
Tenten opgezet, de auto uitgeladen, de jeep·eruit. Grote bedrijvigheid.
De maaltijd was verrukkelijk.
Aardappelpuree of stamppot worteltjes met goulash en gekookte appeltjes. Jan
kreeg, zoals gewoonlijk, het woord en vertelde wat er in de taxi gebeurd was.
De chauffeur had het ook geweldig gevonden om deze truuk door de stad te
leiden. Bij het knakken van het luciferhoutje had hij zijn verbazing uitgedrukt
in "Madonna Mia!".
's Avonds hield iedereen het
al snel voor gezien. Na de zware en lange reis ging iedereen vermoeid naar de
tenten. De volgende dagen merkten we wat de tocht in de auto, de kou buiten en
vooral 's nachts, ons aangedaan had. Verkoudheden, rare kuchjes, hoofdpijn,
lopende en verstopte neuzen, hese stemmen, lichte bronchitis. Nu, 6
dagen later is het er nog steeds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten